Het West-Vlaamse stadje Ieper is sinds 1919 het symbool van zinloze vernietiging en een antioorlogsmonument. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd er viermaal slag geleverd om het stadje dat aan drie zijden door Duitse loopgraven omringd was. De Eerste Slag om Ieper begon honderd jaar geleden, eind oktober 1914. Het middeleeuwse centrum van Ieper werd met de grond gelijk gemaakt. In de jaren twintig werd het met herstelbetalingen uit Duitsland herbouwd.
Het Duitse 16e Beierse reserve-infanterieregiment, waarbij Adolf Hitler dient, doet op 29 oktober 1914 een tweede poging door te breken nabij Geluveld. Na drie dagen moeten ze de gevechten staken. Op 31 oktober 1914 veroveren ze Geluveld wel maar verliezen daarbij meer dan de helft van hun manschappen. De volgende dag nemen ze Mesen en Wijtschate in, maar verliezen Geluveld aan de Britten.
Bron: nl.wikipedia.org
Tijdens de volledige duur van de Eerste Wereldoorlog was de stad aan drie zijden omringd door Duitse troepen, door de Britse verdedigers werd deze boog in het front de Ypres Salient genoemd. Eenzelfde situatie deed zich eveneens voor, verder naar het zuidoosten, bij de Franse stad Verdun. De Duitsers slaagden er niet in de stad te veroveren. De Duitse cavalerie had – nog voor de gevechten begonnen rond Ieper – de stad kunnen binnendringen en doortrekken; deze veldtocht duurde maar enkele dagen. Ondanks een aantal groots opgezette veldslagen die aan 500.000 soldaten het leven kostten bleef Ieper uit handen van de Duitsers.