het drama van de vrijheid

gezien met Michaela: the Devil’s Advocate (1997)
DVD Devils' AdvocateDe film geeft een paar klassieke antwoorden op de vraag naar het hoe en waarom van het kwaad, die aangeven dat er met al het trendy gepraat over postmodernisme in tweeduizend jaar christendom toch niet zoveel nieuws bedacht is. Dat de mens slachtoffer wordt van de verleidingskunst van de duivel is aan zijn eigen vrije wil en aan zijn zelfzucht te wijten. Dat is de lijn in het denken die de kerkvader Augustinus aan het eind van de 4e eeuw al uitzette, en diezelfde draad wordt in deze film weer opgepakt. Blijkbaar kan dit antwoord op de tweeledige vraag: waar komt het kwaad vandaan? (dat weten we niet, we weten alleen dat de duivel er handig gebruik van maakt), en: wie is verantwoordelijk voor het kwaad? (dat zijn wij zelf) niet stuk.
IJdelheid is mijn liefste ondeugd
Devil's Advocate
„Ik trek niet aan de touwtjes„, zegt de duivel, „ik zorg alleen voor de attributen„. Het spel van het kwaad spelen de mensen zelf.
„IJdelheid is mijn liefste ondeugd„, lispelt de duivel later in een apocalyptische slotscene, terwijl hij nog eens benadrukt hoe zijn keuze voor het kwade een vrije keuze is geweest en Lomax nog eens fijntjes onder de neus wrijft dat het diens eigen zelfzucht is geweest die hem in het – geef toe: heerlijke! – verderf heeft gestort. „Jij hebt haar verlaten.„ Lomax moet hem gelijk geven. Mensen zijn geen marionetten in het poppenspel van het kwaad. „Ik trek niet aan de touwtjes„, aldus Milton, „ik zorg alleen voor de attributen„. Het spel van het kwaad spelen de mensen zelf. Precies daarin proefde ook Augustinus de tragiek van ons gevallen bestaan: na de zondeval is het onmogelijk niet meer niet te kunnen zondigen (non posse non peccare). Hoe dat komt? Omdat wij door de liefde voor ons zelf (amor sui) en niet door die tot God worden gedreven. Zij maakt dat wij blind zijn voor de naaste, voor de schepping en voor God.
 
Bron: Frits de Lange in Zoekende wie hij zal verslinden [ PDF ]

Devil’s Advocate [ moviemeter.nl ] | meer essays van Frits de Lange