bungeejumpen in the head

opnieuw gezien: The Trip (1967)

the tripAfgelopen week keek ik ‘s avonds weer eens naar de psychedelische film The Trip uit 1967. De film is lang niet zo bekend dan Easy Rider (ook met Peter Fonda en Dennis Hopper) maar wat mij betreft wel beter. De score uit Easy Rider van Steppenwolf kan nauwelijks overtroffen worden, maar qua verhaal is The Trip eigenlijk veel interessanter.

Easy Rider is een tamelijk nihilistische roadmovie. Wyatt (Fonda) en Billie (Hopper) hebben het idealisme achter zich gelaten en willen gewoon een hoop fun gaan maken op Mardi Grass in New Orleans. Maar Paul Groves uit The Trip is een heel ander personage. Hij werkt als regisseur voor commercials en zit in een echtscheiding plus midlife crisis. Om zichzelf beter te leren kennen, besluit hij een LSD trip te maken. Het verschil tussen the Trip en Easyrider is ook het verschil tussen zelfkennis en just fun.

Voordat de film begint komt er eerst een waarschuwing van de Amerikaanse overheid die gewichtig wordt uitgesproken. Zonder deze waarschuwing voor LSD had de producent de film nooit kunnen uitbrengen. In 1966 en 1967 was LSD een hype waar veel geld mee te verdienen was en The Trip lift uiteraard mee op deze hype. Het werd gemaakt met een piepklein budget van honderdduizend dollar (iets meer dan voor And now for something comlpetely different van Monty Python vier jaar later) maar de film bracht wel honderd keer zoveel op bij de box offices. Tegenwoordig is de film zo goed als vergeten en wordt deze compleet overschaduwd door Easy Rider. Maar dat is onterecht. The Trip is nog altijd actueel voor iedereen die aan zelfonderzoek doet en daarbij het onderbewuste niet schuwt.

The Trip
Paul Groves (Fonda) en zijn gids John (Dern)
Een LSD-trip is een onderdompeling in het onderbewustzijn. Of beter gezegd: een vrije val. Het is een soort bungeejumpen in je eigen hoofd.

In alles wat met psychologie of psychedelica te maken heeft, draait het om de psyche, de ziel. Voor reductionisten als Dick Swaab is de ziel een misvatting omdat het brein voor hem in de eerste én laatste plaats iets fysieks en chemisch is. Deze materialistische opvatting is wijdverbreid. Het brein zou een chemische fabriek zijn met “bewustzijn” als output. De “fabrieksinstellingen” zouden met psychedelica zoals LSD zo gewijzigd kunnen worden, dat er een andere output ontstaat die je “bewustzijnsverruiming” kunt noemen. Maar voor reductionisten is het allemaal chemie. We hoeven daar geen God, ziel, hemel en hel bij te halen. It’s all in the mind and it’s all chemistry.

Als je dergelijk reductionisme aanhangt en daarbij consequent wilt zijn, zul je ook de liefde als misvatting durven zien. Als de ziel slechts een gedachte is en iedere menselijke gedachte “neuronengeknetter” is, dan is ook de liefde “neuronengeknetter”. Al kunnen we ons er zo heerlijk door laten bedwelmen. Maar er zijn zullen slechts weinig mensen die afstand willen doen van de liefde. Het bestaan van de ziel kan zonder veel moeite worden afgewezen, maar aan de liefde blijken we gehecht. Liefde is een eerste levensbehoefte. Zonder liefde zou ons leven uiteenvallen in onsamenhangende momenten en zouden we zelf uiteen dwarrelen. Zonder liefde zouden we tot wanhoop gedreven worden.

The TripDe meeste psychologische systemen gaan uit van de ziel en de liefde. Het verlangen naar de liefde van de menselijke ziel is daarbij de primaire kracht. In dit verlangen komen we tegelijkertijd onze diepste angst tegen: de angst dat er niet van ons gehouden wordt en dat we uitgesloten worden. De angst dat we vervloekt zijn. De angst voor de hel. Ook al geloven we niet meer in de hel, we kunnen wel degelijk bang zijn voor de hel op aarde: oorlog, ziekte, pijn. We bevinden ons altijd tussen deze twee polen van verlangen naar liefde en angst voor pijn. Als we in onszelf proberen te kijken, kunnen we inzicht krijgen in de geschiedenis van onze verlangens en angsten. Daar is moed voor nodig.

Een LSD-trip is een onderdompeling in het onderbewustzijn. Of beter gezegd: een vrije val. Het is een soort bungeejumpen in je eigen hoofd. Vandaar ook de waarschuwing aan het begin van de film. Een LSD-trip is niet zonder risico. Als “leeflijn” toont Frank’s begleider thorazine. Als je een bad trip krijgt, moet je onmiddellijk de thorazine inslikken. Daarmee kan een psychose voorkomen worden. De thorazine geeft een gevoel van veiligheid, maar biedt geen garantie. Net zoals met bungeejumpen het elastiek iets te rekbaar kan blijken, kan de LSD-gebruiker zijn hoofd beschadigen. Velen maakten in de jaren zestig een enkele reis en keerden nooit meer terug naar de realiteit.

Jack Nicholson schreef het scenario. Twee jaar later zou hij in Easy Rider als de maffe George Hanson met rugbyhelm achterop de motorfiets definitief doorbreken. Nicholoson is duidelijk ervaringsdeskundige. Wie nog nooit een LSD-trip heeft gemaakt, zal door de trip die Jack Nicholson heeft uitgeschreven toch een beetje kunnen delen in die ervaring.

Jack Nicholson en LSD
“Nadat hij voor het eerst LSD had geslikt, was hij ervan overtuigd dat hij het gezicht van God had gezien”, schrijft Eliot. “Hij had ook castratie-angst en koesterde homo-erotische fantasieën en meende tijdens een LSD-trip te hebben ontdekt dat hij een ongewenst kind was”. Nicholson zou ook drugs gebruikt hebben bij het schrijven van scenario’s. Volgens het boek gebruikte Nicholson LSD toen hij in 1967 het toneelstuk The Trip schreef. Ook toen hij een jaar later aan het script voor de Monkees-film Head schreef, “was hij regelmatig stoned en slikte hij LSD”. Nicholson zou volgens zijn biograaf drugs hebben gebruikt om zijn creativiteit te stimuleren bij het acteren en schrijven.
 
Bron: hln.be

The trip [ imdb.com ]