staufisch bouwwerk

afgelopen maandag de abdijkerk van Maria Laach bezocht

The Beatles of The Stones? Bach of Mozart? Plato of Aristoteles? Romaans of gotiek? Soms moet je kiezen, maar vaak wil je ook kiezen. Niet alleen omdat je iemand wilt zijn, maar ook omdat je wilt weten wie je bent en waar je bij hoort. De keuze tussen romaans en gotiek, was voor mij nooit een moeilijke keuze. Evenals Giorgio Vasari die het label ‘gothisch’ voor het eerst gebruikte voor de stijl die hij zo primitief vond, zag ik de gotiek als een downgrade van het romaans en niet zoals gebruikelijk, als een upgrade. De laatste jaren zie ik romaans-gotiek niet meer als een tegenstelling. De gotiek is als een plant omhooggeschoten uit haar romaanse stam en beiden horen bij elkaar. Het romaans is down to earth en de gotiek is hemelbestormend. Waarom zou dat een tegenstelling zijn? Voor ons verstand lijken het twee tegengestelde bewegingen terwijl in het geestelijk leven altijd paradoxen te vinden zijn. Beide bewegingen blijken ten diepste met elkaar verbonden.

Maria Laach
westfaçade met voorportaal

Afgelopen maandag bezocht ik de abdijkerk van Maria Laach, ten Westen van Koblenz, die de dag tevoren op 27 augustus het 850-jarige jubileum van haar kerkwijding in 1156 had gevierd. Het is de vierde romaanse kerk die ik de afgelopen tien jaar in Duitsland bezocht heb en deze staat bekend als een hoogtepunt van Staufische bouwkunst. In de kunstgeschiedenis kun je de romaanse stijl in Duitsland verdelen in drie verschillende tijdvakken die overeenkomen met de dynastieën uit die perioden:

Ottoons (pre-romaans) 960-1025
Salisch (vroeg-romaans/romaans) 1025-1125
Staufisch (romaans/laat-romaans) 1125-1250

In 2002 bezocht ik de vroeg-romaanse St.Michael in Hildesheim (1033), in 1998 de romaanse St. Maria, St. Liborius und St. Kilian in Paderborn (1220) en in 1996 de laat-romaanse Dom van Limburg an der Lahn (1235). Met een bezoek aan de abdijkerk van Maria Laach (1157) heb ik nu dus ook een romaanse kerk uit de eerste helft van de twaalfde eeuw kunnen bekijken.

De basilika is in Staufische (romaanse) stijl gebouwd. Met haar twee dwarsschepen en twee groepen van drie torens vertoont de abdijkerk gelijkenis met de keizerlijke domkerken van Speyer en Worms. Kenmerkend voor Maria Laach is de westbouw met drievoudige torengevel en de vieringtoren met rombisch dak, die via een transept aan ronde flanktorens is verbonden. Bezienswaardig binnen de kerk is het praalgraf van paltsgraaf Hendrik II (+1095), dat evenwel pas in de 13e eeuw werd opgericht, evenals het daarbij horende stenen baldakijn dat thans het altaar overspant.
 
Bron: nl.wikipedia.org

Maria Laach1093 Stiftung der Benediktinerabtei durch den Pfalzgrafen Heinrich II. und seine Gemahlin Adelheid. Beginn der Bauarbeiten an der Kirche.
1095 Tod des Pfalzgrafen.
Das Mauerwerk ist bis auf drei Meter hochgezogen; die Krypta und der Ostchor sind am weitesten fortgeschritten.
1100 Mit dem Tod der Pfalzgräfin Adelheid werden die Bauarbeiten zunächst eingestellt.
Das östliche Querhaus war ohne Gewölbe errichtet worden, um einen provisorischen Gottesdienstraum für die Mönche zu haben.
1112 Neue Stiftung von Pfalzgraf Siegfried von Ballenstedt.
Gilbert, aus dem brabantischen Kloster Affligem stammend, wird erster Abt. Er vollendet das Langhaus, das zunächst eine Flachdecke hatte, das Westwerk und die Krypta.
1152 Tod des Abtes Gilbert.
Unter Abt Fulbert (1152-1177) kann die Kirche 1156 durch den Erzbischof von Trier geweiht werden, wobei der Altarraum noch unvollendet ist.
1170 Gräfin Hedwig von Are stellt die Mittel zur Vollendung des Ostchores und der Flankentürme zur Verfügung.
1199-1216 Die Arbeiten kommen schließlich unter Abt Albert zum Abschluss.
1220-1250 Das Mittelschiff wird eingewölbt, der Baldachin entsteht.
um 1270 Hochgrab für den Stifter, Pfalzgraf Heinrich II.

Dethard von Winterfeld 
 
Dethard von Winterfeld: Die Abteikirche Maria Laach. Geschichte – Architektur – Kunst – Bedeutung.
 
 

maria-laach.de