Categorie archief: Rusland

Kuifje in de Kaukasus [ 1 ]

De held van onze tijd (1840) als avonturenboek

De held van onze tijdDe held van onze tijd wordt in Rusland en Georgië door kinderen op school gelezen. Je vraagt je af hoe je, als je twaalf jaar oud bent, een psychologische roman kunt lezen. De verfijnde psychologie van Lermontov moet je haast wel ontgaan. Maar De held van onze tijd is meer dan een psychologische roman. Het is ook een indrukwekkend reisverslag. En een avonturenboek. Wanneer je als tienjarige Kuifje in Tibet kunt lezen, waarom zou je dan ook niet met rode oortjes de avonturen van Pechorin in de Kaukasus kunnen lezen? Als je de psychologie helemaal zou overslaan, blijft er genoeg over om van te genieten, Lermontovs beschrijvingen van de natuur bijvoorbeeld. Naast schrijver was hij namelijk ook landschapsschilder.

Voor de hoofdpersoon Petsjorin is de Kaukasus een ideale setting. De onverschilligheid van de natuur tegenover de mens is er maximaal. Tegelijkertijd ontlokt de meedogenloze natuur de reiziger lyrische beschrijvingen. Wat het wilde Westen voor het Amerikaanse transcendentalisme was, was de Kaukasus voor Lermontov: het betoverende en wrede theater van de natuur. Aan de andere kant van de beschaving en aan de andere kant van goed en kwaad. Het amorele van de natuur sluit precies aan bij het karakter van Petsjorin.

Het eerste verhaal in De held van onze tijd is een reisverslag door de Kaukasus en te lezen als een literaire reisgids. Om precies te zijn, beschrijft Lermontov een deel van het traject tussen Vladikavkaz en Tiflis. Sinds mensenheugenis was er al verkeer over de Jvari pas (In het Russisch: Krestovi Pereval).Maar kort na het begin van de negentiende eeuw toen Georgië bij Rusland werd ingelijfd, begon de aanleg van een militaire weg, de zogenaamde Georgische Militaire Weg.

Georgische Militaire Weg
Georgische Militaire Weg van Vladikavkaz naar Tbilisi

De Georgische Militaire Weg loopt tussen Vladikavkaz (Rusland) en Tbilisi (Georgië) en volgt de traditionele route die door de eeuwen heen door indringers en handelaren is gebruikt. De weg strekt zich ongeveer 208 kilometer uit door de vallei van de Terek, steekt de хребет Скалистый over in de Darjalkloof, langs de berg Kazbek en de Kerk van de Heilige Drie-eenheid, en leidt vervolgens door de kloof van de Baidarka naar de Jvari pas, waar hij uitkomt een hoogte van 2379 meter. Het gaat verder langs de rivier de Tetri Aragvi langs het middeleeuwse fort van Ananuri en volgt de rechteroever van de rivier de Kura (Mtkvari) langs de oude stad Mtskheta naar Tbilisi. De fictieve verteller reist in het verhaal Bela in omgekeerde richting. De Kazbek wordt door Lermontov de Kruisberg genoemd.

Eind jaren dertig toen Lermontov zijn fictieve verteller en langs deze route laat reizen, was deze weg nog niet voltooid. Het is een gevaarlijke route en bij sneeuwval nauwelijks nog begaanbaar. In Bela wordt dat zeer beeldend beschreven. De schrijver vraagt zich af waarvoor hij eigenlijk bang moet zijn. Als de natuur bepaalt dat de reiziger zijn doel niet bereikt, is daar toch niets aan te doen. Dit determinisme, waarin de grilligheid van de natuur samenvalt met de grilligheid van het lot, zou een van de hoofdthema’s worden van de psychologische roman van de negentiende eeuw en speelt ook in De held van deze tijd, die algemeen gezien wordt als de eerste Russische psychologische roman.

Kazbek
Oude ansichtkaart met de ruim 5000 meter hoge Kazbek die in het verhaal Bela “de kruisberg” wordt genoemd.

Toch is De held van deze tijd diep geworteld in de romantiek en dat geldt zeker voor de setting. De Kaukasus is een romantisch decor waar het sublieme en het gevaarlijke elkaar ontmoeten. De majestueuze, ruim 5000 meter hoge Kazbek vertegenwoordigt in het verhaal Bela de grootsheid van de natuur.

Lermontov bergpas
de Darjalkloof Is de enige noord-zuidverbinding in de Kaukasus en een deel van de militaire weg loopt hier door. (Illustratie uit: Travels in the Trans-Caucasian provinces of Russia, and along the southern shore of the lakes of Van and Urumiah, 1837)

In het essay Lermontov and the Romantic Tradition: The Function of Landscape in A Hero of Our Time van Cynthia Marsh in The Slavonic and East European (1988) wordt gesteld dat de Kaukasus als een van de rafelranden van het immense Russische Rijk de romantische ziel aantrok, omdat deze hier in het onbekende kon doordringen. De hoofdpersoon Petsjorin is echter allesbehalve een romanticus. Hij zet zich niet zo expliciet af tegen romantiek of alles wat zweemt naar gevoel dan Basarov in Vaders en Zonen van Toergenjev, maar is er net zo afkerig van. Toch geniet Petsjorin van de natuur, maar dan niet op een esthetische wijze. De natuur is voor hem geen schitterend decor, maar de arena van het roofdier waarmee hij zich identificeert. Het amorele karakter van de natuur spiegelt zijn eigen innerlijk.

Lermontov
schilderij van Lermontov
Toren in Sioni, 1837-1838 – Veel Georgische schilderijen en tekeningen van Lermontov tonen wachttorens of oude forten.
Lermontov
De natuur is voor Petsjorin geen schitterend decor, maar de arena van het roofdier waarmee hij zich identificeert. Het amorele karakter van de natuur spiegelt zijn eigen innerlijk.
schilderij van Lermontov
Kruisberg, 1837-1838 – Een van Lermontovs beste schilderijen. Het is gemaakt aan de hand van schetsen die eind 1837 naar de natuur zijn gemaakt.

schilderijen van Lermontov [lermontov-lit.ru]

Zo ben ik nu eenmaal

gelezen: De held van onze tijd (1840) van Michail Lermontov

De held van onze tijdDe held van onze tijd behoort tot de klassiekers van de Russische literatuur. In 1993 verscheen een nieuwe Nederlandse vertaling van Hans Boland omdat de vorige van Aleida Schot gedateerd was geraakt. Ik las de jongste vertaling die in vlot hedendaags Nederlands is geschreven. Lermontov schrijft eenvoudig en doeltreffend. Zoals Stendhal al wist, behoeven psychologische observaties geen mooischrijverij. Zolang de overleggingen van de geest en de bewegingen van het hart maar nauwgezet geregistreerd worden, zal ook de lezer zich op heterdaad betrapt voelen. Want in de romankunst zal een geslaagd karakter altijd herkenning oproepen.

Petsjorin, de hoofdfiguur waarnaar de titel verwijst, zou in Rusland samen met Jevgeni Onegin het model worden voor de overtollige mens. Algemeen is men het erover eens dat dit personage in de literatuur zijn intrede doet bij Lord Byron, die net als Lermontov met Petsjorin, maar dan vijfentwintig jaar eerder zichzelf portretteerde in Childe Harold’s Pilgrimage.

Mikhail LermontovMikhail Lermontov (1814-1841) werd de gedoodverfde opvolger van Aleksandr Poesjkin (1799-1837) nadat deze in 1837 was overleden aan de gevolgen van een duel. Lermontov zou echter maar kort Poesjkins kroonprins zijn, want hij zou Poesjkin maar vier jaar overleven. Ook Lermontov vond zijn einde in een duel, nota bene in Pjatigorsk, het Russische kuuroord aan de rand van de Kaukasus waar een groot deel van De held van deze tijd zich afspeelt. Hoewel hij slechts 26 jaar is geworden heeft hij een volwassen oeuvre nagelaten en vormt hij samen met Gogol de schakel tussen Poesjkin en de twee grootste Russische schrijvers uit de tweede helft van de negentiende eeuw: Tolstoi en Dostojewski.

In het eerste verhaal Bela uit De held van onze tijd wordt de verveling, een belangrijk kenmerk van de overtollige mens een Engelse ziekte genoemd en Lermontov verwijst expliciet naar Lord Byron. Tweehonderd jaar geleden had deze de status van een popster.

Hoofdschuddend en grijnzend zei hij: “klopt het, dat de Fransen deze mode om je te vervelen hebben uitgevonden?”
“Nee, de Engelsen”.
“O, zit dat zo” antwoordde hij “dat zijn altijd verstokte zuipschuiten geweest.”
Onwillekeurig moest ik denken aan een Moskouse dame die beweerde dat Byron een dronkelap was en niets anders.

De held van onze tijd wordt gezien als de eerste psychologische Russische roman. Maar het is meer dan dat. Het is ook een avonturenroman en een reisverslag. Zo opent het eerste verhaal Bela met een lyrische beschrijving van de natuur in de Koisjaoervallei. Het lijkt alsof we voor een schilderij uit de Hudson River School staan en overdonderd worden door de grootsheid van de natuur. In de romantische landschapsschilderkunst werd dit het “heroïsche landschap” genoemd. De schilder trok daarbij alle registers open: woeste rotspartijen, dampende kloven, kletterende watervallen, majestueuze bergtoppen en meestal daarin verloren sporen van menselijke activiteit of een enkele figuur om de nietigheid van de mens te benadrukken. Nu is het bekend dat Lermotov zelf ook landschappen geschilderd heeft. Zijn lyrische natuurbeschrijvingen passen helemaal in de eerste helft van de negentiende eeuw toen de natuur hét project van de kunst geworden was.

Kaukasus
“Rechts was een rotswand, links zo’n diepe afgrond, dat een Ossetisch dorpje op de bodem ervan een zwaluwnest leek.”

De natuur van de Kaukasus is een natuur in superlatieven en de heroïsche landschappen die Petsjorin in woorden schildert, sluiten naadloos aan op het centrale karakter van de roman, de anti-held Petsjorin. In 1840 was de anti-held nog een nieuw verschijnsel. Met de publicatie van Childe Harold’s Pilgrimage tussen 1812 en 1818, had Lord Byron een nieuw type mens geïntroduceerd. Deze zou in de decennia erna een enorme invloed uitoefenen, niet alleen op de literatuur, maar ook op de schilderkunst en muziek. Na zijn tragische dood in Mesolongi in 1824 tijdens de Griekse onafhankelijkheidsstrijd werd het leven van Byron zelf de blauwdruk van de zogenaamde Byroniaanse held en daarmee was in feite de anti-held in de romantische literatuur geboren. Jevgeni Onegin werd de eerste Russische Byroniaanse held, Petsjorin de tweede.

Kislovodsk
“… en daarachter verrijst een amfitheater van bergen in steeds dieper blauwe neven, met aan de horizon een zilverketting van sneeuwtoppen, de Kazbek voorop, de tweekoppige Elbroes als sluitstuk.”

De held van onze tijd is een opvallend modern boek. Qua stijl past het meer in het realisme dan in de romantiek, terwijl het qua inhoud juist een zeer romantische thema’s aansnijdt: exotisme, smokkelhandel, eerwraak, liefdesperikelen en een duel. De roman bestaat uit vijf verhalen die onafhankelijk van elkaar te lezen zijn, maar met elkaar verbonden worden door de hoofdfiguur Petsjorin. Het heeft een originele vertelstructuur. Het eerste verhaal is een raamvertelling die begint met het relaas van de verteller (Lermontov) die vanuit Tbilisi de Kaukasus doorkruist.

Hij reist samen met ene Maxim Maximytsj, een veteraan met “een officiersjas zonder epauletten en een ruige Tsjerkessische muts”. Onderweg vertelt deze de geschiedenis over zijn oude vriend Petsjorin en Bela. Hij moet zijn verhaal verschillende malen onderbreken tijdens deze zware bergtocht die in het najaar wordt ondernomen terwijl er al sneeuw valt. Zo wisselen de reisbeschrijvingen van de verteller en het verhaal dat Maxim Maximytsj hem vertelt elkaar af.

Kislovodsk
“Ongeveer drie werst buiten Kislovodsk, in het ravijn met de Podkoemok, ligt een rots die de Ring wordt genoemd. Hij vormt een natuurlijke poort bovenop een hoge heuvel. De ondergaande zon werpt zijn laatste, vlammende blik op de wereld door dit stenen venster.” (12 juni)

In het tweede verhaal slaat de verteller een andere toon aan: “Ik zal u verschonen van berglandschapsschilderingen en juichkreten, nietszeggende plaatjes – zeker voor wie nooit in deze streken is geweest – en demografische gegevens die geen hond leest.” Enige tijd na de gevaarlijke bergtocht ontmoet hij Maxim Maximytisj opnieuw. Deze krijgt te horen dat Petsjorin in de buurt is. Maxim verheugt zich erop zijn oude vriend te ontmoeten. Maar de ontmoeting wordt voor hem een grote domper. Petsjorin is op weg naar Perzië, heeft haast en nauwelijks aandacht voor zijn oude strijdmakker.

Maxim Maximytsj vraagt hem tenslotte wat hij met Petsjorins papieren moet doen hij jaren voor hem in bewaring heeft genomen. Petsjorin toont er geen enkele interesse meer voor. “Doe er maar mee wat u wilt.” Maxim blijft teleurgesteld achter. De verteller vraagt wat voor papieren hij van Petsjorin zijn. Er blijken dagboeken bij te zitten. Maxim wil ze weg doen en de verteller vraagt of hij ze dan mag hebben. De dagboeken van Petsjorin vormen het tweede (en langste) deel van het boek en worden de lezer aangeboden in drie verhalen: Tamanj, Prinses Mary en De fatalist.

Het langste verhaal uit De held van onze tijd is Prinses Mary. Het bestaat uit dagboekaantekeningen en is door Petsjorin zelf geschreven. Anders dan het verhaal Bela waarin de verteller de geschiedenis optekent die Maxim Maximytsj hem vertelt, is Petsjorin nu zelf aan het woord. We leren hem nu dus van binnenuit kennen.

Kislovodsk
Het Kurhaus van Kislovodsk

Lermontov houdt gepaste afstand van zijn alter ego. Zo schrijft hij in het voorwoord bij Petsjorins dagboek dat hem ter ore is gekomen dat Petsjorin inmiddels dood is. Hij vindt dat een “bijzonder verheugend” bericht. Aan de andere kant heeft hij veel bewondering voor Petsjorin. In hetzelfde voorwoord prijst hij diens oprechtheid “omdat hij zijn eigen zwakheden en gebreken zo meedogenloos uit de doeken doet”. Daarom heeft hij zijn boek De held van onze tijd genoemd en weet zelf niet of dat “boze ironie” is.

In het voorwoord van de roman bekent Lermontov dat hij “gewoon voor zijn plezier geprobeerd heeft de huidige mens te tekenen zoals hij hem keer op keer heeft leren kennen – tot zijn verdriet en tot uw verdriet.” En hij besluit met: “Laat het genoeg zijn dat de ziekte geconstateerd is, Joost mag weten wat er tegen gedaan wordt.” Hier toont hij dezelfde tegenstrijdigheid als Petsjorin: enerzijds is er genadeloze zelfkritiek, anderzijds wordt alles bedekt door de overtuiging dat hij niet anders kan. En juist deze zelfrechtvaardiging ontsnapt aan zijn genadeloze (?) zelfkritiek.

Pjatigorsk
Monument bij Pjatigorsk op de plek waar Lermontov tijdens een duel in 1841 gedood is.

Nadat hij een smerig spel heeft gespeeld met Mary, de dochter van vorstin Ligovskaya, neemt hij afscheid van haar met de woorden: “Ziet u wat een miezerig mens ik ben?” Even later, op dezelfde bladzijde van zijn dagboek, noteert hij “Ik ben als een zeeschuimer, geboren en getogen voor het dek van een piratenbrik.” Petsjorin lijkt zichzelf geen millimeter te geven in dit strenge oordeel over zichzelf. Zijn “onbedwingbare angst voor het huwelijk” en zijn vrijheidsdrang ziet hij als zijn lot waar hij niets aan kan veranderen.

Het wordt gepresenteerd als een eerlijke bekentenis. Net als Lermontovs opmerking in het voorwoord dat hij niet weet wat er aan de ziekte die hij geconstateerd heeft te doen is. Het determinisme waarbij het karakter van de mens door zijn lot bepaald is en waarbij hij zelf niet de vrijheid heeft om dit te veranderen, zou in de tweede helft van de negentiende eeuw eindeloos uitgesponnen worden in de naturalistische en psychologische roman.

Omgevallen boekenkast

Gelezen: Tsaar Alexander I – de dubbele vadermoord van een christen-unionist
van Jeannick Vangansbeke

AlexanderIWat onderscheidt een goed van een slecht geschiedenisboek? Een geschiedenisboek kan bedwelmend mooi geschreven zijn, maar toch geen goed boek zijn. Of het kan academisch (dus saai!) geschreven zijn en juist wél een goed boek zijn. Bij een geschiedenisboek gaat het om de juiste balans tussen het verhaal en de opgediende informatie. Eigenlijk doet een goed geschiedenisboek hetzelfde als een goede geschiedenisleraar: een verhaal vertellen waar je niet alleen van opsteekt, maar dat ook inzicht geeft in de geschiedenis als wereldgebeuren, dus in de levende relatie tussen het verleden en de tegenwoordige tijd. Als dat in orde is, gloeien de oren vanzelf op.

Jeannick Vangansbeke lijkt op de geschiedenisleraar die met zijn rug naar de klas de flipover helemaal volschrijft met informatie. Hij vertelt niet, maar spuit kennis. Vangansbeke is een echte bronnenvreter en zijn intellectuele reikwijdte is beslist indrukwekkend. Zijn boeken over Alexander I en verschillende personages uit het Tweede Franse Keizerrijk rond Napoleon III hanteren dezelfde aanpak: kriskras door de negentiende eeuw, terwijl ook uitgeweken wordt naar de achttiende en twintigste eeuw. Op elke bladzijde dwarrelen de namen als confetti in het rond. Feestelijk wordt het echter niet, want de lezer kan hierbij moeilijk op adem komen.

Continue Name dropping hoort eigenlijk thuis in het personenregister van een geschiedenisboek. En omwille van de leesbaarheid zou de auteur van een niet-academisch boek ook zijn notenapparaat moeten beperken. Maar Vangansbeke heeft de gewoonte naar zijn literatuur te verwijzen door de auteursnaam en het jaar van uitgave tussen haakjes in de tekst zelf te plaatsen. (Zamoyski, 2005) staat dan voor Rites of Peace – the Fall of Napoleon and the Vienna Congress zoals de lezer in de bibliografie achterin het boek kan opzoeken. Door deze werkwijze wisselen namen van historische figuren en historische jaartallen zich voortdurend af met namen van historici en het jaar van publicatie. Deze dubbele name dropping maakt een tekst zeker niet leesbaarder.

Wanneer je eenmaal besloten hebt je hier doorheen te bijten, dring je een jungle binnen van historische kennis. Structuur moet je bij Vangansbeke niet zoeken. In zijn boek over tsaar Alexander I heeft hij het leven van zijn hoofdpersonage verdeeld in vier hoofdstukken: vadermoord, in de ban van Napoleon, Anti-Napoleon en Barones von Krüdener. Voor ingewijden is al duidelijk dat deze vier titels staan voor vier perioden in het leven van Alexander I, namelijk 1777 tot 1801, 1802 tot 1812, 1813 tot 1816 en tenslotte 1817 tot 1825. Deze hoofdstukken zijn dan weer onderverdeeld in een soort paragrafen onder een vetgedrukte tussenkop. Daarbij valt op dat het boek niet alleen warrig gestructureerd is, maar ook slordig geredigeerd. Waarom heet hoofdstuk 4 in de inhoudsopgave Barones van Krüdener maar staat er boven hoofdstuk 4 in de ban van barones van Krüdener?

Dat laatste hoofdstuk behandelt zeker boeiende materie, namelijk de Heilige Alliantie. Vangansbeeke noemt Alexander I een “christen-unionist” omdat hij alle christenen in Oost- en West-Europa met elkaar wilde verenigen in een heilig verbond met Christus als hoofd. In Engeland leidde Alexanders Heilige Alliantie tot gegniffel. De real-politici van het Brits imperium vonden Alexander I maar een naïeve idealist die bedwelmd was door het christelijke mysticisme van barones Von Krüdener. Ook vanuit de moderniteit gezien is dat zo. Toch was Alexanders streven om Europa te verenigen in een christelijk Europa van de oecumene een nobel streven dat in de twintigste eeuw een seculier vervolg kreeg.

Alexander en Wilson
Tsaar Alexander I en Woodrow Wilson

De auteur vergelijkt Alexander I dan ook terecht met Woodrow Wilson, die zo’n honderd jaar later de geestelijk vader werd van een de Volkenbond (1919-1946), een erfgenaam van de Heilige Alliantie. Voor Alexander I ging het in de eerste plaats om een morele orde in Europa met Christus als hoofd. Hierin liet zich de invloed van de Russisch-Orthodoxe Kerk gelden. Maar tegelijkertijd was de Heilige Alliantie de voorloper van de oecumenische beweging en de wereldraad van kerken die zich inspant om orthodoxie, katholicisme en protestantisme onder één dak te verenigen. Bij de Volkenbond (en haar opvolger de Verenigde Naties) is het religieuze aspect verdwenen en heeft godsdienst plaatsgemaakt voor pragmatisme: nooit meer oorlog.