over Carl Friedrich Gauß en Alexander von Humboldt
In 2005 publiceerde de jonge Duitse schrijver Daniel Kehlmann zijn historische en humoristische roman Die Vermessung der Welt over twee Duitse genieën, de wiskundige Carl Friedrich Gauß (1777-1855) en de ontdekkingsreiziger Alexander von Humboldt (1769-1859). Het boek werd een ongekend succes. In Duitsland werden 1,5 miljoen exemplaren verkocht. Het jaar daarop verscheen een Nederlandse vertaling. De roman heeft een hoog DWDD gehalte: het leest als een trein, bestaat voornamelijk uit korte zinnen en heeft een hoge dichtheid aan vermakelijke anekdotes en humoristische opmerkingen. Maar we steken er ook wat van op!
Dat Alexander von Humboldt een leverancier van vermakelijke anekdotes is, was mij al langer bekend. Toen ik in 1986 zelf een reis naar Zuid-Amerika maakte, kende ik al verhalen van de man met een hoge hoed en de pandjesjas die samen met een Franse botanicus door het oerwoud trok. Als het prototype van de romantische wetenschapper gebruikte Humboldt zijn eigen lichaam soms als meetinstrument. Zo stapte hij in het water waar sidderalen zwommen om te testen hoe sterk de elektrische lading was en proefde hij curare, waarbij hij zijn veronderstelling bevestigd werd dat curare hoogstens wat duizelingen wanneer het door de mond werd ingenomen. Zolang je maar geen wondje in je mond had, want wanneer curare rechtstreeks met bloed in contact kwam, was het onherroepelijk een dodelijk gif. Door zijn nieuwsgierigheid en onverschrokkenheid grenzend aan doodsverachting had Humboldt het avontuur aan zijn kont hangen. De ideale protagonist voor een historische roman of film. Naar mijn weten heeft Werner Herzog zich nooit gewaagd aan een verfilming van Humboldt‘s reis door Nieuw-Granada en het vice-koninkrijk Peru, zoals de overzeese gebieden van Spanje tussen 1799 en 1806 nog heetten. Vergeleken bij Von Humboldt was Fitzcaraldo een operaminnende huismus.
Bron: nl.wikipedia.org