… en leid ons niet in verzoeking

gelezen in Trouw : filosofie van het kijken
De verzoeking van de heilige Antonius door Salvador Dalí­

Op mijn achttiende verjaardag deed ik mijzelf een reproductie cadeau van onderstaand schilderij van Dalí­ en hing die op aan de muur tegenover mijn bed. De hormonen waren inmiddels op stormkracht gekomen en ik geloof dat ik in de bloterik met de opgeheven crucifix een bondgenoot had gezien. De titel zei mij toen niet zoveel, maar het surrealisme raakte mij op die leeftijd even diep als fantasieën met ondergrondse tunnels toen ik een jongetje van negen was. Later met kunstgeschiedenis ontdekte ik dat de heilige Antonius een favouriet onderwerp is in de schilderkunst. En nog weer later ging ik mij verdiepen in het leven van deze historische figuur. Uiteindelijk mocht ik vorig jaar als pelgrim een bezoek brengen aan het eerste klooster ter wereld dat door hem gesticht is, niet ver van de Rode Zee waar hij in een grot geleefd moet hebben.

De bekoring van de heilige Antonius
Salvador Dalí­ 1946
de verzoeking van de heilige Antonius

De aanvechtingen van deze woestijnmonnik zijn voer voor psychologen en het is dus niet zo vreemd dat in de serie filosofie van het kijken vooral veel Freud wordt losgelaten op dit schilderij. Bij Freud denken we voornamelijk aan de lust, of het lustprincipe. Toen ik over de psychologie van de woestijnvaders ging lezen, ontdekte ik dat deze veel breder is dan de Freudiaanse psychologie. De lust is voor de woestijnvaders een van de aanvechtingen, al is het een heel brandende en hardnekkige. Maar dat geldt evenzeer voor de vraatzucht, de hebzucht, de woede, de neerslachtigheid, de ijdelheid en de trots op het moment dat je het gevecht aan wilt gaan. Dalí laat ons de woestijnheilige zien op het moment dat hij verpletterd dreigt te worden door zijn lichamelijke hartstochten.

Je kunt weinig van dit schilderij begrijpen als je niet weet dat Antonius een zeer tot de verbeelding sprekende heilige uit de geschiedenis van de Kerk is geweest. Waarschijnlijk werd Antonius in 251 na Christus geboren in Como, een dorp in Midden-Egypte. Hij verloor zijn welgestelde ouders rond zijn twintigste. Daar stond hij, rijk maar ongeletterd, want hij had altijd geweigerd te leren lezen en schrijven, hoewel hij in de kerk graag luisterde naar de verhalen uit de Bijbel. Gesticht door Jezus„ parabel van de rijke jongeling schonk hij zijn vermogen aan de armen. Daarna trok Antonius zich terug in de woestijn, waar hij vijftien jaar leefde in een grafspelonk, vervolgens twintig jaar in de resten van een vervallen fort, om uiteindelijk uit te wijken naar de berg Colzim, niet ver van de Rode Zee. In een kleine oase aan de voet van de berg verbouwde hij graan en groente. Omdat hij inmiddels als een heilige werd beschouwd, kwamen velen hem om raad vragen, zelfs keizer Constantijn de Grote kwam hem consulteren. Antonius is niet alleen befaamd vanwege zijn sobere leefwijze, waardoor hij wel wordt gezien als de vader van alle monnikenordes, maar net zo goed vanwege de strijd die hij ’s nacht moest aanbinden met hele legers van demonen.
 
Bron: meer.trouw.nl

Isenheimer AltarMatthias Grünewald schilderde vijfhonderd jaar geleden misschien wel de beroemdste voorstelling van de gekwelde Anthonius. Dat schilderij doet nogal kinderlijk aan: de heilige wordt bedolven onder harige kwelgeesten die aan zijn baard trekken en hem met stokken slaan. De voorstelling maakt deel uit van het Issenheimer altaar en is te zien in Colmar.

de psychologie van de woestijnvaders