Spaghetti-westerns worden gemaakt door Italianen die Sergio heten. De vader van de Spaghetti-western is natuurlijk Sergio Leone (1929-1989). Minder bekend is Sergio Corbucci (1926-1990). Hij maakte in 1966 Django die bijna net zo legendarisch geworden is als zijn jaargenoot The good, the bad and the ugly. Drie weken geleden overleed Sergio Sollima (1921-2015), de oudste van de drie Sergio‘s. Zijn spaghetti-westerns waren meestal politiek getint. Slechterik Lee van Cleef speelde in 1967 in The Big Gundown, maar deze film van Sollima is in Nederland nauwelijks bekend.
Gisterenavond zag ik voor de zoveelste keer The good, the bad and the ugly. Het is de afsluiting van de zogenaamde dollarstrilogie. Sergio Leone perfectioneert de stijl die twee jaar later in C’era una volta il West (1968) zijn hoogtepunt bereikt. Met name de beginscènes van beide films vatten Leone‘s klassieke stijl samen: het trage tempo, de montage met afwisseling van extreme close ups en totaalshots, de verlatenheid en stilte van het droge landschap, het sombere mensbeeld en de zwarte humor.
De score van Ennio Morricone is een klassiek voorbeeld van de volmaakte filmmuziek: beeld en muziek versterken elkaar wederzijds.
Bron: fistful-of-leone.com