Sinds D.W.Griffith en G.W. Bitzer rond 1915 de flashback introduceerden, zijn we met z’n allen geconditioneerd aan een universele filmtaal. Deze is net als elke andere taal collectief bezit en dus in voortdurende ontwikkeling. Vanaf de jaren negentig lijkt er aan de filmtaal, waarschijnlijk in wisselwerking met de opmars van de gekoppelde intelligentie van het World Wide Web, een nieuwe syntax met een interactief en non-lineair karakter te zijn toegevoegd. Pulp Fiction (1994) is daar nu al een klassiek voorbeeld van. Het is er allemaal niet eenvoudiger op geworden. Met films als Abre los ojos (1997), Donnie Darko (2001), Mullholland Drive (2001) en Adaption (2002) waarin heden en verleden, droom en werkelijkheid geraffineerd met elkaar vervlochten zijn, wordt het uiterste van ons gevraagd om de verhaallijn te volgen.
Eternal Sunshine of the Spotless Mind uit 2004 is ook weer zo’n ingewikkelde film. De fantasie (je ex letterlijk uit je geheugen laten wissen door een stel nerds) is natuurlijk heel aardig. Doordat het geheugen van de hoofdpersoon selectief gewist wordt en we telkens teruggaan in het (gemanipuleerde!) verleden, ontstaat er net als in verhalen over tijdreizen, een ‘merkwaardige lus’: in werkelijkheid kan het niet, maar in de werkelijkheid die film heet kan het weer wel. Eternal Sunshine moet eigenlijk een paar keer gezien worden om het scenario tot zijn recht te laten komen. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit in een film het thema boy meets girl zo verrassend belicht heb gezien. Maar misschien ben ik nu een stukje uit mijn geheugen kwijt…
Bron: Eternal Sunshine of the Spotless Mind [moviemeter.nl]
De titel is overigens een citaat uit een gedicht van Alexander Pope (1688 – 1744)
Fragment uit: Eloisa to Abelard
How happy is the blameless vestal’s lot!
The world forgetting, by the world forgot.
Eternal sunshine of the spotless mind!
Each pray’r accepted, and each wish resign’d;
Labour and rest, that equal periods keep;
“Obedient slumbers that can wake and weep;”
Desires compos’d, affections ever ev’n,
Tears that delight, and sighs that waft to Heav’n.
Grace shines around her with serenest beams,
And whisp’ring angels prompt her golden dreams.
For her th’ unfading rose of Eden blooms,
And wings of seraphs shed divine perfumes,
For her the Spouse prepares the bridal ring,
For her white virgins hymeneals sing,
To sounds of heav’nly harps she dies away,
And melts in visions of eternal day.