Mooie zeepbel

Al een paar dagen loop ik te herkauwen op de verfilming van The Unbearable Lightness of Being, afgelopen woensdagavond uitgezonden door Canvas. Heb zelf het boek nooit gelezen, maar ben de film in 1988 wel direct gaan zien. Het is een van die boeken die vooral door de intrigerende titel wereldberoemd is geworden. Misschien omdat de titel als in een reflex de filosoof in ons doet opveren? Toch kunnen weinigen de inhoud navertellen en nog minder weten wat Milan Kundera ons eigenlijk wil vertellen.

Nu geloof ik zelf dat de Tsjechische volksziel ooit een mystieke flirt met het onpeilbare diepzinnige is begonnen en daar op een bepaalde manier in verstrikt is geraakt. Dixi.

De animatiefilmpjes van Jan Svankmeijer bijvoorbeeld. Ze zijn prachtig om te zien, en nodigen uit om filosofisch te ontleden. Maar mij laten ze altijd achter met het onbevredigende gevoel dat ons hele bestaan een absurd spel is. Goed, ik weet dat er mensen zijn die daar erg van houden, maar ik ben zelf teveel een betekeniszoekend wezen en ik wil dus meer. De meeste Tsjechische animatiefilmpjes ontmasker ik uiteindelijk als quasi-diepzinnig: diepzinnig om het diepzinnige, zeepbellen die strak staan van de symboliek en uit elkaar spatten als we ze willen interpreteren.

Deze traditie van ondoorgrondelijke diepzinnigheid heeft als epicentrum de Tsjechische hoofdstad, stad van de Golem, het hof van de extravagante keizer Rudolf II en natuurlijk Franz Kafka. Het mekka van het absurdistische levensgevoel en quasi-diepzinnigheid. The Unbearable Lightness of Being speelt zich voor het grootste deel af in Praag.

Lena Olin in The Unbearable Lightness of Being
Philipp Kaufmann heeft Kundera’s zeepbelsymboliek prachtig verfilmd: zo licht als een veertje bovenop de spiegel

Op gekleurdewind.nl kwam ik een aardige eyeopener tegen, die mij meer zicht biedt in de nevelige Kunderiaanse diepzinnigheid.

( .. )De scene die naar de titel verwijst is een afscheidsbriefje van haar naar hem. Ze schrijft dat zij zijn lichtzinnige vrije staat van zijn niet langer kan verdragen omdat ze zelf alles zo zwaarmoedig opvat.
 
Is niet ieder mens jaloers op de vrije staat van zijn die slechts enkelen uit lijken te dragen? Die ogenschijnlijk zorgeloos door het leven dartelen, die alles makkelijk af lijkt te gaan, die zich niet emotioneel verantwoordelijk voelen.
 
Niemand wil schuldbeladen leven, waarom doen we dat dan bijna allemaal toch?( … )

Het verhaal gaat dus over (jonge) mensen die worstelen met hun vlinderachtige bestaan omdat ze zich niet aan de zwaartekracht van de moraal kunnen onttrekken. Niet voor niets speelt het verhaal zich niet alleen in Praag af, maar ook nog eens tijdens de Praagse lente, toen de geur van Westerse ‘vrijheid’ tussen de Oost-Europese stookolie- en bruinkooldampen begon door te dringen. Vrijheid (hier: kunnen doen waar je zin in hebt) versus het externe systeem (in dit geval het communisme), maar vooral: versus de geinternaliseerde moraal.

De moraal (en onlosmakelijk daarmee verbonden: de schuld) maakt het uiteindelijk zwaar om licht te willen leven. Tereza verlangt naar trouw en krijgt een (onterecht) schuldgevoel omdat ze naar Tomas’ trouw verlangt! Tomas is een Raskolnikov-achtig personage (maar dan oneindig veel slapper), die zichzelf tot Wet probeert te maken. Maar waar Dostojevsky zijn hoofdpersonage in Crime and Punishment volledig blijft volgen in zijn wanhopige poging om een autonoom mens te zijn, kiest Kundera voor een Deus ex Machina: hij laat Tomas en Tereza in de mist oplossen. Moraal van het verhaal?