Stedelijk Museum Amsterdam , 21 juli -tot 5 november
Vanmorgen bleef mijn oog dankbaar haken aan onderstaande foto in de krant. Voor dit soort tijdsbeelden bezwijk ik telkens weer. Het is die onbeheerste baldadigheid van de sixties die omstreeks 1970 smakeloze vormen had aangenomen. De opblaasbanken (waarom is in dit interieurontwerp hier eigenlijk niet voor gekozen, zo ligt als een veertje), het meubilair overtrokken met opart-motieven waarin je halucinerend met je Martini in kunt wegdrijven. De opstand van hoge laarzen-blootbeen-minirokje bekroond met kashmir-blouse en startrek-kapsel. In het midden een onbegrijpelijke borreltafel met lederen stootrand en een draaitrap met bordeeltreden. [C] Het feest is compleet.

Dan die levende paspoppen. Meneer links op de voorgrond [A] lijkt op een laptopje te werken, maar dit is 1970. Hij neemt slechts analoog wat rapporten door in zijn zakenkoffertje. Dan achter hem de onvermijdelijke Aziaat [C], die elke multinational moet koesteren. De dames op de voorgrond rechts [B], hebben sinds 1968 [D] nog niets aan hun garderobe gedaan, maar ik vind het prima zo. En dan het motief [E] van die bank, gelukkig zijn er behulpzame en begrijpende stewardessen, die weten dat op 10 kilometer hoogte alles design is, ook de kotszakjes.


Bron: stedelijk.nl