stadion of arena

morgenavond wordt in Wenen gestreden om de Europese voetbaltitel
en ik las een filosofische beschouwing over voetbal door Peter Sloterdijk
arena en stadion
het Colosseum, is een fatalismemachine in grote stijl. Hier worden voor een groot publiek lotswendingen gegenereerd: nederlagen met dodelijke afloop en overwinningen in een waas van wreedheid.
Griekenland was een land dat door twee volken bewoond werd: door de standbeelden en de levenden. De standbeelden zagen er allemaal uit als winnaars, en de winnaars zagen er allemaal min of meer uit als goden. Iets groter dan zijn levende voorbeeld, had het standbeeld altijd iets verheerlijkends. Het straalde een soort morfologisch idealisme uit, dat kennelijk nauw samenhing met de lichaamscultuur van de Griekse man. Men zou zelfs kunnen stellen dat de Grieken met hun sport een groot bio-esthetisch experiment op hun eigen gestalte hebben uitgevoerd.
 
Iets heel anders speelde zich op Romeinse bodem af. In de keizertijd krijgt de architectuur daar een nieuwe impuls, die met de stadioncultuur van de Grieken niets van doen heeft. Het stadion is, zoals bekend, een langgerekte U, met een open zijde, waar zich de tempel bevindt. De gedachte hierbij is dat het wedstrijdterrein openstaat voor de goden en dat de atleten hun oefeningen coram Deis uitvoeren. Heel anders gaat het op Romeinse bodem toe. De Romeinse arena is een bouwtype dat de gesloten ruimte beklemtoont, daar heerst het pathos van de immanentie, een fatale verdichting zonder uitweg. Het schoolvoorbeeld van de arena, het Colosseum, is een fatalismemachine in grote stijl. Hier worden voor een groot publiek lotswendingen gegenereerd: nederlagen met dodelijke afloop en overwinningen in een waas van wreedheid. Dit is ook de reden waarom de moderne cultuur zich op gevaarlijke paden begeeft, wanneer ze in de sport eerder bij de Romeinen dan bij de Grieken aansluiting zoekt.
 
lees verder op trouw.nl