Categorie archief: 19e eeuw

Erinnerungslandschaft [ 2 ]

morgen is het precies 150 jaar geleden
dat in de spiegelzaal van Versailles het Duitse Keizerrijk werd uitgeroepen

In het Duitse Keizerrijk (18 januari 1871 – 9 november 1918) werd de overwinning op Frankrijk in de oorlog van 1870-1871 uitbundig gevierd. Tussen 1871 en 1898 verschenen er in Duitsland alleen al 7000 historische werken over de Frans-Duitse oorlog en ontwikkelde zich een heus “Erinnerungslandschaft” van nationale monumenten. Maar na 1945 wordt er nauwelijks nog teruggekeken op de Frans-Duitse Oorlog en geldt deze oorlog als een “vergeten conflict’. Hoe komt dat? En wat is er nog over van dat Erinnerungslandschaft bij onze oosterburen? Een drieluik over de Frans-Duitse Oorlog.

Herdenken is een fenomeen dat bij uitstek tot het menselijke domein behoort. Bij onze menselijke conditie hoort de behoefte om te willen herinneren. Of om te willen vergeten. De herinnering wordt geritualiseerd in een collectieve, vaak nationale herdenking. Dat gebeurt in een jaar of op een dag wanneer de tijd “rond” is en we met elkaar kunnen zeggen: “vandaag is het precies zoveel jaar geleden dat…”

Herdenken kunnen we zelfs ook opvatten als een humanitaire plicht, zeker bij gebeurtenissen die zo ingrijpend waren voor de mensheid als geheel, dat we onszelf verplicht hebben deze nooit meer te vergeten. Zo wordt er in de Nationale Holocaust Herdenking jaarlijks in januari stilgestaan bij de holocaust. En op op 27 januari in het bijzonder, de dag dat in 1945 het concentratiekamp Auschwitz bevrijd werd. Herdenken geldt hier als imperatief. “Opdat we nooit mogen vergeten.”

Bij het fenomeen van het herdenken is het een interessante vraag waarom we de ene ingrijpende gebeurtenis wel herdenken en de andere juist niet. Deze vraag wierp zich bij mij op in de aanloop naar de 150e verjaring van de proklamatie van het Duitse Keizerrijk op 18 januari 1871 in het paleis van Versailles. Zeker geen onbelangrijke gebeurtenis en als je naar de gevolgen kijkt dan lag in dit momentum de kiem van twee wereldoorlogen die de twintigste eeuw tot de meest verschrikkelijke eeuw uit de wereldgeschiedenis hebben gemaakt.

SiegessauleToch lijkt het erop dat Duitsland en Frankrijk, nu gebroederlijk naast elkaar in de EU, samen de ferme wil hebben om deze historische gebeurtenis van formaat te willen vergeten. Nu het verenigde Europa de angel uit de vroegere vijandschap tussen Frankrijk en Duitsland heeft getrokken, lijkt er in de huidige politieke verhoudingen tussen Frankrijk en Duitsland geen enkele behoefte te zijn om 18 januari 1871 te herdenken.

Dit staat in schril contrast met de nationalistische herdenkingscultuur in het Duitse Keizerrijk, toen 2 september de nationale feestdag was, zoals 3 oktober dat sinds 1990 voor het huidige Duitsland is. Sedantag werd niet alleen gevierd als overwinning op de Franse erfvijand, maar vooral ook als Tag der Deutschen Einheit. In de herdenkingscultuur van het jonge Duitse Keizerrijk vormde zich een Erinnerungslandschaft van nationale monumenten. Deze waren vaak triomfantelijk, zoals de Siegessäule (1873) in Berlijn, maar waren soms ook opgericht als een waarschuwing naar Frankrijk. Zo was het Niederwalddenkmal (1883) bij Rüdesheim aan de Rijn vooral bedoeld als een Wacht am Rhein.

Het Niederwalddenkmal (1883) aan de Rijn.

De vernedering van Frankrijk door de Pruisen werd in de jaren na 1871 een nationaal trauma voor de Fransen. Het was uiterst pijnlijk dat ze het verlies van Elzas-Lotharingen moesten te accepteren, hoewel het in feite om een herovering ging, want in de Negenjarige Oorlog had Lodewijk XIV dit Duitse cultuurgebied aan Frankrijk toegevoegd. De Franse politicus Leon Gambetta zei in een toespraak in Saint-Quentin op 16 november 1871: “Pensons-y toujours, n’en parlons jamais.” (Denk er altijd aan, maar praat er nooit over.) De Fransman was zo in zijn trots zo gekrenkt, dat hij het eigenlijk niet wilde laten merken.

Versailles 1871 was een keerpunt in de Europese geschiedenis. Dieper had Bismarck de Fransen niet kunnen vernederen. Het zou de angel worden van de Frans-Duitse vijandschap, waar pas een einde aan zou komen met de Europese eenwording na de Tweede Wereldoorlog. Met de echo van Versailles zou Frankrijk op haar beurt in 1919 Duitsland vernederen. Want de verdragen die hier in 1919 en 1920 getekend werden, zouden de kiem leggen voor de Tweede Wereldoorlog.

Versailles 1871 zou de angel worden van de Frans-Duitse vijandschap, waar pas een einde aan zou komen met de Europese eenwording na de Tweede Wereldoorlog.

De historicus Albert Pignaud schreef in 1919 in La revue des deux mondes:“Les jours triomphants à Versailles cet été peuvent être considérés non seulement comme une rançon, mais aussi comme une conséquence lointaine des événements qui s’y sont déroulés en 1870, pendant les tristes mois de l’occupation prussienne.” (De triomfantelijke dagen in Versailles deze zomer [1919] kunnen niet alleen als losgeld worden gezien, maar ook als een verre consequentie van de gebeurtenissen die daar plaatsvonden in 1870, tijdens de droevige maanden van de Pruisische bezetting.)

Erinnerungslandschaft [ 1 ]

overmorgen is het precies 150 jaar geleden
dat in de spiegelzaal van Versailles het Duitse Keizerrijk werd uitgeroepen

In het Duitse Keizerrijk (18 januari 1871 – 9 november 1918) werd de overwinning op Frankrijk in de oorlog van 1870-1871 uitbundig gevierd. Tussen 1871 en 1898 verschenen er in Duitsland alleen al 7000 historische werken over de Frans-Duitse oorlog en ontwikkelde zich een heus “Erinnerungslandschaft” van nationale monumenten. Maar na 1945 wordt er nauwelijks nog teruggekeken op de Frans-Duitse Oorlog en geldt deze oorlog als een “vergeten conflict’. Hoe komt dat? En wat is er nog over van dat Erinnerungslandschaft bij onze oosterburen? Een drieluik over de Frans-Duitse Oorlog.

18 januari 1871 was niet zomaar een datum. Voor de proclamatie van het Duitse Keizerrijk had Bismarck zeer bewust voor deze dag gekozen omdat hij wilde verwijzen naar 18 januari 1701. Dat was namelijk de geboortedag van het Koninkrijk Pruisen en vooral ook het moment dat Pruisen in Europa mee begon te tellen als grote mogendheid. In feite was 18 januari voor Bismarck wat 2 december was voor Napoleon III. Op 2 december 1851 had de neef van Napoleon, Karel Lodewijk Napoleon met succes een staatsgreep gepleegd. Een jaar later zou hij op die dag het Tweede Franse Keizerrijk laten uitroepen met zichzelf als keizer Napoleon III van Frankrijk, precies 48 jaar nadat zijn oom Napoleon I zichzelf tot keizer had gekroond.

Proclamatie
De Proklamatie van het Duitse Keizerrijk in Versailles in 1871
een geschenk van keizer Wilhelm I aan Bismarck voor zijn 70e geboortedag in 1885

Ook de plek die Bismarck had uitgekozen, was niet zomaar een plek. De spiegelzaal van het Paleis van Versailles was voor de Fransen een soort heilige der heiligen. Versailles was het centrum geweest van het absolutisme waar Lodewijk XIV als zonnekoning geresideerd had. Door juist op deze plaats het Duitse Keizerrijk uit te roepen, werd Frankrijk tot op het bot vernederd.

Het Tweede Franse Keizerrijk was al vier maanden eerder ter ziele gegaan. Op 2 september 1870 behaalden de Pruisen een grote overwinning in de Slag bij Sedan waarbij zelfs de Franse keizer Napoleon III door de Pruisen gevangen werd genomen. Sedan werd zo het roemloze einde van het Tweede Franse Keizerrijk. Twee dagen later riep Leon Gambetta de Derde Republiek uit. Maar de strijd ging verder.

Uit diplomatieke redenen werd de proclamatie van het Duitse Keizerrijk op 18 januari niet het jaarlijkse hoogtepunt in de nationale herdenkingscultuur, maar 2 september. Op die dag vierden de Duitsers Sedantag. In Berlijn besefte men dat 18 januari te gevoelig lag voor de overige Duitse staten die zich bij de Reichsgründing hadden moeten neerleggen. De proclamatie in Versailles op 18 januari 1871 was toch vooral een Pruisisch feestje geweest, terwijl de overwinning bij Sedan een overwinning was voor alle soldaten die tegen de Fransen hadden gevochten en dat waren niet alleen de Pruisen. Op Sedantag konden dus alle Duitsers delen in de victorie en dat was voor het draagvlak voor de Duitse Eenwording van 1871 uiteraard van het grootste belang. Zo bleef 18 januari 1871 vanaf de Reichsgründing in de schaduw staan van 2 september 1870.

Beethoven in Bonn

op Eerste Kerstdag gezien op ARD: Louis von Beethoven (2020)

Op 17 december was het precies 250 jaar geleden dat Ludwig von Beethoven in Bonn geboren werd. Het Beethovenjaar begon al in januari met een herdenkingspostzegel en werd vrijdagavond voor mij min of meer afgesloten op de ARD met de uitzending van Louis van Beethoven.

Opvallend bij deze titel is de Franse voornaam. Geen Ludwig, maar Louis. Deze biopic concentreert zich namelijk vooral op Beethovens jeugd in Bonn tot 1792. De eerste 21 jaar van zijn leven speelden zich voornamelijk af aan het hof van de keurvorst van Keulen op de linker Rijnoever. Dat stond sterk onder Franse invloed en het was heel gewoon dat er aan het hof in Bonn Frans gesproken werd. Kort nadat Beethoven in december 1792 zijn vaderstad voorgoed verlaat om in Wenen te gaan studeren bij Haydn, wordt Bonn door de revolutionaire Franse troepen bezet.

Regisseur Niki Stein noemt zijn film een Coming of Genius story. Hij laat Beethovens jeugd zien in het perspectief van een terugblik door Beethoven aan het einde van zijn leven in 1827. Er zijn drie acteurs die Beethoven spelen: Colin Pütz als jongetje, Anselm Bressgott als jongeling en Tobias Moretti als de stokdove Beethoven aan het einde van zijn leven op 57-jarige leeftijd.

louis_DVD2Louis von Beethoven is een dure productie geweest. De tijd waarin Beethoven opgroeide, met name de jaren tussen 1778 en 1793 komen weer helemaal tot leven. We volgen hem aan het hof in Bonn van de keurvorst van Keulen, Maximiliaan Frederik (1708-1784) en zijn liberalere opvolger Maximiliaan Franz (1756-1801), de jongere broer van Marie Antoinette, de koningin van Frankrijk. Zijn grootvader Lodewijck naar wie Louis/Ludwig genoemd is, was vanuit Vlaanderen als kapelmeester bij de aartsbisschop in dienst gekomen. Ook vader Johann von Beethoven komt in dienst van het hof. Maar door zijn drankprobleem verliest hij zijn aanstelling en het gezin glijdt af in armoede. De jonge Louis wordt door zijn vader gedrild om een wonderkind te worden, net als de toen al zo beroemde Mozart. Daarna krijgt hij muziekonderwijs van Tobias Pfeiffer en Christian Gottlob Neefe.

Tobias Friedrich Pfeiffer (1751-1805) Beethovens eerste leraar in Bonn
 
Tobias Pfeiffer is acteur, zanger, hoboïst en lid van de “Großmannschen Theaterkompanie”, een soort rondreizend theater ook voorstellingen geeft aan het hof. Hij werd korte tijd de leraar van de kleine Beethoven. Pfeiffer maakte de jonge Beethoven enthousiast voor de ideeën van de revolutie en activeerde daarmee zijn opstandige geest. Zijn lot is vrij representatief voor de kunstenaars van deze tijd want hij werd herhaaldelijk vervolgd en gevangengezet. De Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring van 1776, die Pfeiffer voorleest, was rond 1780 wijdverbreid en werd in het Duits als pamflet in een oplage van meer dan 300.000 exemplaren verspreid.

Beethoven zou zijn hele leven ongetrouwd blijven. Toen hij huisleraar was bij de familie Breuning, werd de 1 jaar jongere Eleonore Breuning op hem verliefd. Maar haar moeder laat de jonge Beethoven weten dat een huwelijk tussen hem en haar dochter onmogelijk is vanwege het standsverschil. Het zou Beethoven verbitterd hebben en zijn enthousiasme voor de idealen van de Verlichting en de geest van de Revolutie werden in de jaren daarna alleen maar sterker. In 1794 kon hij niet meer naar zijn vaderstad terugkeren omdat de Fransen de keurvorst van Keulen gevangen hadden genomen. Hij zou de rest van zijn leven in Wenen blijven.

Christian Gottlob NeefeChristian Gottlob Neefe (1748-1798) Beethovens tweede leraar in Bonn
 
Christian Neefe is, na Tobias Pfeiffer en Beethovens vader, de eerste serieuze leraar van de componist. De relatie tussen de leraar en leerling is meestal gespannen en tenslotte moet Neefe toegeven dat zijn talent niet meer voldoende is om de jonge Beethoven vooruit te kunnen helpen. De 15-jarige Beethoven gaat naar Wenen om Mozart te kunnen ontmoeten maar dat loopt uit in een teleurstelling.

Terwijl de storm van de Revolutie over Frankrijk en het Rijnland raast, woont Beethoven in Wenen. In 1805 zal de progressieve geest van de revolutie in de persoon van Napoleon ook aan de poorten van Wenen staan. Beethoven is zijn bewondering voor Napoleon dan al verloren. Zijn Derde Symfonie, de Eroïca, had hij aanvankelijk aan Napoleon opgedragen. Maar toen deze zichzelf op 2 december 1804 tot keizer van Frankrijk kroonde, was Beethoven diep teleurgesteld en verscheurde hij het titelblad waarop de naam van Napoleon stond.

Eleonore BreuningEleonore Breuning (1771-1841) misschien wel Beethovens eerste grote liefde
 
Eleonore Breuning is een jaar jonger dan Ludwig en groeit op in het adellijke paleis van haar familie op de Münsterplatz in Bonn. De jonge componist wordt de pianoleraar van Eleonore en haar jongere broer Lorenz. Ze hadden ongetwijfeld gevoelens voor elkaar opgevat want het volgende citaat uit een brief van Beethoven die hij in 1793 vanuit Wenen naar haar stuurde, liegt er niet om: “Verehrungswürdige Eleonore, meine theuerste Freundin! Erst nach dem ich nun hier in der Hauptstadt bald ein ganzes Jahr verlebt habe, erhalten sie von mir einen Brief … oh, wie viel gäbe ich dafür, wäre ich im Stande meine damalige mich so sehr entehrende, sonst meinem Charakter zuwider laufende Art zu handeln ganz aus meinem Leben tilgen zu können … .” Eleonore wordt door velen beschouwd als de eerste liefde van Beethoven.