middeleeuws beeldverhaal

Duccio di Buoninsegna (1255 tot 1319)

Op dit moment ben ik weer aan het grasduinen in de Middeleeuwen. De overgang tussen de Byzantijnse kunst en de proto-Rennaissance waaruit alle Westerse kunst zich zou gaan ontwikkelen, boeit mij bijzonder. Wij zijn helemaal gewend aan de ruimtelijke illusie, maar in de Middeleeuwen was een afbeelding in de eerste plaats een plat vlak. Aan het einde van de 13e eeuw begonnen individuele schilders in de rijke Italiaanse stadsstaten Florence en Sienna, misschien zonder dat ze het zelf bewust waren, te breken met de Byzantijnse traditie en daarmee ook met de Traditie van de Kerk. In Florence had je Giotto en Cimabue, in Sienna Duccio di Buoninsegna die leefde van ca. 1255 tot 1319, een tijdgenoot dus van Dante Alighieri.

Geboren, werkzaam en overleden in Siena. Over zijn persoon is weinig bekend; de enige bronnen zijn officiële stukken. Zo weten we dat hij getrouwd was en zeven kinderen had. Duccio borduurde voort op de stijve, steriele Byzantijnse schilderkunst, maar wist veel meer levendigheid en gevoel in zijn werk te leggen dan zijn voorgangers. Grotere werken zijn omgeven door allerlei kleine tafereeltjes uit het dagelijks leven.
 
Voor zover bekend hebben tien van zijn werken de eeuwen doorstaan. Het bekendste is de Maestà, een altaarstuk in de Dom van Siena, gemaakt in opdracht van het stadsbestuur.

deel van de Maestà

Achterzijde van het altaarstuk de Maestà met verschillende scenes uit het leven van Christus
De aan beide zijden beschilderde maestà mat oorspronkelijk 5×5 meter. De titel slaat op het centrale deel ervan, dat een tronende Maria met Christus op schoot toont. Daaromheen bevonden zich tientallen kleinere panelen, waarvan enkele op deze site worden getoond. Het werk werd vervaardigd tussen 1308 en 1311; in 1711 werd het uit elkaar gehaald. De verschillende delen zijn nog altijd te bezichtigen in Siena.

Bron: Statenvertaling.net | afbeeldingen van Duccio