Categorie archief: 20e eeuw

Zwanenzang

Na 40 jaar herlezen: De jacht (1981) van Christin en Bilal

Begin jaren tachtig, rond mijn zeventiende, las ik graag strips voor volwassenen (het begrip graphic novel was toen nog niet in zwang.) Ik kocht het stripblad Wordt Vervolgd, de Nederlandse versie van A Suivre met tekenaars als Tardi en Manara en het underground stripblad 1984 met vooral Amerikaanse tekenaars. In 1980 was het roze van de bloemenkinderen vervangen door het zwart van de punkers. Het was geen vrolijke tijd, en mijn rijpingsproces van puber tot adolescent ging hand in hand met het lezen van zwartgallige stripverhalen met weinig hoop voor de mensheid. De zure regen leek niet alleen te zijn neergeslagen op de bomen. Ook de tijdgeest had een hoge zuurgraad bereikt.

dejacht1983De van Bosnische afkomst Franse striptekenaar Enki Bilal was een van mijn helden onder de striptekenaars. Eind jaren zeventig had hij samen met scenarist Pierre Christin (bekend van Ravian) naam gemaakt met een viertal verhalen in de reeks Er was eens een voorbijganger. Het waren sprookjesachtige verhalen (zoals het dorpje dat ging vliegen en het schip van steen), maar door het engagement van scenarist Pierre Christin was er altijd een politieke ondertoon. In het vierde deel uit deze serie De falangisten van de zwarte orde (1979) is het sprookjeselement helemaal verdwenen en staat de politiek op de voorgrond. Ook het vijfde en laatste deel De jacht (1981) is een verhaal over communisten, maar nu verplaatst naar Oost-Europa. In de jaren zeventig was de USSR een vermolmde dictatuur geworden, bestuurd door apparatsjiks die er net zo levend uitzagen als het gebalsemde lijk van Lenin. Het rijk viel nog net niet uiteen doordat bejaarde leiders de touwtjes strak en krampachtig in handen hielden.

In 1980 was de Sovjet-Unie volledig vermolmd en werd het kunstmatig in leven gehouden. In november 1982 overleed Leonid Brezjnev die werd opgevolgd door Joeri Andropov. Een tussenpaus want deze hield het maar anderhalf jaar vol en werd in 1984 opgevolgd door Konstantin Tsjernenko. Maar ook zijn leiderschap was geen geslaagde poging tot reanimatie van de USSR. Pas met Mikhail Gorbatsjov in 1985 zou de Sovjet-Unie uit zijn slaap ontwaken. In plaats van mummies kwam er nu een levende persoon aan de macht die direct inzag dat er hervormingen nodig waren. Gorbatsjov stelde zich open voor de rest van de wereld en werd door TIME magazine tweemaal uitgeroepen tot person of the year, in 1987 en in 1989. Glasnost en Perestrojka staan nog steeds in de Dikke Van Dale.

Toen Christin De Jacht schreef, was Brezjnev nog in leven en moesten de drie laatste leiders van de Sovjet-Unie nog aantreden. De Jacht is geschreven vanuit een grafstemming. Het is het verhaal over een clubje grauwe aparatsjiks uit diverse Oost-Europese landen dat een jachtpartij heeft georganiseerd in Polen. In hun midden is de bejaarde Rus Wassili Tsjevtsjenko die in zijn jeugd Lenin persoonlijk gekend heeft en een belangrijke rol heeft gespeeld in de geschiedenis van de Sovjet-Unie. Hij geniet daardoor een groot prestige bij zijn kameraden. Bilal weet als geen ander zure koppen te tekenen. Vergeleken bij het portret van Wassili Tsjevtsjenko is de foto van de oude Schopenhauer nog het zonnetje in huis. Het zuur druipt eraf. Tsjevtsjenko is een metafoor van de Sovjet-Unie: een man die op zijn laatste benen loopt, verbitterd en cynisch over de socialistische heilstaat.

Na 40 jaar is het een vreemde ervaring om De Jacht opnieuw te lezen. Natuurlijk, ik ben zelf 40 jaar ouder geworden en bekijk de wereld anders. Maar de wereld is ook enorm veranderd. De Sovjet-Unie is al 32 jaar geschiedenis. Hoe hebben grijze muizen in een tijd van globalisering zolang de macht in handen kunnen houden? De Jacht laat daar iets van zien. Het was mogelijk omdat de Sovjet-Unie en haar satellietstaten in Oost-Europa een rigide en in zichzelf gekeerde dictatuur was. De socialistische revolutie die per decreet verheerlijkt moest worden, vrat uiteindelijk ook haar eigen kinderen op. Christin was in 1980 wakker genoeg om dit rake portret van een verrotte dictatuur te beschrijven. Bilal heeft het zwart en troosteloos geïllustreerd.

De Jacht [nl.wikipedia.org]

lustprieel

Bij de dood van Christopher Plummer (1929-2021)

Afgelopen weekend overleed Christopher Plummer en de media stonden weer vol met verwijzingen naar Kapitein von Trapp.

Google hits Plummer
Plummer werd sinds 1965 achtervolgd door zijn rol in The Sound of Music. Het Swiebertje-effect is universeel en geldt dus niet alleen voor Swiebertje.

The Sound of Music is zo’n grote filmklassieker, dat bij het overlijden van acteurs uit deze musicalfilm steeds hun rol in The Sound of Music als eerste genoemd wordt. Toen Eleanor Parker (1922-2013) in 2013 overleed, werd ze in de filmhistorie vooral bijgezet als “de actrice uit The Sound of Music”. En in 2016 was het overlijden van de tamelijk onbekende Amerikaanse actrice Charmian Carr (1942-2016) wereldnieuws omdat zij in deze musical als 23-jarige de rol van de 16-jarige Liesl speelde.

Er bestaat een wijdverbreide afkeer van The Sound of Music. Paul Verhoeven vond het een draak van een film die in 1966 regisseur David Lean (Dr. Zhivago) de oscar voor de beste film en beste regie voor zijn neus had weggekaapt. Christopher Plummer noemde de film ooit the Sound of Mucus. Velen met hen kunnen deze mierenzoete musicalfilm maar slecht verdragen.

Zelf ben ik als peuter gevormd door de muziek van The Sound of Music. Mijn ouders draaiden de langspeelplaat in 1965 en 1966 grijs terwijl ik in de box zat en geen kant op kon.

Zelf ben ik als peuter gevormd door de muziek van The Sound of Music. Mijn ouders draaiden de langspeelplaat in 1965 en 1966 grijs terwijl ik in de box zat en geen kant op kon. Zo is de muziek van Rodgers en Hammerstein aangestampt op de bodem van bestaan. Het is een steen die ik nooit meer wentelen kan, om met Nietzsche te spreken. En dat wil ik ook niet, want ik hou van de muziek, ook al is ze suikerzoet. Ik beschouw het niet eens als guilthy pleasure, maar als een pleasure zonder meer. Mijn grote favoriet was als 3-jarige en nu als 57-jarige nog altijd de ouverture en in het bijzonder My favourite things. Dat is gelijk ook mijn favoriete compositie van Rodgers en Hammerstein. Voor de improvisaties van My Favorite things van John Coltrane of Carlos Santana mag je mij wakker maken.

The sound of music past eigenlijk niet goed in de jaren zestig. In zekere zin is deze musical een laat hoogtepunt van de geest van de jaren 40 en 50 met verliefde paartjes in lustprielen terwijl zwijmelende strijkers hen begeleiden. Dit beeld zien we letterlijk in de scene waarin Rolf en Liesel het duet “sixteen, going up seventeen” zingen. Dit is rococo in de twintigste eeuw. Wanneer Rolf inzet met: “You wait, little girl, on an empty stage/ For fate to turn the light on/ Your life, little girl, is an empty page/That men will want to write on” en Liesl smachtend tegen hem aanvlijt met “Toooo wriiiiite oooon” is het bijna ondenkbaar dat de jaren zestig dan al halverwege zijn en de seksuele revolutie al op gang begint te komen.

Rolf en Liesl in hun lustprieel met sixteen, going up seventeen

De seksuele revolutie is een kantelpunt geweest in de geschiedenis en was misschien nog wel ingrijpender dan de Franse Revolutie. Het was geen omwenteling in de verhouding tussen standen, maar in de verhouding tussen man en vrouw. In zedelijk opzicht wordt de twintigste eeuw door de jaren 60 in twee stukken gesneden: de tijd vóór de seksuele revolutie en de tijd erna. En dit ene liedje “sixteen, going up seventeen” markeert de breuklijn en geeft misschien ook wel aan waarom velen the Sound of Music niet meer kunnen pruimen. Liesl is in haar roze baljurkje niet alleen een levende barbiepop, maar vertegenwoordigt ook de jonge vrouw van vóór de seksuele revolutie, die door de jongeman van vóór de seksuele revolutie het hof wordt gemaakt. Dat gaat heel anders dan na 1970. Rolf heeft het over het beschrijven van Liesls tabula rasa, haar onbeschreven blad. En in de geest van het zoete rococo was dit al heel gewaagde taal!

Voor de mens die de seksuele revolutie achter zich heeft liggen, en dat zijn wij allemaal, is dit bijna onverdraaglijk sentimenteel gekwetter. De tijd dat jongens op een galante manier meisjes het hof maken, is verleden tijd. Toch heeft deze suikerzoete romantiek iets heel moois. Het bedekt een werkelijkheid door deze te romantiseren en te poëtiseren zodat alles gaat zingen. Wanneer we de werkelijkheid direct uit de kleren laten gaan en deze recht in het gezicht kijken, blijft er van deze poëzie weinig tot niets meer over. Een aflevering van First Date zegt genoeg: Boy meets girl is vooral consumptie geworden in plaats van een betovering.

Geschiedenis op de cm² [ 4 ]

De geschiedenisles op Duitse postzegels

De Duitsers hebben een sterk historisch bewustzijn. Ook Duitse postzegels getuigen daarvan. Sinds 1949 heeft de Deutsche Bundespost (na 1992 de Deutsche Post) bijna tweehonderd herdenkingspostzegels uitgegeven met historische plaatsen en gebeurtenissen en nog veel meer met historische figuren. Wie Duitse postzegels verzamelt, krijgt zo ook een geschiedenisles.
Deze keer: Goethe op het kleinste visitekaartje van Duitsland

goetheTussen 1950 en 1918 gaf de Deutsche Bundespost 425 herdenkingspostzegels uit met 372 unieke historische figuren. De zogenaamde “Dauerbriefmarken” zijn daarbij niet inbegrepen. Dat zijn vijf tot zes postzegels per jaar ter gelegenheid van de zoveelste geboorte- of sterfdag. Vergeleken met Nederland is dat veel, want hier worden nauwelijks postzegels uitgegeven met historische figuren. De enige Nederlanders die vaak op postzegels staan afgebeeld, zijn twee koningen, drie koninginnen én Rembrandt. Historische figuren blijven op de Nederlandse postzegel toch een ondergeschoven kindje.

Dat Rembrandt “onze” nationale held is en Goethe die van Duitsland wisten we al. Op afstand staan zij op nummer 1 als het gaat om het aantal postzegels waarop hun naam of portret staat. De twee bekendste portretten van Goethe, dat van Tischbein uit 1787 (Goethe in de Campania) en dat van Stieler uit 1828, zijn meerdere malen voor een postzegel gebruikt.

rechts: emissies ter gelegenheid van Goethes 150e sterfdag (1982), zijn 250e geboortedag (1999) en het beroemde schilderij Goethe in de Campania (2018) van Tischbein.
goethe
In 1949 werd de 200e geboortedag van Goethe gevierd. Er verschenen maar liefst elf postzegels van hem en werden uitgeven door de Deutsche Post, de voorloper van de Deutsche Bundespost.
goethe
In 1949 werd de 200e geboortedag van Goethe gevierd. Er verschenen maar liefst elf postzegels van hem en werden uitgeven door de Deutsche Post, de voorloper van de Deutsche Bundespost.
goethe
Goethes portret verscheen ook in twee series langlopende frankeerzegels.(links 1926 en rechts 1961)