de waakzaamheid van het hart

Deze serie verscheen tussen oktober 2006 en februari 2013

Philokalia [ 1 ]

Deze maand lees ik in de Philokalia

PhilokaliaTerug in Nederland uit het klooster waar ik in 1995 het eerste deel van de Philokalia kocht, ben ik weer in deze compilatie van geestelijke geschriften aan het lezen. Inmiddels heb ik alle vier de delen die vanaf 1979 bij Faber & Faber(London) zijn uitgegeven. De Philokalia is een compilatie teksten van woestijnvaders en Byzantijnse theologen tussen de vijfde en de veertiende eeuw. De oudste is Evagrios van Pontos (345-399) en de jongste Gregorios Palamas (1296-1359) De eerste maakte aan einde van zijn leven in 392 nog mee dat het Romeinse Rijk in een westelijk en oostelijk deel gesplitst werd. De laatste leefde in dat oostelijk deel van het Romeinse Rijk, beter bekend als het Byzantijnse Rijk, dat nog tot 1453 zou blijven bestaan.

Juist de politieke scheiding in 392 is bepalend geworden voor de ontwikkeling van het Avondland in cultureel en religieus opzicht. Na het schisma in 1054 heeft zich onder aanvoering van Rome definitief een westers Christendom ontwikkeld, het Rooms-katholicisme, dat in geestelijk opzicht anders is dan het oorspronkelijke Christendom. De Orthodoxe Kerk is trouw gebleven aan de Christelijke Traditie die zich sinds Paulus over de wereld verspreid heeft. Voor ons Westerlingen hebben de teksten van de vaders uit de Philokalia een andere smaak dan de scholastiek of reformatorische theologie. De Westerse theologie is over het algemeen verstandelijk en systematisch, terwijl de theologie van de (woestijn)vaders direct uit het hart spreekt en meestal niet zo strak geordend is. Het is het verschil tussen kennis van het hoofd en kennis van het hart. De vaders laten zien dat we God vooral leren kennen door met Hem om te gaan, niet door alleen over Hem te lezen. Het lezen in de Philokalia lijkt dus wat tegenstrijdig…

The Philokalia—Greek for “love of the beautiful/holy/exalted”—was first assembled at Mount Athos by Ss. Nicodemus of the Holy Mountain and Makarios of Corinth. The first edition was published at Venice in 1782; a second was done at Athens in 1893, which included a prayer by Patriarch Kallistos; and a third at Athens between 1957 and 1963 by the Astir Publishing Company. All the original writings in the Philokalia were written in Greek with the exception of two, which were originally in Latin but then translated in Greek during the time of the Roman (“Byzantine”) Empire.
 
Soon the Philokalia was translated into multiple languages. In 1793, a Slavonic translation done by St. Paisii Velichkovskii (1722-1794), was published at Moscow under the title Dobrotolubiye, and later reprinted in 1822. This would be the version carried by the unnamed central character in The Way of a Pilgrim and was responsible for a spiritual revival in 19th century Russia, impacting a lot of her people, including Fyodor Dostoevsky. A second translation was published in 1857 and was done by St. Ignatii Brianchaninov (1807-1867). A third one was done by St. Theophan the Recluse (1815-1894), but he included other texts not in the Greek original as well as paraphrases or omissions of other sections. This translation was published in five volumes under the auspicies of the Russian Monastery of St. Panteleimon at Mount Athos in 1877. A Romanian translation first appeared in 1946 with Fr. Dumitru Staniloae presiding as editor (the fifth volume appeared in 1976 and it’s expected to be eight volumes). A French translation is currently in the works. Both of these use the Greek.
 
Bron: orthodoxwiki.org
Deel 1
St. Isaiah the Solitary (circa 400-491)
Evagrius the Solitary (345-399)
St. John Cassian (circa 360-435)
St. Mark the Ascetic (omstreeks 500)
St. Hesychios the Priest (8e-9e eeuw?)
St. Neilos the Ascetic (5e eeuw)
St. Diadochos of Photiki (circa 400-485)
St. John of Karpathos (7e eeuw?)
Deel 2
St. Theodoros the Great Ascetic (7e-9e eeuw?)
St. Maximos the Confessor (580-662)
Thalassios the Libyan (7e eeuw)
St. John of Damascus (675-749)
St. Theognostos (8e – 24e eeuw?)
   
Deel 3
St. Philotheos of Sinai (9e-10e eeuw?)
Ilias the Presbyter (omstreeks 1100)
Theophanis the Monk (?)
St. Peter of Damascus (11e-12e eeuw?)
St. Symeon Metaphrastis (Deze tekst blijkt van Makarios te zijn, circa 300-390)
Deel 4
St. Symeon the New Theologian (949-1022)
Nikitas Stithatos (circa 1000-1076)
Theoliptos of Philadelphia (circa 1250-1322)
Nikiphoros the Monk (13e eeuw)
St. Gregory of Sinai (circa 1265-1346)
St. Gregory Palamas (1296-1359)

Bron: orthodoxwiki.org

Philokalia [ 2 ]

Evagrios van Pontus (345-399)

In de Philokalia zijn vier fragmenten en geschriften samengebracht van Evagrios van Pontus: Krachtlijnen van het monniksleven (On Ascetism and Stillness in Solitary Life), Verhandeling over allerlei slechte gedachten (On Discrimination in respect of Passions and Thoughts), over Waakzaamheid (Extracts from the Texts on watchfulness) en Verhandeling over het gebed (On Prayer) De meeste teksten zijn overgeleverd in het Syrisch. Evagrios is een omstreden auteur omdat hij onder invloed staat van Origines en zijn geschriften zijn uiteindelijk ook veroordeeld. Dat gebeurde tijdens het concilie van Constantinopel in 553 en waarbij keizer Justinianus I het bevel gaf om al zijn werken in het Byzantijnse Rijk te vernietigen. Zodoende hebben de meeste Griekse vertalingen het niet overleefd op enkele na die onder een andere naam, meestal Nilus van Ancyra, werden verspreid. Later zijn bepaalde teksten van Evagrios toch gecanoniseerd en zo zijn ze uiteindelijk ook in de Philokalia terecht gekomen. Ik heb deze vier teksten gelezen in een Engelse en Nederlandse vertaling. Christofoor Wagenaar (ocso) van het de Abdij Bethlehem te Bonheiden (B) heeft in de jaren tachtig enkele werken van Evagrios in het Nederlands vertaald. Deze zijn uitgegeven in de reeks monastieke cahiers (34 en 35, beiden in 1987 verschenen) van de Abdij Bethlehem.

EvagriosEvagrius van Pontus werd omstreeks 345 geboren in Ibora, een kleine stad aan de Zwarte Zee. Hij bracht een tijd in Constantinopel door, waar hij door Gregorius van Nazianze in de theologie en de mystiek werd ingewijd. Basilius de Grote benoemde hem tot lector. Evagrius werd in 380 diaken gewijd door Gregorius van Nyssa, die hij op het concilie van Constantinopel in 381 vergezelde. Daar moet hij, dankzij zijn scherpzinnigheid, een belangrijke bemiddelende rol hebben gespeeld. In 382 ontvluchtte hij de stad van Constantijn in verband met een verhouding met een vrouw, die door haar echtgenoot niet op prijs werd gesteld.
Evagrius trok eerst naar Jeruzalem, waar hij zich aansloot bij het klooster van Melania de Oudere en Rufinus. In 383 kwam hij in Egypte aan waar Macarius de Jongere zijn leidsman werd en waar hij veel belangrijke mensen uit deze periode van het monnikendom in Egypte ontmoette.
In de daaropvolgende jaren bedreef Evagrius een zeer strenge ascese. Hij schreef zeer veel, waarbij hij zich baseerde op de Bijbel, Origenes, het neoplatonisme, en zijn eigen ervaring als monnik en theoloog. Evagrius overleed op 1 januari 399.
 
Na zijn dood werd hij door de Kerk veroordeeld samen met Origenes en Didymus. Volgens Hiëronymus was hij een voorloper van Pelagius. Zijn geschriften hadden niettemin zeer veel invloed, onder meer op Cassianus en Pseudo Dionysius de Areapoagiet. In de loop van de twintigste eeuw kwamen zij opnieuw in de aandacht. Ze worden tegenwoordig uitvoerig bestudeerd.
 
Bron: home.hetnet.nl/~h_sevenhoven/evagrius.html

Enkele andere werken van Evagrios
Praktikos (of De Monnik)
De Gnostikos
De acht boze geesten
Aansporing voor monniken
Alle geschriften van Evagrios op een rijtje

Evagrius Ponticus [by Luke Dysinger]

Philokalia [ 3 ]

Evagrios van Pontus over het bewaren van de genade van de stilte

EvagriosIn de oudheid hadden teksten vaak de structuur van een centarion, een ‘boeket van honderd bloemen’, losse paragrafen die bijeengehouden werden door één centraal thema. In het geval van de eerste tekst die we van Evagrios in de Philokalia tegenkomen, zijn het minder dan 50 teksten en de volgorde van de deze overgeleverde teksten verschilt soms. Het onderwerp waar Evagrios zich op concentreert, is de hesychia. In het oosterse christendom is dit een zeer belangrijke houding. De 14e eeuwse Griekse monnik Gregorios Palamas zegt hierover:

‘Hesychia is een stil zijn van de geest en van de wereld.
Zij die zich door heilig stilzwijgen (hesychia) hebben gezuiverd
en op onuitsprekelijke wijze zijn verenigd met het alle denken en weten overstijgende licht,
aanschouwen God in zichzelf als in een spiegel’.

De hesychia heeft ook de geestelijke beweging van het hesychasme zijn naam gegeven. Online vond ik een werkstuk van Alex Pot over het hesychasme.

Het hesychasme wordt soms wel eens in vijf perioden ingedeeld:
1. vierde en vijfde eeuw (o.a. Evagrios en Arsenios)
2. zesde en zevende eeuw (o.a. Johannes Climacus, en zijn leerlingen Hesychius en Philotheus)
3. elfde eeuw (o.a. Simeon de Nieuwe Theoloog)
4. veertiende eeuw (o.a. Nicephorus de Hesychast en Gregorios Palamas)
5. achttiende eeuw (tijd waarin de Philokalia zich begon te verspreiden)

Toen in de achttiende eeuw als reactie op de Verlichting de geestelijke geschriften in de Philokalia werden gebundeld, maakte het hesychasme weer een bloeitijd door. Vooral in het negentiende eeuwse Rusland was de invloed van de Philokalia groot, ook in het leven van Dostojewsky

Iedereen die met het lezen van de Philokalia begint, komt al snel bij deze tekst van Evagrios aan. Het is een goed begin, want Evagrios schrijft hier over de houding die nodig is om met God om te kunnen gaan: we moeten van binnen stil proberen te worden. Hoe we daarin kunnen slagen, is eigenlijk de weg van de monnik. Evagrios raakt daarom allerlei aspecten van het monnikschap aan: celibaat, verzaking, gastvrijheid, aalmoezen, kleding, familie, eenzaamheid, vrienden, kluis, eten, handenarbeid, en natuurlijk ook het gebed.

Met betrekking tot vriendschap zegt Evagrios bijvoorbeeld het volgende:

Als u vrienden hebt, ontwijk dan het voortdurend contact met hen, want door sporadisch contact zult u hun van dienst zijn. Maar als u bemerkt dat u door hen schade oploopt, nader hen dan in het geheel niet. Want u behoort vrienden te hebben die u van nut zijn en die overeenkomen met uw levenswijze. Vermijd eveneens het contact met slechtgezinde en twistzieke mannen en ga nooit met hen samenwonen. Weiger vooral op hun boosaardige voorstellen in te gaan, want zij zijn geen vrienden van God en houden niet van Hem. Vredelievende mannen moeten uw vrienden zijn, geestelijke broeders en heilige vaders. Hen vermeldt de Heer op deze wijze: “Mijn moeder, broers en vaders zijn zij die de wil van de Vader in de Hemel doen” (Mat. 12: 49)
 
Neem niet uw verblijf bij druk bezette lieden, ga niet met hen een glas drinken, anders trekken ze u nog mee naar hun eigen dwalingen en beroven u van uw kennis aangaande het leven in de stilte. Want daarin bestaat hartstocht juist. Leen het oor niet aan hun woorden en stem niet in met de bedenksels van hun hart. Die zijn werkelijk zeer schadelijk. Uw verlangen moet uitgaan naar de ‘getrouwen in het land’ en het zwoegen van uw hart naar wedijver met hen in rouwmoedigheid. “Mijn ogen waren gericht op de getrouwen in het land, zij mochten naast mij plaats nemen.” (Psalm 100:6)
 
Als iemand die leeft volgens de liefde tot God, u komt uitnodigen voor een etentje en u wilt er heengaan, ga gerust, maar keer zo gauw als u kunt weer naar uw kluis terug. Indien mogelijk, ga dan nooit buiten uw kluis slapen, dan zal de genade van de stilte u ten allen tijden vergezellen en u zult uw gebedsdienst ongehinderd voltrekken in uw kluis zoals u zich dat voorgenomen hebt.
 
vertaling: Christofoor Wagenaar, ocso
Uw verlangen moet uitgaan naar de ‘getrouwen in het land’ en het zwoegen van uw hart naar wedijver met hen in rouwmoedigheid.

A Corpus of Evagrios’ Writings | Evagrius Ponticus by Luke Dysinger

Philokalia [ 4 ]

Evagrios van Pontus over het gebed

EvagriosEvagrios heeft veel geschreven. We kunnen zijn geschriften grofweg in twee categorieën verdelen: de Praktikos en de speculatieve geschriften. De vaders die de Philokalia hebben samengesteld, hebben van Evagrios drie werken uit de eerste categorie geselecteerd.

De speculatieve geschriften van Evagrios staan sterk onder invloed van Origenes (c. 185- c.254) en worden binnen de Orthodoxe Kerk niet gelezen. Over het Gebed, de vierde tekst van Evagrios die in de Philokalia is opgenomen, werd door de samenstellers toegeschreven aan de hl. Nilos de asceet, een tijdgenoot van Evagrios die hem ongeveer 30 jaar overleefd heeft. Waarschijnlijk is deze tekst na het Tweede Concilie van Constantinopel (553) opzettelijk onder een andere naam verspreid omdat alle geschriften van Evagrios verbrand moesten worden. Wij zijn geneigd om dit bevel als uiterst negatief te zien, maar dat komt misschien ook omdat we vaak nauwelijks nog beseffen hoe schadelijk bepaalde gedachten voor het geestelijk leven kunnen zijn. De speculatieve geschriften van Evagrios leunen op de leer van Origenes en kunnen beter ongelezen blijven. In 553 werd het anathema uitgesproken over de geschriften van Origenes en indirect op de geschriften van zijn volgelingen (waaronder ook Evagrios werd gerekend):

Anathema
“If anyone does not anathematize Arius, Eunomius, Macedonius, Apollinaris, Nestorius, Eutyches and Origen, as well as their impious writings, as also all other heretics already condemned and anathematized by the Holy Catholic and Apostolic Church, and by the aforesaid four Holy Synods and [if anyone does not equally anathematize] all those who have held and hold or who in their impiety persist in holding to the end the same opinion as those heretics just mentioned: let him be anathema.”
Bron: Fifth Ecumenical Council: Constantinople II, 553

Gelukkig onderscheidde men de praktische van de theoretische, speculatieve geschriften van Evagrios en werden vertalingen van zijn Praktikos onder een andere naam verspreid. Evagrios werd uiteindelijk (gedeeltelijk) gerehabiliteerd, zij het wat laat. Want pas aan het einde van de negentiende eeuw werd hij weer uit de vergetelheid gehaald. Het werk Over het Gebed is een compositie van 153 teksten. Deze is weer verdeeld in vijf reeksen.

De eerste reeks gaat over de voorbereidingen voor het gebed:

Iconenhoek1. Wanneer je het welriekende reukwerk wilt bereiden, bestaande uit doorzichtige wierook, kaneel, kruidnagel en hars, meng ze dan naar gelijk gewicht volgens de wet (Exodus 30: 34). Zij zijn de vier deugden. Want als zij volledig zijn en onderling gelijk, zal het verstand niet verraden worden.
 
2. Een ziel die zich gereinigd heeft door de volheid van de geboden, geeft zo een hechte ordening aan het verstand, dat dit geschikt wordt om de begeerde staat te verwerven.
 
3. Het gebed is de omgang van het verstand met God. Welke staat behoort het verstand bereikt te hebben om zich onverstoorbaar te kunnen richten op zijn eigen Heer, en zonder bemiddeling met Hem om te gaan!
 
4. Als Mozes, toen hij het aardse brandende braambos tachtte te naderen, weerhouden werd totdat hij zijn sandalen had uitgetrokken (Exodus 3:5), zou dan jij, die de boven alle waarneming en begrip Verhevene wil zien en met Hem spreken, je niet eerst van elke hartstochtelijke gedachte moeten ontdoen?
 
(Nederlandse vertaling door Christofoor Wagenaar, ocso)
[ Engelse vertaling naast Griekse grondtekst ]

Teksten van Evagrios in de Philokalia (Deel I)
Outline Teaching on Asceticism and Stillness in the Solitary Life
Texts on Discrimination in respect of Passions and Thoughts
Extracts from the Texts on Watchfulness
On Prayer: 153 Texts

A Corpus of Evagrios’ Writings | Evagrius Ponticus by Luke Dysinger

Philokalia [ 5 ]

Evagrios van Pontus: De Antirrhetikos
De strijd tegen de boze gedachten

De Antirrhetikos van Evagrios is niet opgenomen in de Philokalia, maar het is wel een van zijn bekendste werken. Waarschijnlijk is Evagrios de eerste monnik die de hartstochten ’systematisch’ beschrijft. Het tweede geschrift van Evagrios dat in de Philokalia is opgenomen (Texts on Discrimination in respect of the Passions and Thoughts) handelt over de hartstochten. Evagrios noemt ze ook wel: boze geesten en vergelijkt de strijd die we tegen hen moeten voeren met een veldslag:

Van de boze geesten die de praktike bestrijden, staan in de krijg vooraan zij die tot taak hebben te prikkelen tot gulzigheid, die ons geldzucht influisteren, en die ons verleiden om menselijke eer te zoeken. Alle overigen stappen achter hen aan en geven hun die door de eersten gewond zijn, een volgende behandeling. Want niemand kan in de handen van de geest van ontucht vallen , als hij niet eerst aan de gulzigheid bezweken is. En niemand kan trillen van toorn, als hij geen spijzen, geld en eer najaagt. En niemand kan aan de boze geest van treurigheid ontsnappen, als hij het derven van al deze zaken niet heeft meegemaakt. Ook ontkomt niemand aan de hoogmoed, het eerste voortbrengsel van de duivel, als hij het derven van al deze zaken niet heeft meegemaakt.
Verhandeling over allerlei slechte gedachten, vertaling door Christofoor Wagenaar ocso
En niemand kan trillen van toorn, als hij geen spijzen, geld en eer najaagt.

Zijn leerling Cassianos neemt zijn indeling van de acht boze geesten over en via zijn geschriften bereikt deze de Westerse traditie waarin ze bekend worden onder de zeven hoofdzonden. Evagrios onderscheidt vraatzucht, lust, hebzucht, woede, droefheid, lusteloosheid, ijdele glorie en trots. Tegenover elke hartstocht plaatst hij een deugd. Om de boze gedachte te bestrijden, schrijft hij de Antiherrhetikos , een methode om met teksten uit de Heilige Schrift (vooral de Psalmen) God’s hulp te zoeken en de boze gedachte een halt toe te roepen.

Isenheimer Altar
De boze geesten in actie,
volgens de laat-Middeleeuwse schilder
Matthias Grünewald
Uit de Antirrhetikos
 
Tegen de lust
2.26 Against the soul that thinks that voluptous thoughts are more powerful than the commandments of God that are given to us in order to shake off this passion
Ps 17:43 I will disperse them like dust in the wind, like the dung in the streets will I tread them underfoot.
 
Tegen de neerslachtigheid
4.11.For the soul that is cast into gloom because of disturbances at night and imagines it will become perpetually dismayed [i.e. mentally unbalanced] because of its terror:
Lev 26:6-7 And I will give peace in your land, and you shall sleep, and none shall make you afraid; and I will destroy the evil beasts out of your land.
 
Tegen de lusteloosheid
6.12. Against the thoughts of acedia that tear down my hope:
Ps. 26:13 I believe that I shall see the good things of the Lord in the land of the living.
 
Tegen de trots
8.493. For the proud demon calling itself “god”.
Mt 15:11 not what goes into the mouth defiles a man, but what comes out of the mouth, this defiles a man.
 
Bron: ldysinger.com

Psalmody and Prayer in the Writings of Evagrius Ponticus
This book explores the writings of Evagrius Ponticus. It seeks a connection between the seemingly disparate aspects of Evagrius’ mystical theology by approaching the relationship between psalmody and prayer from three perspectives. First, Evagrius’ life, works, and spiritual doctrine are presented, followed by a description of the monastic discipline of psalmody as practised by Evagrius and his contemporaries;
EvagriosEvagrius texts on the interrelationship between psalmody and prayer are then considered. Second, Evagrius’ recommendations on the usefulness of psalmody in healing of the passions are discussed. Finally, the biblical scholia are studied, which facilitate what Evagrius called ‘undistracted psalmody’, that is, contemplation by means of the words used in psalmody of the person of Christ and of Christ’s salvific work within creation.
Bron: oxfordscholarship.com

A Corpus of Evagrios’ Writings | Evagrius Ponticus by Luke Dysinger

Philokalia [ 6 ]

Johannes Cassianos (360-435)

Johannes Cassianos is de derde woestijnvader die in de Philokalia is opgenomen. Hij leefde in dezelfde tijd als Evagrios, vestigde zich in Egypte bij de Kellia, ging bij Evagrios van Pontus in de leer en sloot zich aan bij zijn kring van aanhangers van de omstreden Alexandrijnse theoloog Origines.

CassianosJohannes Cassianos
is een Romein van geboorte, maar waar hij geboren is en uit welke familie is onbekend. Als jongeman trekt hij, samen met zijn grote vriend Germanus naar het Heilig Land, waar ze rond 380 intreden in een klooster in Betlehem. Daar horen ze van de woestijnmonniken en na enkele jaren sluiten ze zich bij een kluizenaarsgemeenschap in Egypte aan. Na jaren in eenzaamheid en meditatie te hebben geleefd, brengt juist het gedachtegoed van woestijnvaders zoals Antonius hem terug naar de bewoonde wereld. Er ontstaat een ernstig theologisch conflict over dat gedachtegoed en na 15 jaar moeten ze vluchten. Terug in de wereld worden hij en zijn vriend Germanus medewerkers van de vurige bisschop Johannes Chrysostomus in Constantinopel. Chrysostomos (= ‘Gouden mond’ ), die zoals altijd geen blad voor zijn mond neemt, raakt in conflict met de keizerin. Hij en zijn medewerkers vluchten in 404 naar Rome. Cassianos raakt daar bevriend met de later paus Leo de Grote. Hij sticht een mannen- en een vrouwenklooster in Marseille. Daar draagt hij zijn inzichten en ervaringen over aan de monniken die zich rond hem verzamelen. Cassianos schrijft zijn ervaringen op, zodat anderen daar hun voordeel mee kunnen doen. Zijn geschriften en die van zijn medebroeder Athanasius zullen tot de bestellers der oudheid gaan behoren. Zij vormen de basis van het monnikendom in West-Europa. Cassianos wordt ‘de vader van het kloosterleven in West-Europa’ genoemd.
Bron: mystiek-mediapastoraat.nl

Teksten van Cassianos in de Philokalia (Deel I)
On the Eight Vices
On the Holy Fathers of Sketis and on Discrimination

Johannes Cassianos [wachters.kapittel.be]

Philokalia [ 7 ]

Johannes Cassianos: over de acht ondeugden

Johannes CassianosJohannes Cassianos is in het westen vooral bekend geworden om zijn werk de Institutiones dat hij omstreeks 425-28 in Marseille schreef op verzoek van de bisschop Castor van Apt (Provence). Benedictus van Nursia zou een eeuw later veel aan dit werk ontlenen, bij het opstellen van zijn monniksregel. De Institutiones bestaan uit twaalf boeken die verschillende aspecten van het monniksleven beschrijven. De eerste vier boeken gaan over de buitenkant: de kleding, het officie, de psalmodie en wereldverzaking. De acht overige boeken behandelen ieder een van de acht boze geesten die zijn leermeester Evagrios voor het eerst van elkaar heeft onderscheiden. In de Philokalia zijn twee teksten van Johannes Cassianos opgenomen. De eerste tekst over de acht boze geesten is door de samensteller de hl.Nikodimos van de Heilige Berg overgenomen uit de boeken V-XII van de Institutiones

We gaan nu met Gods hulp, dit vijfde boek samenstellen. na de vier boeken die handelen over de inrichting van het kloosterleven willen we nu, in de kracht van de Heer, ons verleend dankzij het gebed, de strijd aanvatten tegen de acht hoofd-ondeugden, namelijk ten eerste de gulzigheid, dit is de begerigheid naar eten, ten tweede de ontucht, ten derde de filargyria waarmee de gierigheid wordt bedoeld of, juister gezegd, de geldzucht, ten vierde de gramschap, ten vijfde de droefheid, ten zesde de lusteloosheid, dit is de benauwdheid of de weerzin van het hart, ten zevende de cenodoxia, dit is de ijdel pralende glorie, ten achtste de hoogmoed.
 
Nu we deze strijd op ons nemen hebben we, eerbiedwaardige vader castor, uw gebeden nog dringender nodig om hun zo subtiele, zo verborgen en zo duistere natuur op te sporen zoals het behoort, en daarna de oorzaken op een bevredigende manier uiteen te zetten, en tenslotte de manier en de middelen om ervan te genezen aan te reiken.
 
Nederlandse vertaling: Christofoor Wagenaar, ocso

De Institutiones verschenen in een Nederlandse vertaling onder de titel Instellingen, leven en streven van monniken in 1984 als deel 26 in de reeks monastieke cahiers bij de Abdij Bethlehem te Bonheiden (B)

( … ) For it is impossible for a person to deserve to triumph over a passion before he has understood that he is not able to obtain victory in the struggle by his own diligence and his own effort, even though in order to be cleansed he must always be careful and attentive, day and night.
 
Bron: pigizois.gr

integrale tekst van de Institutiones [ engels ]

Philokalia [ 8 ]

Maximos de Belijder (580-662)

Zijn naam dankt Maximos de Belijder aan zijn onvoorwaardelijke trouw aan de orthodoxie in een tijd dat zelfs de Byzantijnse keizer en de patriarch van Constantinopel de ketterij van het monothelisme waren gaan volgen. Zijn trouw en standvastigheid werden hem niet bepaald in dank afgenomen want Maximos de Belijder werd vervolgd, gemarteld en uiteindelijk verbannen. Maar eerst nog werd zijn tong uitgesneden en zijn rechterhand afgehakt. Toch is hij alles behalve monddood gemaakt. In de Philokalia is geen andere vader te vinden van wie zoveel geschriften zijn opgenomen, waaronder tweehonderd teksten waarin hij het dythelitisme verdedigt tegenover het monothelisme.

Maximos de BelijderMaximos the Confessor wrote many theological works in defense of Orthodoxy. Especially valuable are his instructions on the spiritual and contemplative life, some of which are included in The Philokalia, a collection of patristic instructions on prayer and the ascetic life. In these ascetic instructions, the spiritual profundity and perceptiveness of St. Maximos’ thought is revealed. Also, an explanation of the Liturgy that has a great theological significance is included.
 
In 680, 18 years after St. Maximos’ death, the sixth Ecumenical Council outlawed Monothelitism. In addition to his theological and apologetic writings, St. Maximos left many writings on the Christian life and spiritual counsel for believers. The second volume of The Philokalia, compiled by Sts. Nektarios of the Holy Mountain and Makarios of Corinth, contains many writings of St. Maximos, including two hundred texts on Theology and the teachings of the Lord Jesus Christ, texts on the nature of Christian love, a treatise on the Lord’s Prayer, and various other teachings. This book is currently in print.
 
Bron: en.wikipedia.org

Tropaar [toon 3]
Through thee the Spirit poured forth
streams of teaching for the Church;
thou didst expound God the Word’s self emptying,
and shine forth in thy struggles as a true Confessor of the Faith;
holy Father Maximos, pray to Christ our God to grant us His great mercy.
 
Kondaak [toon 8]
O faithful, let us acclaim the lover of the Trinity,
great Maximos who taught the God-inspired Faith,
that Christ is to be glorified in two natures, wills and energies:
and let us cry to him: Rejoice, O herald of the Faith.

Philokalia [ 9 ]

Maximos de Belijder: over de theosis

Het tweede deel van de Philokalia wordt voor meer dan de helft gevuld met geschriften van Maximos de Belijder. De paragrafen zijn in centuria gebundeld. Maximos schrijft veel over het doel van het leven: het worden als God. In de Orthodoxe Kerk wordt het geestelijke doel van de mens met het woord theosis aangeduid. Opvallend in onze tijd, waarin New Age zoveel populariteit geniet, is dat de Orthodoxie altijd spreekt over een relatie met de Ander, waarin God altijd maar groter wordt en wijzelf steeds kleiner. New Age (als mix van oosterse mystiek en gnosis) staat met het (hogere) Zelf dan ook lijnrecht tegenover de theosis waar de vaders (en moeders) van de Kerk over spreken.

“God made us so that we might become ‘partakers of the divine nature’ (2 Pet. 1:4) and sharers in His eternity, and so that we might come to be like Him (cf. 1 John 3:2) through deification by grace. It is through deification that all things are reconstituted and achieve their permanence; and it is for its sake that what is not is brought into being and given existence.” (p. 173)
monniken
God made us so that we might become ‘partakers of the divine nature’
“A sure warrant for looking forward with hope to deification of human nature is provided by the incarnation of God, which makes man god to the same degree as God Himself became man. For it is clear that He who became man without sin (cf. Heb. 4:15) will divinize human nature without changing it into the divine nature, and will raise it up for His own sake to the same degree as He lowered Himself for man’s sake. This is what St. Paul teaches mystically when he says, ‘…that in the ages to come He might display the overflowing richness of His grace’ (Eph. 2:7). (p. 178)
 
“Deification, briefly, is the encompassing and fulfilment of all times and ages, and of all that exists in either. This encompassing and fulfilment is the union, in the person granted salvation, of his real authentic origin with his real authentic consummation. This union presupposes a transcending of all that by nature is essentially limited by an origin and a consummation. Such transcendence is effected by the almighty and more than powerful energy of God, acting in a direct and infinite manner in the person found worthy of this transcendence. The action of this divine energy bestows a more than ineffable pleasure and joy on him in whom the unutterable and unfathomable union with the divine is accomplished. This, in the nature of things, cannot be perceived, conceived or expressed.” (p. 240)
 
Bron: divinewill.org

Maximos de Belijder in de Philokalia (deel II)
Four Hundred Texts on Love, with a foreword to Elpidios the Presbyter
Two Hundred Texts on Theology and the Incarnate Dispensation of the Son of God (written for Thalassios)
Various Texts on Theology, the Divine Economy, and Virtue and Vice
On the Lord’s Prayer

Philokalia [ 10 ]

Symeon de Nieuwe Theoloog (949-1022)

Het vierde deel van de Philokalia begint met twee teksten van Symeon de Nieuwe Theoloog. Daarnaast is er nog een derde tekst The Three Methods of Prayer die aan hem wordt toegeschreven. Naast deze drie teksten, heb ik ook de Discourses van Symeon de Nieuwe Theoloog op de plank staan, vertaald door C. J. deCatanzaro en verschenen bij de Paulist Press.

Symeon de Nieuwe TheoloogSt. Symeon was born in Galatia in Paphlagonia (Asia Minor) in 949 AD. His parents, Basal and Theophana, were Byzantine provincial nobles. St. Symeon received only the basics of a primary Greek school education until he was about eleven years old. He finished his secondary education at the age of 14 in the court of the two brother emperors Basil and Constantine Porphyrogenetes. At 14, he met St. Symeon the Studite, who became his spiritual father and who led him into the life of asceticism and prayer. Although he wanted to enter the famous monastery of the Stoudion at the age of 14, his spiritual father had him wait until he turned 27. During this period of preparation, St. Symeon’s elder continued to counsel and guide him, preparing him gradually for the monastic life even in the midst of worldly cares. St. Symeon occupied himself with the management of a patrician’s household and possibly entered the service of his emperor as a diplomat and a senator. While ‘busy in the world’ he also strove to live a monk’s life in the evenings, spending his time in night vigils and reading the spiritual works of Mark the Hermit and Diadochus of Photike. One of his elder’s advice was, “if you desire to have always a soul-saving guidance, pay heed to your conscience and without fail do what it will instil in you”.
 
His writings grew out of his preaching and from the spiritual direction given to those under his charge. He is a writer sharing his experiences in prayer and the Triune. The monks of Mount Athos eagerly read his works today, in this Century’s spiritual renewal. His works are also being discovered by the Roman monasteries, as they start to comprehend to wealth and beauty of his writings and personal experience.
 
Bron: home.it.net.au

Tropaar [Toon 3]
Having received the Divine radiance in your soul, Father Symeon,
you showed yourself a most brilliant luminary in the world.
You scattered its dark madness
and convinced all men to seek what they lost,
the grace of the Holy Spirit.
Beseech Him fervently that He may grant us His great mercy.

Philokalia [ 11 ]

Uitspraken van de woestijnvader Abba Filemoon

In het tweede deel van de Philokalia is een tekst opgenomen over het leven van Abba Filemoon. Deze woestijnvader moet geleefd hebben na Arsenios de Grote, maar voor de verovering van Egypte door de Muzelmannen, dus ergens tussen 445 en 640. Hij spreekt veel over het Jezusgebed (”Heer Jezus Christus, Zoon van God, ontferm U over mij zondaar“), dat hij ook wel de ‘verborgen overweging’ of de ‘eenvoudige overweging’ noemt, als dé juiste houding om het hart te bewaken.

Want als onze ziel geniet van de beschouwing van het aanwezige Goed, wendt zij zich niet naar het genot dat de hartstochten teweegbrengen.
Er is dus geen andere weg naar de hemel dan die van de volmaakte stilte, van het ontvluchten van alle ondeugden, van de verwerving van alle goeds, van de volmaakte liefde tot God en van de verwantschap met Hem door heiligheid en rechtschapenheid. Wie dit alles bereikt heeft, zal spoedig ten hemel stijgen. Maar als men tot deze hoogte wil geraken, moet men zijn ledematen op aarde geheel en al versterven (Kol. 3:5). Want als onze ziel geniet van de beschouwing van het aanwezige Goed, wendt zij zich niet naar het genot dat de hartstochten teweegbrengen. Zij heeft zich afgekeerd van alle lichamelijke lusten om met zuivere, onbevlekte overdenking Gods verschijning in zich op te nemen. Grote waakzaamheid, lichamelijke hardheid en reinheid van ziel zijn nodig, wil God in ons hart Zijn woonplaats opslaan. Ook moeten wij Gods geboden nakomen zonder enige overtreding. Hij Zelf leert ons hoe we Zijn wetten feilloos kunnen onderhouden door Zijn eigen (goddelijke) daadkracht als zonnestralen in ons uit te storten door de Genade van de Geest die ons geschonken is.
 
vertaling: Christofoor Wagenaar (reeks monastieke cahiers, nr. 22)

monachos.net

Philokalia [ 12 ]

Symeon de Nieuwe Theoloog: drie manieren van bidden

De derde tekst van Symeon de Nieuwe Theoloog in de Philokalia (Deel IV) over drie manieren van bidden, wordt aan hem toegeschreven.

PrayerThere are three methods of prayer and attentiveness, by means of which the soul is either uplifted or cast down. Whoever employs these methods at the right time is uplifted, but whoever employs them foolishly and at the wrong time is cast down. Vigilance and prayer should be as closely linked together as the body to the soul, for the one cannot stand without the other. Vigilance first goes on ahead like a scout and engages sin in combat. Prayer then follows afterwards, and instantly destroys and exterminates all the evil thoughts with which vigilance has already been battling, for attentiveness alone cannot exterminate them. This, then, is the gate of life and death. If by means of vigilance we keep prayer pure, we make progress; but if we leave prayer unguarded and permit it to be defiled, our efforts are null and void.
Since, then, as we said, there are three methods of attentiveness and prayer, we should explain the distinctive features of each, so that he who aspires to attain life and wishes to set to work may with firm assurance select what suits him best; otherwise through ignorance he may choose what is worse and forfeit what is better.
 
Bron: innerlightproductions.com

Philokalia [ 13 ]

Hesaias de kluizenaar: over de bewaking van het verstand

bewakingHet oudste geschrift dat in de Philokalia is opgenomen, staat op naam van een zekere Hesaias de kluizenaar Men is het er nog steeds niet over eens wie deze Hesaias moet zijn geweest. Sinds 1899 gaat men er over het algemeen van uit dat hij een kluizenaar uit Gaza was die in 488 stierf. Volgens een andere opvatting gaat het hier om een andere Hesaias, namelijk die van de Sketis en dat zijn werkje (27 paragrafen) dateert van omstreeks 400.

‘Wanneer het verstand bevrijd is van elke hoop op de wereld van de zichtbare dingen, is dat een teken dat de zonde in u gestorven is.’
( … ) 8.Wanneer het verstand bevrijd is van elke hoop op de wereld van de zichtbare dingen, is dat een teken dat de zonde in u gestorven is.
 
9. Wanneer het verstand bevrijd is, verdwijnt het beletsel dat zich tussen hem en God bevindt.
 
10. Wanneer het verstand bevrijd is van al zijn vijanden en de sabbatsrust geniet, verkeert het in een nieuw tijdperk en schouwt nieuwe en onsterfelijke zaken.
15. Ik smeek u, laat uw hart zolang u in uw lichaam verblijft, toch niet onbewaakt. De boer kan er nooit zeker van zijn dat zijn akker enige vrucht zal dragen, want hij weet niet wat hem nog boven het hoofd hangt voordat hij alles in zijn schuur heeft opgeslagen. Zo mag ook de mens zijn hart niet onbewaakt laten zolang hij adem in zijn neus heeft. De mens weet niet met welke geestelijke hartstocht hij nog te maken zal krijgen voor zijn laatste ademtocht. Daarom mag hij zijn hart niet onbewaakt laten zolang hij ademt. Neen, hij moet altijd tot God roepen om hulp en om Zijn barmhartigheid. ( … )
 
vertaling: Christofoor Wagenaar ocso (reeks monastieke cahiers nr. 22)

meer (engelstalige) teksten van de woestijnvaders

Philokalia [ 14 ]

Gregorios Palamas (1296-1359)

Gregorios Palamas sluit de Philokalia (Deel IV) af met zes geschriften. Hij is vooral bekend geworden door zijn dispuut met de monnik Barlaam over het Ongeschapen Licht. Zijn betekenis voor de Orthodoxie is zo groot dat de Kerk de Tweede Zondag in de Grote Vasten de Zondag van Gregorios Palamas genoemd heeft.

PalamasContrary to Barlaam, Gregory asserted that the prophets in fact had greater knowledge of God, because they had actually seen or heard God himself. Addressing the question of how it is possible for humans to have knowledge of a transcendent and unknowable God, he drew a distinction between knowing God in his essence (in Greek, ουσια) and knowing God in his energies (in Greek, ενεργειαι). He maintained the Orthodox doctrine that it remains impossible to know God in his essence (God in himself), but possible to know God in his energies (to know what God does, and who he is in relation to the creation and to man), as God reveals himself to humanity. In doing so, he made reference to the Cappadocian Fathers and other early Christian writers.
 
Bron: orthodoxwiki.org

Tropaar [Toon 8]
O light of Orthodoxy, teacher of the Church, its confirmation,
O ideal of monks and invincible champion of theologians,
O wonder working Gregory, glory of Thessalonica and preacher of grace,
always intercede before the Lord that our souls may be saved.
 
Kondaak [Toon 8]
Holy and divine instrument of wisdom,
joyful trumpet of theology,
together we sing your praises, O God-inspired Gregory.
Since you now stand before the Original Mind,
guide our minds to Him, O Father,
so that we may sing to you: “Rejoice, preacher of grace.”

St. Gregory Palamas Cathedral, Thessaloniki, Greece, where the saint’s holy relics are enshrinedGregory further asserted that when the Apostles Peter, James and John witnessed the Transfiguration of Jesus Christ on Mount Tabor, that they were in fact seeing the uncreated light of God; and that it is possible for others to be granted to see that same uncreated light of God with the help of repentance, spiritual discipline and contemplative prayer, although not in any automatic or mechanistic fashion.
 
He continually stressed the Biblical vision of the human person as a united whole, both body and soul. Thus, he argued that the physical side of hesychastic prayer was an integral part of the contemplative monastic way, and that the claim by some of the monks of seeing the uncreated light was indeed legitimate. Like St. Simeon the New Theologian, he also laid great stress in his spiritual teaching on the vision of the divine light.
 
Bron: orthodoxwiki.org

werken van Gregorios Palamas in de Philokalia (Deel IV)
To the Most Reverend Nun Xenia
A New Testament Decalogue
In Defence of Those who Devoutly Practise a Life of Stillness
Three Texts on Prayer and Purity of Heart
Topics of Natural and Theological Science and on the Moral and Ascetic Life: 150 Texts
The Declaration of the Holy Mountain in Defence of Those who Devoutly Practice a Life of Stillness

Philokalia [ 15 ]

Philotheos van de Sinaï over boosheid

Het derde deel van de Philokalia begint met een tekst van Philotheos van de Sinaï over de waakzaamheid van het hart.

De ziel wordt door de geesten van de boosheid met muren en wallen omsloten en geboeid met de ketenen der duisternis. Het donker om haar heen belet haar te bidden zoals zij wil. Zij ligt in het verborgene geboeid, haar inwendige ogen kunnen niet zien. Wanneer zij nu een aanvang maakt met te bidden tot God en door het Jezusgebed nuchter te zijn, dan zal zij door het Jezusgebed van het donker verlost worden. Op een andere manier komt ze er niet vanaf.
 
Zo komt de ziel erachter dat er binnen in het hart een andere worsteling, een andere tegenstand en een andere oorlog bestaat, die van de geesten der boosheid in de gedachten, zoals trouwens de heilige Schriften getuigen. Zij zeggen immers: “Als een machtige geest u overweldigt, gun hem uw plaats niet.” De plaats van het verstand nu is zijn bevestiging in de deugd, dus de nuchterheid. Want men kan bevestigd zijn in de deugd, maar ook in de ondeugd. Er staat immers:”Gelukkig de man die niet naar de vergadering der goddelozen gaat en niet blijft staan op de weg er zondaars” (Psalm 1). En de Apostel zegt: “Houdt stand, uw lendenen omgord met waarheid.”(Ef. 6:14)
 
Bron: Monastieke Cahiers nr. 22, Bonheiden, vertaling: Christofoor Wagenaar

Philokalia [ 16 ]

gelezen: Gedachtig zijn aan de dood en het oordeel
uit: Filokalia, het innerlijk gebed door Alla Selawry

I want it all and I want it now! Pluk de dag! Geniet ieder moment!
Wie herkent de geloofsartikelen van de hedonist niet? Een welvarende wereld als de onze brengt in de eerste plaats hedonisten voort.

Gij zult gelukkig zijn
Gij zult genieten

Ooit werden we in onze genotszoekerij afgeremd door de gedachte aan de dood. In de Middeleeuwen was de dood veel concreter aanwezig dan in onze tijd, ze lag letterlijk op straat. De rijke burgers uit de Renaissance konden zich terugtrekken in artificiële paradijzen: paleizen volgepakt met zintuigelijke prikkels die het leven vulden met plezier. Tyrannen, keizers en koningen hadden overigens nooit anders gedaan, maar in de Renaissance werd het door de toegenomen welvaart voor de rijke burgers ook mogelijk om te leven als vorsten. Vandaar dat we de geest van de Renaissance nu typeren als carpe diem en de geest van de Middeleeuwen als memento mori. We zijn zelfs geneigd om het momento mori als primitief te beschouwen en het carpe diem als verstandig. Want de dood komt toch wel en het is dom om daar voortdurend aan te denken als je nu van ieder moment genieten kunt.

Toch biedt de gedachte aan de dood toegang tot een inzicht dat we in onze jacht op het genot nooit zullen vinden. De woestijnvaders spraken hierover. In de Philokalia, een verzameling geestelijke teksten wordt veel over de gedachte aan de dood gesproken, omdat deze zo vruchtbaar is voor het geestelijke leven. Nil Sorski zei zelfs:

Zoals de hongerige
denkt aan brood
zo denke de zoeker
naar heil aan de dood
Laten we eraan denken hoe onverwacht en plotseling de dood ons overvalt; hoe vergankelijk alle aardse waarden zijn. Kort is onze levensweg, nauwelijks een wandeltocht te noemen, want de wandelaar gaat waarheen hij wil en verblijft zolang hij wil in een herberg. Wij moeten echter, of we willen of niet, deze wereld op afroep verlaten; zonder dat we het willen, achterhaalt ons het vreselijke geheim van de dood. Moeizaam maakt de ziel zich los van het lichaam, verbreekt zij door de natuur gegeven banden. In dit bittere uur ziet zij wat sterven betekent en heft een grote klacht aan – maar niemand kan haar nu helpen, behalve God en haar eigen goede daden.
Johannes Chrysostomos
de gedachte aan de dood
Gedenk te sterven
Ons lichaam wordt stof, verrot en vergaat. De ziel echter staat het onveranderbare, gerechte oordeel van God te wachten. Zolang de mens achteloos leeft, vreest hij het uur van de dood; komt hij dichter bij God, dan vreest hij Zijn oordeel; bij de gevorderde doet echter de liefde zowel de eerste als de tweede vrees verdwijnen.
Isaac de Syriër
 
Bron: Filokalia, het innerlijk gebed door Alla Selawry

Philokalia [ 17 ]

gelezen: de 27 Logoi van Abbas Hêsaias de Kluizenaar

bewakingAbbas Hêsaias de Kluizenaar was een kluizenaar uit de vijfde eeuw en leefde in Gaza. Er is niets over hem bekend, maar de samenstellers van de Filokalia kozen zijn 27 Logoi (in sommige versies 29) als de opening van deze compilatie van vaderteksten. De Logoi gaan over de waakzaamheid van de nous (het “oog van het hart”, vaak vertaald met het “verstand” of het “intellect”). Het onderscheiden van deugd en ondeugd met onze nous en de beoefening van de deugden en de strijd tegen de hartstochten, is typerend voor de psychologie van de woestijnvaders. Evagrios van Pontus wordt als de grondlegger gezien van de christelijke deugdenleer die ook in de 27 Logoi van Hêsaias de Kluizenaar centraal staat.

Het vrome en Godminnende gedachteleven is heer over de hartstochten, zegt men.

Abbas Hêsaias de Kluizenaar

Het huidige tijdsgewricht heeft behoefte aan gebed, zoals winden, hoge golven en springvloeden veroorzaakt door stormen aan een stuurman. We zijn kwetsbaar voor de aanval van gedachten van deugd of ondeugd. Het vrome en Godminnende gedachteleven is heer over de hartstochten, zegt men. Wij, stilteminnende kluizenaars, behoren met scherpzinnigheid en wakker van geest deugd en ondeugd te onderscheiden en uit elkaar te houden, en te weten welke deugden wij moeten beoefenen als broeders of vaders aanwezig zijn. Ook moeten wij weten welke de voornaamste deugd is en welke de tweede en de derde; welke hartstocht de ziel en welke het lichaam betreft, welke deugd eigen is aan de ziel, welke aan het lichaam. Ook vanuit welke deugd de hoogmoed het verstand een kaakslag geeft en uit welke ijdelheid voortkomt, vanuit welke de woede nadert en uit welke de vraatzucht voortkomt. Wij moeten immers “(slechte) gedachten en elke hoogmoedige gedachte die zich verheft tegen de kennis van God neerhalen.” (2 Kor. 10:5)
 
Bron: Abbas Hêsaias de Kluizenaar logoi 24 (vert. Chr. Wagenaar, osco)

Philokalia [ 18 ]

opnieuw gelezen: De weg van een pelgrim

de weg van een pelgrimNa bijna twintig jaar las ik afgelopen week weer het verhaal van een Russische pelgrim. Het is een klein en eenvoudig boekje dat ergens tussen 1853 en 1863 geschreven moet zijn. Het manuscript werd jarenlang in een klooster bewaard voordat het in 1884 in Kazan gepubliceerd werd. Buiten Rusland bleef het onbekend. Pas in 1930 verscheen een Engelse vertaling. Na de oorlog kwam er ook een Nederlandse vertaling.

De anonieme pelgrim verhaalt over zijn belevenissen op zijn pelgrimstocht door Siberië maar vooral over de kracht van het Jezusgebed (“Heer Jezus Christus, Zoon van God, ontferm U over mij, zondaar”) Het enige dat de pelgrim in zijn ransel met zich meedraagt zijn een Bijbel en een exemplaar van de Philokalia.

Repin
Ilya Repin twee pelgrims
Heer Jezus Christus
Zoon van God
ontferm U over ons!

De Philokalia is een verzameling geestelijke geschriften die tussen de vierde en veertiende eeuw (in het Grieks) geschreven zijn en in de achttiende eeuw door de heilige Nikodimos van de berg Athos gebundeld zijn. Nikodimos‘ tijdgenoot, de Russische monnik Paisius Velichkovsky maakte een vertaling in het Kerkslavisch onder de naam ДОБРОТОЛЮБИЕ. In de negentiende eeuw verschenen Russische vertalingen van Ignatius Brianchaninov (1857) en Theophan de kluizenaar (1877). Deze zorgden voor een opleving van het hesychasme in het tsaristische Rusland. Het boekje De weg van een pelgrim maakt deze opleving heel concreet en persoonlijk.

The two levels of The Way of a Pilgrim, the prayer method and the life of the wandering hermit, give readers of either disposition entry to fresh approaches to prayer and to eremitism. The authenticity of the homeless wanderer is well sustained by his simplicity of belief and practice. Whether the reader is prompted to incorporate the Philokalia into a short list of religious classics or to count the narrative as a heartfelt testimony of the eremeticall life, The Way of a Pilgrim has universal appeal. The work complements and extends the traditions of spiritual simplicity while confirming the simplicity and insightfulness of the hermit life.
 
Bron: hermitary.com

het innerlijk gebed in de Philokalia
1. Nicephorus: Over de waakzaamheid van het hart
2. Gregorius van de Sinaï: over gedachten, hartstochten en deugden
3. Simeon de Nieuwe Theoloog: over de drie vormen van gebed
4. Simeon de Nieuwe Theoloog: over het geloof
5. Calistus en Ignatius: aanwijzingen voor hesychasten

Three Stages In the Practice of the Jesus Prayer