geboortegrond

virtueel & historisch reizen door de provincie Utrecht en Veenendaal

Hoewel ik al de helft van mijn leven een Gelderlander ben, blijft mijn geboortegrond hier 30 kilometer vandaan liggen in de provincie Utrecht. Mijn geboorteplaats Veenendaal ligt op het randje van de provincie Utrecht en in vroeger tijden lag het er gedeeltelijk zelfs overheen. Men sprak toen van een ‘Stichts’ en ‘Gelders’ Veenendaal. Mijn grootouders van vaderskant komen trouwens van het Benedeneind, dat vroeger dus in de provincie Gelderland lag. Je zou dus zeggen dat ik mijn Gelderse geboortegrond trouw gebleven ben. In ieder geval ben ik een man van de bossen. Een paar kilometer van mijn huis sta je op het Nationaal Park Veluwezoom, terwijl mijn ouderlijk huis op een steenworp afstand ligt van het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug.

Inmiddels woon ik alweer 20 jaar in de Gelderse hoofdstad. Maar ik blijf verbonden met de provincie Utrecht. Ook online. Zo ontdekte ik de op prachtige website collectieutrecht.nl een interactief kaartje van het Sticht. Iedere lokatie die je kunt aanklikken, vertelt een verhaal. Zo vertelt Veenendaal het verhaal van textiel en sigaren. De veenkolonie is er groot mee geworden. Ondernemend volk die Veenendalers. Zo ook mijn grootvader die in 1920 met een compagnon een eigen textielgroothandel begon. Deze ondernemersgeest heeft Veenendaal omhooggestuwd tot het derde winkelcentrum van de provincie Utrecht. Met het nieuwe centrum de Brouwerspoort krijgt het winkelhart van Veenendaal straks een forse uitbreiding, die de stevige positie in de provincie Utrecht moet handhaven.

VSW Veenendaal

De VSW, de Veenendaalsche Stoomspinnerij en Weverij N.V. ofwel ‘de grote fabriek’ aan de Zandstraat in Veenendaal bijna 100 jaar geleden. In deze tijd werkte mijn overgrootvader hier. Negentiende eeuwse uitbuiting ging nog gewoon door. Was hij eens ziek, dan was er thuis ook geen geld.
Waarom werd Veenendaal zo„n grote industrieplaats? Veenendaal lag immers niet aan een belangrijke waterweg. En ook kwam de eerste trein pas in 1886 langs Veenendaal, toen de spoorlijn Amersfoort–Kesteren werd aangelegd.
Verkeers-geografisch lag het dorp dus niet ideaal.

Maar Veenendaal was van oorsprong een veenkolonie waar eeuwenlang veen werd gewonnen. Omdat veenarbeid seizoensgebonden was, zochten veenarbeiders en hun vrouwen de resterende tijd van het jaar naar andere inkomstenbronnen, als wolwever of sigarenmaker. Er werd voornamelijk gebruik gemaakt van lokale grondstoffen en producten. In de 18de eeuw raakten de venen uitgeput en werd de turfwinning minder rendabel. Vanuit de traditionele huisnijverheid ontstonden nu meer georganiseerde werkplaatsen door kleine lokale zelfstandigen opgericht.
 
Landbouw leverde voor de Veenendalers maar weinig op, omdat de grond door de vervening te slecht was. De verwerking van wol en tabak was voor de veenarbeiders dan ook een welkome aanvulling. Wol en tabak waren makkelijk verkrijgbaar. Door de tabaksteelt rond Amerongen, Rhenen, Elst en Amersfoort werden in Veenendaal thuis sigaren voor de verkoop gerold.

Maar belangrijker nog was de aanwezigheid van schapen.

Zowel voor de tabaksteelt – de schapen zorgden voor de mest op de akkers – als op de Gelderse heidevelden was een flink aantal schapenhouderijen. Deze leverden de wol voor de wolkammerijen, spin- en weverijen die in Veenendaal floreerden.
 
Veenendalers waren dus van huis uit bekend met spinnen en weven. Bijkomend voordeel was het stromende water van de Grift. Water was nodig voor het wassen en verven van de wol. Uit deze wolkammerijen en spinnerijen groeiden in de tweede helft van de 19de eeuw fabrieken: Scheepjeswol, Hollandia, Frisia en VSW (Veenendaalse Stoomspinnerij en Weverij). Vanaf 1850 ontwikkelde Veenendaal zich tot een industrieplaats van formaat waar duizenden Veenendaalse gezinnen een boterham verdienden. Rond 1900 gebeurde dit nog vooral in de textielindustrie, maar daarna ook in de sigarenfabrieken, zoals van Ritmeester en Panter & Tijger.
 
Bron: collectieutrecht.nl

“Als we hier naar het toilet moeten hebben ze in Veenendaal de broek al weer omhoog.”

(gezegde uit Ede)

Hollandia Veenendaal
Vergane glorie in Veenendaal:
De Hollandia fabriek (of Mussenfabriek).

Binnenkort wordt de Mussenfabriek na 25 jaar lang speculeren eindelijk gesloopt, alleen de gevel blijft staan. Van 1985 tot 1988 had ik als student aan de kunstacademie hier een atelier in de voormalige directiekamer op de hoek van de eerste verdieping. De lokatie gaat deel uitmaken van de Brouwerspoort en achter de gerestaureerde gevel krijgt o.a. het museum het Kleine Veenloo onderdak.

de Brouwerspoort
Plan voor het nieuwe centrum de Brouwerspoort. De lokatie van de oude Hollandiafabriek is rood omcirkeld.

wolkammers
Vóór 1840 is Veenendaal grotendeels een dorp waarin de huisnijverheid floreert en de sociale verhoudingen duidelijk zijn. Enerzijds zijn er de wolkammers die het kapitaal verschaffen voor de wolproductie. Is er geverfde wol nodig of behoefte aan lappen textiel? De wolkammer zet de juiste arbeiders aan het werk. Hij verdeelt en bepaalt de productiewijze om aan de vraag te kunnen voldoen. De wolkammers zijn dan ook de ‘baas’ in Veenendaal. Daarnaast zijn er de handwerklieden en thuisspinners. Zij beschiken over de werktuigen en de technische kennis en bepalen het werktempo. Lees verder…

fotocollectie Veenendaal | collectieutrecht.nl