mogen ze bang zijn ?

Vandaag reageerde in Trouw een lezer op het stukje van Anton van Harskamp (zie post van gisteren). Hij vindt sommige uitspraken weinig invoelend en neerbuigend.

Harskamp zegt: “de soloreligieus wil meester zijn”, maar hij/zij worstelt juist met het meester worden over het machtstreven van het kleine zelf voordat hij/zij kan gaan werken met de Kracht en de Liefde van de innerlijke Grootheid, het Zelf met hoofdletter. Wanneer mensen wakker worden voor dit Weten, gaan ze allerlei wegen bewandelen, hoe vreemd de kronkels ook lijken te zijn. Die pogingen vragen respect. Mogen ze twijfelen, mogen ze bang zijn? Dat is, lijkt me, juist gezond om te groeien.

Eigenlijk zie ik in de worsteling waar deze briefschrijver over spreekt, juist een bevestiging van de uitspraak van Harskamp dat de soloreligieus “meester wil zijn”. Hij/zij zoekt naar een toestand waarin “hij/zij kan gaan werken met de Kracht van Liefde van de innerlijke Grootheid”.

Is dat geen wil tot macht in het kwadraat?