en woont tijdens de Honderd Dagen in Hotel d’Hane-Steenhuyse aan de Veldstraat
De Honderd Dagen (of Cent Jours) van Napoleon beginnen met zijn ontsnapping van het eiland Elba op 26 februari 1815. Vanuit Zuid-Frankrijk rukt de verbannen keizer van Frankrijk met een groot leger via Grenoble op naar Parijs. Het koningschap van de Bourbons dat in 1814 in ere hersteld was, stond opnieuw op het punt te bezwijken. Lodewijk XVIII kende maar al te goed het lot van zijn broer Lodewijk XVI. Deze had in 1791 geprobeerd te ontkomen aan de revolutionairen en was incognito vanuit Parijs met zijn familie gevlucht richting de Oostenrijkse Nederlanden. Maar aan de Franse grens werd de koninklijke familie herkend en gevangen genomen. Eind 1792 werd hij al citoyen Capet ter dood veroordeeld. Een maand later rolde zijn kop van het schavot.
Een dergelijk lot wilde Lodewijk XVIII zichzelf besparen. Toen hij hoorde dat Napoleon oprukte naar Parijs met een schare enthousiaste aanhangers die steeds groter werd, nam hij op 13 maart 1815 het zekere voor het onzekere. Net als zijn voorganger vluchtte hij noordwaarts. Inmiddels waren de Oostenrijkse Nederlanden met de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden samengevoegd tot het Koninkrijk der Nederlanden. In Gent vond de Franse koning onderdak in Hotel d’Hane-Steenhuyse aan de Veldstraat. Daar zat hij de Honderd Dagen uit. Na de Slag bij Waterloo kon hij weer naar huis. Lodewijk XVIII werd op 8 juli 1815 hersteld op de Franse troon. Voor de Gentenaren bleef hij “de koning van de Veldstraat”.
uit de Gazette van Gend, maart 1815
Ook de kersverse koning van de Verenigde Nederlanden, Willem I, was niet onverdeeld gelukkig met de ongenode gast. ‘België’ had twintig jaar bij Frankrijk gehoord en was nog maar net bij Nederland gevoegd. Willem vertrouwde zijn nieuwe onderdanen niet helemaal, ze waren hem te Franstalig en te katholiek. Het laatste wat hij nodig had op zijn net verworven grondgebied was een katholieke Franse koning.
Bron: tienstiens.org