het verhevene in de kunst

Gelezen in Trots Verbrijzeld de biografie van Frederik van Eeden
over de Utrechtse schilder-mysticus Janus de Winter

Trots verbrijzeld, het tweede deel van de biografie over Frederik van Eeden door Jan Fontijn loopt van 1901 tot aan 1932. Mooi vind ik de overgang van het geëxalteerde symbolisme van de jaren 1890-1910 naar het cynisme en de zakelijkheid van de jaren twintig en dertig. Een vloeiende overgang was het allerminst. De absurdistische gewelddadigheid van de Eerste Wereldoorlog had bij velen de hogere idealen stukgeslagen. Meende men nu echt dat de Mensch op weg naar het hoogere was?

Theo van DoesburgDe dadaïsten werden met hun bijtend sarcasme de sloophamer voor alles wat zich meende te verheffen. Kunst werd anti-kunst. Toch waren er kunstenaars die ook na de grote catastrofe in een betere wereld bleven geloven. Daaronder waren verstokte symbolisten, spiritisten, theosofen en antroposofen die zich zover hadden teruggetrokken in hun cocon van spiritualiteit en verstilling, dat het gedreun van de kanonnen niet eens tot hen was doorgedrongen. Maar het waren vooral de modernisten die de avant garde van een nieuwe wereld en een nieuwe kunst vormden. Ze hadden de Grote Oorlog bijna als grote schoonmaak gezien van het opgeblazen negentiende eeuwse nationalisme en eclecticisme, waar zij zo de buik van vol hadden. De toekomst was aan het communisme en internationalisme. Een van de belangrijkste nieuwe bewegingen vormde natuurlijk De Stijl met de schilders Piet Mondriaan en Theo van Doesburg.

Fredrik van EedenFrederik van Eeden was 54 toen de oorlog begon. Ondanks zijn belangstelling voor mystiek en spiritisme was hij tezeer een man van de wereld om de Eerste Wereldoorlog achter gesloten gordijnen uit te zitten. Hij had vele internationale contacten en had bijvoorbeeld ontmoetingen met de Amerikaanse president Theodore Roosenvelt, Sigmund Freud en Hermann Hesse. Ook in Nederland had hij een uitgebreid netwerk, dat niet alleen bestond uit corifeen, maar ook uit excentriekelingen. Zo ontmoette hij in 1916 de Utrechtse schilder-mysticus Janus de Winter. Van Eeden zag veel in hem. Kunstenaar en kunstbons Theo van Doesburg meende zelfs met een genie te maken te hebben en droeg het gedicht De Priester-Kunstenaar op aan Janus de Winter Dat was midden in de Grote Oorlog in 1916, het geboortejaar van Dada. Maar de verheven taal klonk als nooit te voren.

De Priester-Kunstenaar
 
De mensch komt in ‘t licht!
De mensch wordt nu geboren!
De Kunst wordt religie
De Kunstenaar, de priester, die
den wereldwil uitbeeldt, in
vormen
kleuren
woorden,
klanken
de Priester, aan wien
Wij het nieuwe leven danken!
 
Theo van Doesburg
Janus de Winter
Janus de Winter, Wagnermuziek, 1916
Er ontstond in de negentiende eeuw een traditie van muzikale schilderijen, die onder meer van invloed was op de Utrechtse schilder-mysticus Janus de Winter. Op verzoek van de psycholoog Ten Haeff beschreef Janus de Winter uitvoerig zijn synesthetische ervaringen. De Winter schreef in een brief aan Ten Haeff: ‘Trombones, horens, trompetten van rood over oranje naar geel; hobo’s clarinetten en fluiten variëren van donkerbruin over olijfgroen en donkergroen naar licht geel-groen; cello’s van rood of bruinviolet tot blauw en purper; violen kunnen alle kleuren uitdrukken, die dan altijd gemengd zijn met zilveren grijs.. Beethoven werkt veel met rood, maar ook met purper, violet en prachtig groen, zilver en grijs, terwijl Chopin duistere kleuren oproept.’.
 
Aan het begin van de twintigste eeuw telde Nederland een groot aantal verschillende esoterische bewegingen en die trokken veel actieve leden aan. Het is dus niet helemaal verbazingwekkend dat hier al zo vroeg abstracte kunst ontstond. Behalve algemene zaken konden daarin ook essenties van meer individuele aard worden verbeeld. Mondriaan, Janus de Winter, Van Doesburg. Maar ook expressionisten als Sluijters of Kruyder verloren hele stukken van de vertrouwde werkelijkheid uit het oog, deformeerden hun figuren en radicaliseerden hun kleurgebruik. Vaak ging het picturale ‘gebaar’, zoals bij het latere abstract expressionisme, een hoofdrol spelen.
 
ThoughtformsDe theosofie, in het bijzonder de toepassing van de theorie van de gedachtevormen heeft een belangrijke rol gespeeld bij de ontwikkeling van abstracte kunst, niet alleen bij Kandinsky en Mondriaan maar bij talloze andere kunstenaars. Een navolger van Kandinsky in Nederland is Janus de Winter, die vizioenen, aura’s en gedachtevormen schildert.
 
Volgens Van Doesburg kan De Winter echter nauwelijks aanvoelingen van hoger orde verbeelden, omdat hij te intuïtief werkt en het „redelijk evenwicht’ mist. Van Doesburg zegt daarover: „Een ontroering wordt bij mij eerst dan een gedachtevorm, wanneer mijn ontroering dóór mijn verstand vorm aanneemt. Deze gedachtevorm wordt tot kunstvorm door het nuchter construeeren, wat in de scheppende handeling van hooger orde beteekent: het in evenwicht brengen – in volkomen rust en helderheid – van het beeldend middel met den geestelijk waargenomen vorm.’
 
Bron: kunstbus.nl

Alexander Skrjabin en de Theosofie | Thoughtforms | Thoughtforms [Project Guthenberg ]