de val van de opstandige engelen volgens Brueghel en Rubens
In mei bezochten we het Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België in Brussel en een maand later de Alte Pinakothek in München. Daar zagen we tweemaal een voorstelling van de val van de opstandige engelen zoals deze in het laatste Bijbelboek Openbaring beschreven staat. In Brussel hangt deze voorstelling gezien door de ogen van Pieter Brueghel de Oude. In München hangt een groot schilderij van Rubens met hetzelfde onderwerp.
val van de opstandige engelen
De voorstelling van Rubens is ruim een halve eeuw ouder dan die van Brueghel maar is totaal anders. Terwijl Brueghel nog teruggrijpt naar de middeleeuwse fantasiewereld van Jeroen Bosch zien we dat Rubens het spoor van Michelangelo doortrekt naar de barok. De gestileerde poppetjes zijn lichamen van vlees en bloed geworden en de peperkoeken gezichtjes van Brueghel hebben bij Rubens een realistische uitdrukking gekregen.
In onze tijd is de val van de opstandige engelen mythologie geworden en voor de meesten van ons vertegenwoordigt het geen werkelijkheid meer. Maar misschien was dat voor Brueghel en Rubens ook al zo. Brueghel schilderde ook de val van Icarus (1558) en Rubens de val van Phaeton (1605). Voor de meeste schilders was een schilderij uiteindelijk een opdracht, of de voorstelling nu uit de Bijbel kwam of uit de Metamorfosen van Ovidius.
en die de hele wereld misleidt.
Samen met zijn engelen werd hij op de aarde gegooid.
Openbaring 12 : 9
Rubens heeft van de strijd van Michaël met de draak een spektakelstuk gemaakt en trekt alle registers open. Het verschil tussen Brueghel en Rubens is het verschil tussen een ondiepe poppenkast en een voorstelling met levende acteurs in een driedimensionaal theater vol lichteffecten.
Bron: Openbaring 12 : 7-12