Categorie archief: geschiedenis

virtueel reizen met Geert [ 2 ]

gelezen: Reizen zonder John (2012) van Geert Mak
Ontario – Detroit – Chicago

In 2010 volgde Geert Mak opnieuw de reis die John Steinbeck precies een halve eeuw eerder met zijn hond Charley dwars door de Verenigde Staten maakte. Travels with Charley verscheen in 1962, Reizen zonder John in 2012. Sindsdien zullen honderden (wellicht duizenden) lezers na het lezen van een van deze boeken (of beide boeken) deze reis zelf ook gemaakt hebben. Ik heb besloten thuis te blijven en de reis from coast to coast virtueel na te reizen. In mijn bagage zitten de kaarten uit de serie The Making of America (1982-1988) en Google streetview.
Deel 2: Ontario – Detroit – Chicago

De route vanuit het Noorden van Maine, New Hampshire, Vermont en de staat New York (ca 1350 km) wordt in reizen zonder John heel kort beschreven. Halverwege dit lange traject langs de Amerikaanse Noord-Oost grens wordt Lancaster (New Hampshire) aan de Connecticut River een stop gemaakt. Steinbeck logeerde er in een soort spookmotel. Geert Mak kan het niet meer terugvinden.

route
Vanuit het Noorden van Maine reist Steinbeck naar Niagara Falls

dogging steinbeckWel ontdekt hij in Lancaster dat hij niet de enige is die John Steinbeck precies 50 jaar later achterna reist. Hij ontmoet er Bill Steigerwald, een journalist uit Pittsburgh, die net als Mak een boek wil schrijven over Steinbeck’s reis uit 1960. Dogging Steinbeck verscheen net als Reizen zonder John in 2012, maar Steigerwald gaat het meer om de reconstructie van Steinbeck’s reis die hij zo exact mogelijk probeert te doen. Maar net als Mak stelt hij zich daarbij de vraag: wat is er sinds die reis in 1960 allemaal veranderd in het land?

travelswithaceOok Steigerwald en Mak blijken weer niet de enigen met het idee om Steinbecks reis door de Verenigde Staten een halve eeuw later na te reizen. John Woestendiek, een oud-journalist van The Baltimore Sun reist Steinbeck achterna samen met zijn hond Ace achterna. Dus heet zijn verslag logischerwijze Travels with Ace. (op zijn blog travelswithace.com)

Op bladzijde 149 bereiken we langs de US 90 Highway vanuit Albany de stad Buffalo aan Lake Erie. Vervolgens bezoekt Steinbeck Niagara Falls op de grens van de staat New York en Canada. Van mij had dit toeristische uitstapje niet gehoeven. Liever had ik een tussenstop gezien in Albany. Daar had Mak kunnen vertellen over de Nederlandse wortels van deze strategische stad aan de Hudson. Namen van plaatsen rond Albany zoals Rensselaer, Rotterdam en Amsterdam herinneren ons daar nog altijd aan.

En Steinbeck/Mak hadden Cooperstown kunnen bezoeken, de plaats van James Fenimore Cooper begraven ligt, de schrijver van De laatste Der Mohikanen. Hij had ons kunnen vertellen over het Erie Canal dat in 1825 geopend werd en zo’n belangrijke rol heeft gespeeld in de ontsluiting van het Great Lake district en de kolonisatie van het Westen. De film How the West was won (1962) begint niet voor niets met de opening van dit 584 km lange kanaal dat de Hudson (Albany) verbindt met Lake Erie (Buffalo).

Maar Geert reist zonder John, dus jakkert hij Rocinante achterna naar Niagara Falls. Steinbeck had langs de noordzijde van Lake Erie door Canada naar Detroit willen rijden, maar zijn hond Charley was niet gevaccineerd en bij terugkeer in de VS had dit veel problemen kunnen geven. Dus reed Steinbeck tegen zijn zin langs de zuidzijde van Lake Erie. Gelukkig hoeft Geert Mak zich niet te laten weerhouden de oorspronkelijk geplande route van Steinbeck door Ontario te nemen. Een mooie gelegenheid ook om het cultuurverschil tussen de Verenigde Staten en Canada te ervaren. Nadat hij de Niagara River is overgestoken en in Canada is, voelt hij dat verschil onmiddellijk. Hoewel Canada allang geen Britse kroonkolonie is, ademt de noordzijde van Lake Erie een Britse sfeer. Niet alleen zijn er Engelse pubs waar de union jack hangt, maar ook de plaatsnamen verwijzen naar het moederland, met London en Windsor als duidelijkste voorbeelden.

Fort Erie
Fort Erie tegenover Buffalo was een belangrijke Britse vesting in de Oorlog van 1812.

Bij zijn bezoek aan Fort Erie duikt Mak weer de Amerikaanse geschiedenis in, want deze Britse versterking in de oostelijke hoek van Lake Erie tegenover Buffalo speelde een grote rol in de “vergeten” Oorlog van 1812, voor veel Amerikanen ook wel gezien als “de Tweede Onafhankelijkheidsoorlog”. Met de Vrede van Gent op 24 december 1814 kwam er een einde aan de oorlog met de Engelsen en de Verenigde Staten stonden vanaf dat moment definitief op eigen benen. Vanaf dat moment werden de VS meer de VS en Canada meer Canada.

En dat verschil is gebleven. Als je langs de noordzijde van Lake Erie reist, zie je een ander Amerika dan aan de zuidzijde. Tijdens zijn uitstapje in Canada leert Geert Mak ons dus weer wat meer over de Verenigde Staten. Het deel van Ontario dat tussen de Lake Erie en Lake Huron ligt, is het Zuidelijkste deel van Canada. De stad Windsor (tegenover Detroit) ligt op 42 graden NB (dus bijna op dezelfde hoogte als Rome) en is de enige Canadese stad waar je naar het noorden moet reizen om de VS in te komen.

Dat doet Geert Mak dan ook. Hij neemt de Detroit Windsor Tunnel onder de Detroit River en komt aan in een desolaat Detroit. Als je in Windsor aan de Canadese kant van de Detroit River staat, lijkt Detroit nog altijd een welvarende Amerikaanse stad. Het Renaissance Centre, een imposante cluster wolkenkrabbers en tevens het hoofdkwartier van General Motors tekent zich trots af aan de skyline van downtown Detroit.

skyline Detroit
Skyline van downtown Detroit gezien vanuit Windsor (Canada)

Maar als je aan de overkant uit de tunnel komt, bevind je je ineens in een relatief verlaten stadscentrum. “De stad lijkt te slapen” schrijft Mak. Maar het is 7 oktober 2019, donderdag 11.30. Geen zondagmorgen 7.00 uur. De bladzijden die volgen (blz. 179-202) hebben mij bijzonder geraakt. Mak beschrijft een soort post-apocalyptische stad met leegstaande hoge gebouwen waar struiken in groeien, met moestuintjes in het central business district en een dramatische leegstand, armoede en criminaliteit. De teloorgang van Detroit is synoniem met de teloorgang van de Amerikaanse auto-industrie. Hoe heeft het ooit zover kunnen komen?

Het blijkt alles te maken te hebben met de Amerikaanse droom, met het chroom en de staartvinnen van de Chevy’s, Pontiacs en Cadillacs die deze droom in de jaren vijftig representeerden. Bij de Amerikaanse auto ging het vooral om de buitenkant, om het imago. Wat er onder de motorkap zat, hield de Amerikaanse consument niet zo bezig. En de industrie leverde daarom vooral auto’s af waar je indruk mee kon maken. De Amerikaanse droom was bedwelmend, zowel voor de consument als producent, en zo zag men in Detroit te laat dat de Japanse, Koreaanse en Europese auto-industrie heb links en rechts had ingehaald met auto’s die niet alleen beter presteerden maar ook nog eens veel minder brandstof gebruikten. Toen General motors wakker werd voor de concurrentie uit het Verre Oosten en Europa, was het al te laat. Met dramatische gevolgen voor de stad Detroit. In 1950 waren er nog bijna tweemiljoen inwoners en nu zijn het er nog maar 640.000. Meer dan tweederde van de inwoners is vertrokken. De huizen zijn er bijna niets meer waard.

Vanuit Detroit gaat de reis verder door de glooiende korenvelden van Michigan. Overal komt Geert Mak Nederlandse bedrijfsnamen tegen: Hoekstra, Ritsema, Van Deck. In Kalamazoo, een stad van 73.000 inwoners, wordt een stop gemaakt. Mak logeert in een huis uit 1886. Hij spreekt met de eigenaar die hem vertelt over de geschiedenis van Kalamazoo. Het stadje heeft Nederlandse wortels. Looking Back – A Pictural History of Kalamazoo staat vol nostalgische foto’s waarbij ook weer de Nederlandse namen opvallen: de ijzerhandel van de familie Kersen, de hoefsmederij van Arend Bos, de saloon van Arnold van Loghem en de broodfabriek van Jan Brink. Allemaal Nederlandse immigranten aan het begin van de twintigste eeuw.

Kalamazoo
Looking Back – A Pictural History of Kalamazoo

Geert Mak bezoekt op zondag een kerkdienst van de Netherlands Reformed Church. Het is helemaal vertrouwd, alleen wordt er al honderd jaar Engels gesproken, maar je waant je er in een zware gemeente de Alblasserwaard of in de jaren vijftig. De vrouw van de koster stopt de schrijver een Wilhelmina-pepermunt toe. “Waar ben ik eigenlijk?” besluit hij zijn bezoek aan Kalamazoo.

Tijdens zijn reis vermeed Steinbeck zoveel mogelijk de grote steden, maar in Chicago had hij in een hotel afgesproken met zijn vrouw Elaine. Op bladzijde 214 begint Mak zijn verslag aan de derde stad (na New York en Los Angeles) van de Verenigde Staten. De naam Chicago, zo leert hij ons, is afgeleid van een indiaans woord voor “wilde knoflook” en is pas in 1830 gesticht. In 1890 woonden er al een miljoen mensen. Het laat zien hoe belangrijk in de negentiende eeuw het Eriekanaal moet zijn geweest, de strategische verbinding tussen de Hudson River en Lake Erie. Toen het kanaal in 1825 geopend werd, moest de nederzetting aan Lake Michigan nog gesticht worden.

Chicago 1871
Op 8 en 9 oktober 1871 verwoestte een grote brand het centrum van Chicago. Uit de as verrees in 1884 de eerste wolkenkrabber ter wereld. Chicago werd zo de bakermat van de superhoge gebouwen.

De geschiedenis van de stad Chicago is ook de geschiedenis van de wolkenkrabber, een fenomeen dat tegenwoordig de skyline van elke wereldstad bepaalt. De wolkenkrabber werd mogelijk gemaakt door een ramp en een uitvinding. De ramp was de grote stadsbrand die Chicago op 8 en 9 oktober 1871 trof. De uitvinding was de elektrische tractielift door Friedrich Kroepe in 1877. In 1884 verrees in Chicago het Home Insurance Building, de allereerste wolkenkrabber ter wereld, ontworpen door William Jenney. Het gebouw telde tien verdiepingen en was “slechts” 42 meter hoog. Menige toren of kathedraal stak daar dus met gemak bovenuit. Maar het Home Insurrance Building was niet baanbrekend vanwege zijn hoogte, maar vanwege zijn bouwprincipe. De kern van iedere wolkenkrabber is het stalen skelet als dragende constructie. Doordat de muren het gebouw niet meer hoeven te dragen, kon nu voor de hoogte worden gekozen. De sky werd the limit. En daarmee werd de wolkenkrabber, net als de staartvinnen van de Cadillac, een symbool, van The American Dream en bepalend voor ons beeld van Amerika

virtueel reizen
Mijn virtuele reismiddelen

Volgende keer: Minnesota – Wisconsin – North Dakota

virtueel reizen met Geert [ 1 ]

gelezen: Reizen zonder John (2012) van Geert Mak
New England – van Sag Harbour (Long Island, NY) naar Maine

In 2010 volgde Geert Mak opnieuw de reis die John Steinbeck precies een halve eeuw eerder met zijn hond Charley dwars door de Verenigde Staten maakte. Travels with Charley verscheen in 1962, Reizen zonder John in 2012. Sindsdien zullen honderden (wellicht duizenden) lezers na het lezen van een van deze boeken (of beide boeken) deze reis zelf ook gemaakt hebben. Ik heb besloten thuis te blijven en de reis from coast to coast virtueel na te reizen. In mijn bagage zitten de kaarten uit de serie The Making of America (1982-1988) en Google streetview.
Deel 1: New England – van Sag Harbour (Long Island, NY) naar Maine

Net als In Europa noemt Geert Mak Reizen zonder John een “inspectietocht”. Het is een reis langs vele plaatsen, maar vooral ook een reis door de geschiedenis. Maar steeds is er weer die vraag naar de stand van zaken. Hoe ligt het land erbij? Wat was er (ook alweer) gebeurd en hoe gaat het nu? Een verschil met In Europa is dat Reizen zonder John een reconstructie is van een reis, namelijk die van John Steinbeck in het najaar van 1960. Mak reist precies een halve eeuw later deze reis na. Hij blijkt niet de enige. In New England ontdekt hij nog een journalist die Steinbeck’s reis op de dag nauwkeurig nareist en daardoor komen ze elkaar ook verschillende keren tegen tijdens de duizenden mijlen lange reis die begint in Sag Harbour (NY) op Long Island.

virtueel reizen
virtueel reizen door New England

John Steinbeck gaf zijn boek de ondertitel In search of America mee en Mak neemt deze ondertitel over voor Reizen zonder John – op zoek naar Amerika. Het is een zoektocht naar het Amerika van nu (1960 en 2010), maar ook een zoektocht naar de Amerikaanse identiteit, die dus onvermijdelijk een tocht door de Amerikaanse geschiedenis wordt. Deze begint voor de Engelsen in 1607 met het stichten van de eerste kolonies in Virginia, de vestiging van de Pilgrims op Plymouth Rock in Massachusetts in 1620 en de vestiging van Nieuw-Amsterdam op Manhattan door de Nederlanders in 1624. De rol van de Fransen, Spanjaarden, Zweden, Denen, Duitsers en Russen in Noord-Amerika wordt hier en daar even aangestipt.

Reizen zonder John is een heerlijk boek. Het is goed geschreven, onderhoudend en leest als een trein. Of als Rocinante. John Steinbeck had het voertuig waarmee hij zijn reis door de VS maakte de naam gegeven van het paard van Don Quichote. Het eerste deel van de reis door New England jakkert hij maar door, soms 500 mijl op een dag. In dat tempo vliegt het land aan je voorbij. Zo vlot leest Reizen zonder John vaak ook, maar de reisimpressies worden in een aangenaam ritme afgewisseld met beschouwingen over de Amerikaanse geschiedenis en politiek.

Geert Mak merkt op dat “het verhaal van de Verenigde Staten” uiteenvalt in vele verhalen, te beginnen met dat van de Engelsen, Fransen, Spanjaarden en andere Europese volkeren die zich hier sinds de 17e eeuw vestigden. Maar dat niet alleen, het is ook verhaal van de inheemse Amerikaanse bevolking, de ontelbare indianenstammen die het reusachtige grondgebied van Noord-Amerika bevolkten. En het is het verhaal van de zwarte Amerikanen, de Afrikaanse slaven en hun nakomelingen. Je kunt Amerika vanuit al deze invalshoeken bekijken en telkens vallen je weer heel andere dingen op.

Het eerste deel van de reis gaat door New England, waar naast Virginia in het Zuiden, de eerste koloniën gevestigd werden: Massachusetts voorop. De overtocht per veerboot gaat vanuit Sag Harbour op Long Island naar Connecticut. Vandaaruit reist Geert Mak naar Deerfield in Massachusetts dat al in 1669 gesticht werd. Deerfield is een soort openluchtmuseum waar je ruim 300 jaar teruggaat in de tijd. Veel huizen dateren nog uit de achttiende eeuw. Net als Williamsburg in Virginia is Deerfield een aangewezen plek om te vertellen over koloniaal Amerika (1607-1776), een periode die 170 jaar geduurde heeft.

historic deerfield
Deerfield in Massachusetts werd in 1669 gesticht en was getuige van King Philip’s War in 1675, waarbij kolonisten en indianenstammen elkaar naar het leven stonden. In 1704 ondernamen 300 Pocomtuc-indianen een strafexpeditie waarbij een deel van Deerfield werd uitgemoord. Nog altijd is er in Deerfield een getuige van deze tragedie: een deurpost met sporen van bijlslagen.

Een historische rondreis door de Verenigde Staten zou daarom in Deerfield of Williamsburg moeten beginnen. Omdat Steinbeck via een noordelijke route naar de Westcoast reisde, begon hij zijn reis niet in Virginia maar in New England. Geert Mak reist hem na over drie sporen: het historische (wat is er allemaal gebeurd?), de actualiteit (hoe staat het land er nu voor?) en het biografische (hoe verging het John Steinbeck tijdens zijn reis?) Mak heeft zich voor dat laatste spoor intensief ingelezen en heeft heel wat Steinbeck-archieven afgereisd. En die liggen niet alleen in zijn geboorteplaats Salinas (CA) of op zijn laatste werkplek Sag Harbour, maar overal verspreid. Mak kent de verschillende manuscripten van Travels with Charley en heeft de brieven van Steinbeck naar zijn vrouw (die zich in het Steinbeck Museum in Salinas bevinden) allemaal gelezen. Zo kan hij de verdichtsels van Steinbeck in de definitieve versie van Travels with Charley vaak nauwkeurig aanwijzen.

historic deerfield
Deerfield in Massachusetts

Voor veel Amerikanen is Amerika nog altijd God’s own country, een overtuiging die ze geërfd hebben van de eerste kolonisten uit de 17e eeuw. Dit waren meestal Engelse protestanten die in de Nieuwe Wereld van Noord-Amerika het Beloofde Land aan de overzijde van de oceaan zagen dat God hen persoonlijk gegeven had. Een van de eerste kronieken over de Engelse kolonies in Noord-Amerika heeft als titel Wonder-working Providence of Zion’s Saviour (1650) van Edward Johnson. Daaruit spreekt de overtuiging dat Amerika een wonderbaarlijk geschenk uit de hemel is. Het exceptionalism heeft zich sindsdien genesteld in het hart van de Amerikaanse identiteit.

New England
Wonder-working Providence of Zion’s Saviour (1650) en kaart van New England (1628-1651)

Geert Mak somt de (protestantse) religieuze groeperingen op die zich in New England gevestigd hebben: puriteinen, methodisten, presbyterianen, brownisten en shakers.

Omdat ik Travels with Charley niet gelezen heb en de biografie van Steinbeck mij niet echt interesseert, is het biografische spoor over Steinbeck voor mij het minst interessant. Het boeiendste vind ik toch het eerste spoor, de Amerikaanse geschiedenis en de zoektocht naar de Amerikaanse identiteit. Het tweede spoor, de actualiteit die vaak over de Amerikaanse politiek en economie gaat, is zeker ook interessant, maar hier kijken we voornamelijk door Mak’s brillenglazen en dat betekent een uitgesproken politieke voorkeur (pro-Democrats). Dat is ook de reden dat de uitgever van Steinbeck in 1961 veel politieke beschouwingen uit het manuscript weggelaten zodat Travels with Charley een reisboek kon zijn voor een breed publiek en niet alleen interessant voor Steinbeck’s eigen (rode) parochie.

Reizen zonder John is ook een boek dat uitnodigt om weer andere boeken te gaan lezen. Vaak wordt verwezen naar standaardwerken, sociologische studies en boeken over de Amerikaanse geschiedenis, politiek, economie en cultuur. En ook een aantal Amerikaanse romans die een bijzonder licht werpen op een typisch Amerikaans fenomeen (zoals Main Street), passeren de revue. In een literatuurlijst achterin het boek kunnen we al deze (Amerikaanse) titels vinden. Ook hier wordt er van de politieke voorkeur geen geheim gemaakt. Lezers die de progressieve opvattingen van Mak niet delen, kan deze uitgesproken politieke voorkeur soms tegen gaan staan. Maar als verteller blijft Geert Mak de ideale geschiedenisleraar. Hij is absoluut een fenomeen.

sociologische studies
The Loneley Crowd – A study of the Changing American Character (1950)
van David Riesman en
Pursuit of Loneliness – American Culture at the Breaking Pount (1976)
van Philip Slater zijn twee bekende sociologische studies waar Geert Mak naar verwijst tijdens zijn traject door New England. De studie van Riesman wordt aangehaald bij het eerste Amerikaanse televisiedebat uit de geschiedenis tussen Nixon en Kennedy op 26 september 1960. Dit debat maakte op een avond niet alleen duidelijk dat de televisie de radio voorgoed had verdrongen maar ook dat beeldvorming allesbepalend was geworden voor het electoraat ten koste van de inhoud van het debat. Sindsdien is democratie een mediacratie geworden. Philip Slater analyseerde in zijn sociologische studie o.a. de geest van het Amerikaanse exceptionalisme.

Reizen met Charley
1 Travels with Charley
2 Reizen met Charley
3 Reizen zonder John

Volgende keer: van Niagara Falls via Canada en Detroit naar Chicago

Zwanenzang

Na 40 jaar herlezen: De jacht (1981) van Christin en Bilal

Begin jaren tachtig, rond mijn zeventiende, las ik graag strips voor volwassenen (het begrip graphic novel was toen nog niet in zwang.) Ik kocht het stripblad Wordt Vervolgd, de Nederlandse versie van A Suivre met tekenaars als Tardi en Manara en het underground stripblad 1984 met vooral Amerikaanse tekenaars. In 1980 was het roze van de bloemenkinderen vervangen door het zwart van de punkers. Het was geen vrolijke tijd, en mijn rijpingsproces van puber tot adolescent ging hand in hand met het lezen van zwartgallige stripverhalen met weinig hoop voor de mensheid. De zure regen leek niet alleen te zijn neergeslagen op de bomen. Ook de tijdgeest had een hoge zuurgraad bereikt.

dejacht1983De van Bosnische afkomst Franse striptekenaar Enki Bilal was een van mijn helden onder de striptekenaars. Eind jaren zeventig had hij samen met scenarist Pierre Christin (bekend van Ravian) naam gemaakt met een viertal verhalen in de reeks Er was eens een voorbijganger. Het waren sprookjesachtige verhalen (zoals het dorpje dat ging vliegen en het schip van steen), maar door het engagement van scenarist Pierre Christin was er altijd een politieke ondertoon. In het vierde deel uit deze serie De falangisten van de zwarte orde (1979) is het sprookjeselement helemaal verdwenen en staat de politiek op de voorgrond. Ook het vijfde en laatste deel De jacht (1981) is een verhaal over communisten, maar nu verplaatst naar Oost-Europa. In de jaren zeventig was de USSR een vermolmde dictatuur geworden, bestuurd door apparatsjiks die er net zo levend uitzagen als het gebalsemde lijk van Lenin. Het rijk viel nog net niet uiteen doordat bejaarde leiders de touwtjes strak en krampachtig in handen hielden.

In 1980 was de Sovjet-Unie volledig vermolmd en werd het kunstmatig in leven gehouden. In november 1982 overleed Leonid Brezjnev die werd opgevolgd door Joeri Andropov. Een tussenpaus want deze hield het maar anderhalf jaar vol en werd in 1984 opgevolgd door Konstantin Tsjernenko. Maar ook zijn leiderschap was geen geslaagde poging tot reanimatie van de USSR. Pas met Mikhail Gorbatsjov in 1985 zou de Sovjet-Unie uit zijn slaap ontwaken. In plaats van mummies kwam er nu een levende persoon aan de macht die direct inzag dat er hervormingen nodig waren. Gorbatsjov stelde zich open voor de rest van de wereld en werd door TIME magazine tweemaal uitgeroepen tot person of the year, in 1987 en in 1989. Glasnost en Perestrojka staan nog steeds in de Dikke Van Dale.

Toen Christin De Jacht schreef, was Brezjnev nog in leven en moesten de drie laatste leiders van de Sovjet-Unie nog aantreden. De Jacht is geschreven vanuit een grafstemming. Het is het verhaal over een clubje grauwe aparatsjiks uit diverse Oost-Europese landen dat een jachtpartij heeft georganiseerd in Polen. In hun midden is de bejaarde Rus Wassili Tsjevtsjenko die in zijn jeugd Lenin persoonlijk gekend heeft en een belangrijke rol heeft gespeeld in de geschiedenis van de Sovjet-Unie. Hij geniet daardoor een groot prestige bij zijn kameraden. Bilal weet als geen ander zure koppen te tekenen. Vergeleken bij het portret van Wassili Tsjevtsjenko is de foto van de oude Schopenhauer nog het zonnetje in huis. Het zuur druipt eraf. Tsjevtsjenko is een metafoor van de Sovjet-Unie: een man die op zijn laatste benen loopt, verbitterd en cynisch over de socialistische heilstaat.

Na 40 jaar is het een vreemde ervaring om De Jacht opnieuw te lezen. Natuurlijk, ik ben zelf 40 jaar ouder geworden en bekijk de wereld anders. Maar de wereld is ook enorm veranderd. De Sovjet-Unie is al 32 jaar geschiedenis. Hoe hebben grijze muizen in een tijd van globalisering zolang de macht in handen kunnen houden? De Jacht laat daar iets van zien. Het was mogelijk omdat de Sovjet-Unie en haar satellietstaten in Oost-Europa een rigide en in zichzelf gekeerde dictatuur was. De socialistische revolutie die per decreet verheerlijkt moest worden, vrat uiteindelijk ook haar eigen kinderen op. Christin was in 1980 wakker genoeg om dit rake portret van een verrotte dictatuur te beschrijven. Bilal heeft het zwart en troosteloos geïllustreerd.

De Jacht [nl.wikipedia.org]

denk aan mij … in 2023

welke personen komen in 2023 in aanmerking voor (nog) een postzegel?

200e sterfdag
16 februari Pierre Paul Prud’hon 1758-1823
14 maart Charles François Dumouriez 1739-1823
Ludwig Tieck19 maart Adam Kazimierz Czartoryski 1734-1823
8 juli Henry Raeburn 1750-1823

250e geboortedag
14 april Jean-Baptiste Villèle 1773-1854
31 mei Ludwig Tieck 1773-1853 »
28 juli Frédéric Cuvier 1773-1838
22 augustus Aimé Bonpland 1773-1858
6 oktober Louis Philippe I 1773-1850
9 december Armand Augustin de Caulaincourt 1773-1827

150e sterfdag
John Stuart Mill9 januari Napoleon III 1808-1873
18 april Justus von Liebig 1803-1873
1 mei David Livingstone 1803-1873
8 mei John Stuart Mill 1806-1873 »
8 juli Franz Xaver Winterhalter 1805-1873

150e geboortedag
25 februari Enrico Caruso 1873-1921
2 april Sergej Rachmaninov 1873-1943

een misselijke vent

Gelezen: a soul not dead but dying (2011) van Kelly Hamren
In The superfluous man in 19th century Russian literature

Grigori Alexandrvitsj Petsjorin, de hoofdpersoon in De held van onze tijd is een misselijke vent. Hij is weliswaar bijzonder intelligent, ziet er goed uit en kan heel innemend zijn maar bezit desalniettemin een aantal bijzonder nare karaktereigenschappen: hij is egoïstisch, trots, minacht anderen, is niet in staat tot vriendschap, wil altijd bovenop liggen, is jaloers en wraakzuchtig en geniet ervan als hij anderen kan laten lijden.

In het voorwoord bij Petsjorins dagboekaantekeningen richt de fictieve schrijver zich tot de lezer. “Wat een boze ironie zult u zeggen,” schrijft hij over zijn keuze om Petsjorin de held van onze tijd te noemen. Hij antwoordt daarop “ik weet het niet”. De schrijver heeft namelijk ook bewondering voor Petsjorin: “lezing van deze aantekeningen overtuigde me van de oprechtheid van de auteur, doordat hij zijn eigen zwakheden en gebreken zo meedogenloos uit de doeken doet”, schrijft hij in hetzelfde voorwoord.

Lermontov 1964De tegenstrijdigheid in het karakter van Petsjorin, zijn genadeloze zelfreflectie aan de ene kant en aan de andere kant zijn gemene streken, maken van hem een anti-held. In de literatuur rond 1840, toen De held van onze tijd verscheen, was dit een betrekkelijk nieuw fenomeen. Lord Byron had tussen 1812 en 1818 met Childe Harold’s Pilgrimage de aanzet gegeven. Na zijn dood in 1823 werd Byron eindeloos nagevolgd. In de Russische literatuur zou Jenevgin Onegin de eerste Byroniaanse held worden. Petsjorin werd de tweede en Lermontov noemde hem expliciet de held van onze tijd.

Lermontov koppelde zijn hoofdpersoon overigens bewust aan Jevgeni Onegin. Poesjkin leidde de naam Onegin af van de Onega, een rivier in het Noorden van Rusland en Lermontov deed hetzelfde: Petsjorin is afgeleid van de Petsjora, eveneens een rivier in het Noorden van Rusland. Onegin en Petsjorin waren beiden gemodelleerd naar de byroniaanse held, maar zouden zelf ook weer een bepaald type gaan vertegenwoordigen in de Russische literatuur van de negentiende eeuw. Dit type zou bekend worden onder de naam лишний человек (superfluous man) en tot een hele reeks romanpersonages leiden: Oblomov bij Gontsjarov, Bazarov in vaders en zonen van Toergenjev en Stavrogin in Boze geesten van Dostojevski zijn het meest bekend geworden.

lermontov 1939
Russische postzegels uit 1939
t.g.v. de 125e geboortedag van Lermontov

The superfluous man is een veel gekozen onderwerp bij doctoraalscripties van studenten Russische literatuur en slavistiek. Een psychoanalyse van Petsjorin blijft meestal niet achterwege. Na De held van onze tijd las ik het hoofdstuk A Soul not Dead but Dying over Petsjorin in The etrenal stranger – In The superfluous man in 19th century Russian literature (2011) van Kelly Hamren.

Hoe komt het dat Petsjorin ons 180 jaar later nog zo weet aan te spreken? Lermontov heeft blijkbaar een aantal eigenschappen waargenomen in de mensen die hij in zijn eigen tijd om zich heen zag, die hij in Petsjorin geconcentreerd heeft. In het voorwoord schrijft Lermontov: “Hij (de fictieve schrijver) heeft gewoon voor zijn plezier geprobeerd de huidige mens te tekenen zoals hij hem keer op keer heeft leren kennen – tot zijn en u verdriet.” Peter Zeeman besluit zijn bespreking in De Groene Amsterdammer in 1994 met de constatering dat velen in de twintigste eeuw aan het signalement van Petsjorin beantwoorden en dat ook hij er zelf een paar kent. De anti-held Petsjorin maakt zijn titel held van onze tijd na 180 jaar nog steeds waar. Wat mij betreft, is dat wél boze ironie.

lermontov 1941
Russische postzegels uit 1941
t.g.v. de 100e sterfdag van Lermontov

Zegt het karakter van Petsjorin nu iets over de mens in het algemeen of specifiek over het karakter van de moderne mens, die zich in de eerste helft van de negentiende eeuw begon uit te tekenen? Lermontov presenteert Petsjorin als een figuur die gekweld wordt door een bewustzijn waarmee hij genadeloos over zichzelf en anderen oordeelt. Bovendien lijdt hij onder de ambiguïteit van het menselijke bestaan, een typische aandoening van de moderne mens, die in de Romantiek pijnlijk zichtbaar begin te worden.

Dit nieuwe maar pijnlijke zelfbewustzijn was het gevolg van een verschuiving van het christelijke naar het natuurwetenschappelijke mens- en wereldbeeld. Deze paradigma shift was weer een gevolg van het humanisme en de Verlichting. Lermontov laat Petsjorin in zijn dagboek verwijzen naar een versregel uit Evgeni Onegin: “het kille vorsen van de rede en het droeve weten van het hart”.

lermontov 1957
Russische postzegel uit 1957
Portret van Lermontov met rechts de Darjalkloof

De (fictieve?) schrijver noemt Petsjorin niet zonder bewondering De held van onze tijd. Ook al is Petsjorin in het dagelijkse leven een misselijke vent (en op het metafysische vlak zelfs een “rottende ziel”) blijkbaar is hij wel in staat bewondering op te roepen. Bewondering voor wat precies? Wat zouden we in Petsjorin kunnen bewonderen? De fictieve schrijver prijst zijn genadeloze zelfkritiek en lijkt dat gelijk te stellen aan eerlijkheid.

Petsjorin zou dan een zeer tegenstrijdige figuur worden. Enerzijds bezit hij in extreme mate een hele reeks negatieve eigenschappen zoals zelfzucht, wraakzucht, machtswellust en sadisme. Anderzijds is hij in staat tot genadeloze zelfkritiek en is hij de laatste om te ontkennen dat hij al die nare karaktereigenschappen in huis heeft. Dat geeft hem een schijn van eerlijkheid. En is dat laatste niet het heldhaftige van Petsjorin? Het feit dat hij niet wegloopt voor de waarheid over zichzelf?

Hoe rusteloos zijn ziel ook is, in de Kaukasus lijkt Petsjorin zich thuis te voelen, niet als mens maar eerder als een roofdier in zijn territorium. In een van zijn dagboekaantekeningen schrijft hij: “Ik doe niets liever dan mijn macht opleggen aan mijn omgeving. Machtsdrift wordt nooit dieper, grootser bevredigd dan wanneer je gevoelens van liefde, toewijding en angst inboezemt. Trots wordt niet zoeter gestreeld dan wanneer andermans vreugde en pijn afhankelijk zijn van jouw willekeur.”

lermontov 1964
Russische postzegels uit 1964
t.g.v. de 150e geboortedag van Lermontov

Petsjorin zit graag op de stoel van de dictator, van de romeinse keizer die met zijn duim macht heeft over leven en dood van anderen. Een dergelijke schaamteloze bekentenis van machtswellust is in de Russisch-orthodoxe traditie het signatuur van de duivel. In het christelijke mens- en wereldbeeld heeft Lucifer in zijn hoogmoed zich boven God willen verheffen en daardoor was hij ten val gekomen. Door de zondeval had hij ook de mens in zijn val meegesleurd. De mens is tot vallen gedoemd maar kan toch gered worden. Het is een redding die hij zelf niet in de hand heeft en die alleen mogelijk is door oprecht berouw.

Wanneer de mens tot ware kennis over zichzelf komt, ontmoet hij ook Zijn Schepper. Dat is de geestelijke logica van het christelijke geloof en de Russisch-orthodoxe Traditie. In oprecht berouw over zijn zonde tegenover God, heeft het kwaad geen vat op de mens. Maar door hoogmoedige gedachten trekt hij het kwaad juist aan. Om zo te spreken “nodigt de trots het kwaad in het hart uit”. Daarom is de nederigheid de enige juiste houding die redding mogelijk maakt.

lermontov 2014
Russische postzegel uit 2014
t.g.v. de 200e geboortedag van Lermontov met rechts zijn schilderij van de kruisberg (Kazbek)

Als Rus was Lermontov absoluut bekend met de christelijke visie op het kwaad. Maar in zijn voorwoord laat hij daar toch niets van merken. Hij schrijft: “Laat het genoeg zijn dat de ziekte is geconstateerd, Joost mag weten wat er tegen kan worden gedaan.” De diepgelovige Dostojewski zou dit nooit geschreven kunnen hebben, ook al was hij in de diagnose over de geestelijke ziekte van zijn tijd, niet minder duidelijk dan Lermontov.

Kuifje in de Kaukasus [ 2 ]

De held van onze tijd (1840)
als literaire reisgids voor de Kaukasus

De held van onze tijd wordt gezien als de eerste Russische psychologische roman. Maar het is meer dan dat. Het is ook een avonturenboek. En het kan gebruikt worden als literaire reisgids voor de Kaukasus. In de vorige aflevering werd de Georgische militaire weg in vogelvlucht bekeken. Deze werd na de annexatie van Georgië in 1801 door Rusland aangelegd van Vladikavkaz naar Tbilisi. De weg volgt aanvankelijk de rivier de Terek die door de nauwe Darjalkloof stroomt. Daarna loopt de route over de Jvaripas (2395 m.) en daalt dan af naar Tbilisi. In het eerste verhaal volgen we de fictieve verteller en zijn metgezel Maxim in omgekeerde richting naar Vladikavkaz.

djaralkloof
De Darjalkloof vanuit het noorden gezien.

De Darjalkloof ligt aan de oostvoet van de 5047 meter hoge Kazbek, en begint aan de noordkant van Stepantsminda bij de Tsjcheri, een linkerzijrivier van de Terek. De kloof doorklieft de “axiale zone” van de Grote Kaukasus en is een zeer rotsige corridor van de Terek door de Chochibergrug ten westen en de Sjavanabergrug ten oosten. Deze twee bergruggen lopen parallel (lateraal) aan de hoofdkam van de Grote Kaukasus en omsluiten feitelijk het brongebied van de Terek met hoge bergruggen waarbij de Darjalkloof de enige uitgang is. Door de kloof en langs de rivier loopt de historische Georgische Militaire Weg, tegenwoordig ook bekend als de S3 (E117).De kloof kent verticale rotswanden tot 1000 meter hoogte.[1] Het smalste, meest rotsachtigste en moeilijkste deel van de Darjal is tussen twee zijrivieren van de Terek: de Amali en Chde.
 
Bron: nl.wikipedia.org

Lermontov bergpas
Darjalkloof
Op deze foto is goed te zien hoe nauw de kloof is.

Hoewel Petsjorin, de hoofdpersoon uit De held van onze tijd allesbehalve een romanticus is, is de setting juist wild romantisch. Hierdoor ontstaat er in de roman een spanning tussen realisme en romantiek. Nog steeds loopt er een literair debat over de vraag in hoeverre Lermontov de romantiek vertegenwoordigde en in hoeverre het realisme.

Met de onherbergzame Kaukasus koos Lermontov voor een decor dat we zijn gaan associëren met een bepaald soort romantiek. Deze donkere romantiek zien we ook in de landschappen van Caspar David Friedrich en Joseph Mallord William Turner. Het gaat hier om een grenservaring ten opzichte van de natuur waarbij de mens, net zoals het iconische beeld van de eenzame bergwandelaar van Friedrich, letterlijk en figuurlijk “op het randje” komt te staan. De grootsheid maar ook de onverschilligheid van de natuur, doen hem duizelen.

Devilsbridge1802
William Turner
The Devil’s Bridge and Schöllenen Gorge, 1802

De theoloog Rudolf Otto (1869-1937) heeft dit het numineuze genoemd. Lang voordat Otto hier een naam aan gaf, schreef Lermontov hierover: “Zodra we ons van de maatschappelijke orde verwijderen en dichter bij de natuur komen, worden we immers weer kinderen, of we willen of niet. Alles wat we hebben aangeleerd valt van ons af.” Deze grenservaring is kenmerkend voor de donkere romantiek bij Friedrich en Turner, die uitdrukkelijk geen zoetsappige romantiek is.

Het gaat in deze donkere romantiek om een grenservaring ten opzichte van de natuur waarbij de mens, net zoals het iconische beeld van de eenzame bergwandelaar van Friedrich, letterlijk en figuurlijk “op het randje” komt te staan.
Turner
In 1809 maakte Turner opnieuw een aquarel van de zogenaamde duivelsbrug bij de Sint Gotthard Pas De nauwe doorgang en de diepe afgrond vertonen grote gelijkenis met de Darjalpas.

De vraag is in hoeverre dergelijke romantiek nog romantisch is. Of is deze juist realistisch? In de berglandschappen die Lermontov in woord en verf aan ons heeft nagelaten, laat hij niet alleen het sublieme van de woeste, oorspronkelijke natuur zien, maar ook de onverschilligheid van de natuur ten opzichte van de mens. Eigenlijk legt hij net als Schopenhauer de blinde wereldwil bloot, waarvan de mens de speelbal is.

Van nature deinst de mens voor de natuurkrachten terug, maar tegelijkertijd confronteren deze hem met de noodzaak tegen de natuur te vechten en deze te bedwingen. “Het monster in de bek kijken en de strijd aangaan” zouden we realisme kunnen noemen, als je tenminste stelt dat het accepteren van de werkelijkheid het voornaamste kenmerk van realisme is. De waas voor onze ogen die de vijandige wereldwil als “schoonheid” ziet, zouden we vervolgens romantisch kunnen noemen.

Thomas Cole
De Amerikaanse landschapsschilder Thomas Cole koppelde in zijn schilderij The Expulsion from the garden of Eden (1828) de vijandige natuur aan de zondeval. Doordat de mens ongehoorzaam was geworden aan de wil van God, had hij kennis gekregen van goed en kwaad en werd hij verdreven uit het Paradijs en in de tijd geworpen waarin hij moet overleven in de vijandige natuur.

Als we de spanning tussen romantiek en realisme op deze manier benaderen, kunnen we deze ook betrekken op onze eigen tijd. Zo zouden we de vraag kunnen stellen in hoeverre we realistisch omgaan met klimaatverandering. Accepteren we klimaatverandering als natuur(ramp)? Of willen we klimaatverandering inperken tot menselijke schuld, waardoor we de natuur kunnen zien als iets kwetsbaars waar wij boven staan?

The Caucasus Mountains, in the spirit of writer Lermontov [washingtonpost.com]
That Black, Dragon-Haunted Pass: The Mystery of Lermontov’s Caucasus [literarytraveler.com]
Lermontov and the Romantic Tradition: The Function of Landscape in A Hero of Our Time [jstor.org]

Kuifje in de Kaukasus [ 1 ]

De held van onze tijd (1840) als avonturenboek

De held van onze tijdDe held van onze tijd wordt in Rusland en Georgië door kinderen op school gelezen. Je vraagt je af hoe je, als je twaalf jaar oud bent, een psychologische roman kunt lezen. De verfijnde psychologie van Lermontov moet je haast wel ontgaan. Maar De held van onze tijd is meer dan een psychologische roman. Het is ook een indrukwekkend reisverslag. En een avonturenboek. Wanneer je als tienjarige Kuifje in Tibet kunt lezen, waarom zou je dan ook niet met rode oortjes de avonturen van Pechorin in de Kaukasus kunnen lezen? Als je de psychologie helemaal zou overslaan, blijft er genoeg over om van te genieten, Lermontovs beschrijvingen van de natuur bijvoorbeeld. Naast schrijver was hij namelijk ook landschapsschilder.

Voor de hoofdpersoon Petsjorin is de Kaukasus een ideale setting. De onverschilligheid van de natuur tegenover de mens is er maximaal. Tegelijkertijd ontlokt de meedogenloze natuur de reiziger lyrische beschrijvingen. Wat het wilde Westen voor het Amerikaanse transcendentalisme was, was de Kaukasus voor Lermontov: het betoverende en wrede theater van de natuur. Aan de andere kant van de beschaving en aan de andere kant van goed en kwaad. Het amorele van de natuur sluit precies aan bij het karakter van Petsjorin.

Het eerste verhaal in De held van onze tijd is een reisverslag door de Kaukasus en te lezen als een literaire reisgids. Om precies te zijn, beschrijft Lermontov een deel van het traject tussen Vladikavkaz en Tiflis. Sinds mensenheugenis was er al verkeer over de Jvari pas (In het Russisch: Krestovi Pereval).Maar kort na het begin van de negentiende eeuw toen Georgië bij Rusland werd ingelijfd, begon de aanleg van een militaire weg, de zogenaamde Georgische Militaire Weg.

Georgische Militaire Weg
Georgische Militaire Weg van Vladikavkaz naar Tbilisi

De Georgische Militaire Weg loopt tussen Vladikavkaz (Rusland) en Tbilisi (Georgië) en volgt de traditionele route die door de eeuwen heen door indringers en handelaren is gebruikt. De weg strekt zich ongeveer 208 kilometer uit door de vallei van de Terek, steekt de хребет Скалистый over in de Darjalkloof, langs de berg Kazbek en de Kerk van de Heilige Drie-eenheid, en leidt vervolgens door de kloof van de Baidarka naar de Jvari pas, waar hij uitkomt een hoogte van 2379 meter. Het gaat verder langs de rivier de Tetri Aragvi langs het middeleeuwse fort van Ananuri en volgt de rechteroever van de rivier de Kura (Mtkvari) langs de oude stad Mtskheta naar Tbilisi. De fictieve verteller reist in het verhaal Bela in omgekeerde richting. De Kazbek wordt door Lermontov de Kruisberg genoemd.

Eind jaren dertig toen Lermontov zijn fictieve verteller en langs deze route laat reizen, was deze weg nog niet voltooid. Het is een gevaarlijke route en bij sneeuwval nauwelijks nog begaanbaar. In Bela wordt dat zeer beeldend beschreven. De schrijver vraagt zich af waarvoor hij eigenlijk bang moet zijn. Als de natuur bepaalt dat de reiziger zijn doel niet bereikt, is daar toch niets aan te doen. Dit determinisme, waarin de grilligheid van de natuur samenvalt met de grilligheid van het lot, zou een van de hoofdthema’s worden van de psychologische roman van de negentiende eeuw en speelt ook in De held van deze tijd, die algemeen gezien wordt als de eerste Russische psychologische roman.

Kazbek
Oude ansichtkaart met de ruim 5000 meter hoge Kazbek die in het verhaal Bela “de kruisberg” wordt genoemd.

Toch is De held van deze tijd diep geworteld in de romantiek en dat geldt zeker voor de setting. De Kaukasus is een romantisch decor waar het sublieme en het gevaarlijke elkaar ontmoeten. De majestueuze, ruim 5000 meter hoge Kazbek vertegenwoordigt in het verhaal Bela de grootsheid van de natuur.

Lermontov bergpas
de Darjalkloof Is de enige noord-zuidverbinding in de Kaukasus en een deel van de militaire weg loopt hier door. (Illustratie uit: Travels in the Trans-Caucasian provinces of Russia, and along the southern shore of the lakes of Van and Urumiah, 1837)

In het essay Lermontov and the Romantic Tradition: The Function of Landscape in A Hero of Our Time van Cynthia Marsh in The Slavonic and East European (1988) wordt gesteld dat de Kaukasus als een van de rafelranden van het immense Russische Rijk de romantische ziel aantrok, omdat deze hier in het onbekende kon doordringen. De hoofdpersoon Petsjorin is echter allesbehalve een romanticus. Hij zet zich niet zo expliciet af tegen romantiek of alles wat zweemt naar gevoel dan Basarov in Vaders en Zonen van Toergenjev, maar is er net zo afkerig van. Toch geniet Petsjorin van de natuur, maar dan niet op een esthetische wijze. De natuur is voor hem geen schitterend decor, maar de arena van het roofdier waarmee hij zich identificeert. Het amorele karakter van de natuur spiegelt zijn eigen innerlijk.

Lermontov
schilderij van Lermontov
Toren in Sioni, 1837-1838 – Veel Georgische schilderijen en tekeningen van Lermontov tonen wachttorens of oude forten.
Lermontov
De natuur is voor Petsjorin geen schitterend decor, maar de arena van het roofdier waarmee hij zich identificeert. Het amorele karakter van de natuur spiegelt zijn eigen innerlijk.
schilderij van Lermontov
Kruisberg, 1837-1838 – Een van Lermontovs beste schilderijen. Het is gemaakt aan de hand van schetsen die eind 1837 naar de natuur zijn gemaakt.

schilderijen van Lermontov [lermontov-lit.ru]