Categorie archief: boeken

Montana Dreamin’

gelezen in: De zucht naar het Westen (1985)
vandaag is Cees Nooteboom 90 geworden

de zucht naar het WestenHoewel John Steinbeck in Travels with Charley maar drie bladzijden wijdt aan zijn passage door Montana, is hij lyrisch over deze Amerikaanse staat in de lege Noordwesthoek van de Verenigde Staten. Hij noemt zijn verblijf in Montana zelfs een “liefdesgeschiedenis“. Hier vindt hij nog iets van de wildernis waarvan Owen Wister in The Virgininan (1902) al schreef dat deze niet meer bestond.

Montana is in oppervlakte de derde staat van de VS met 381.000 km. Maar er wonen slechts 1,1 miljoen mensen, waarvan 100.000 in de grootste stad Billings. Met 2,7 inwoners per vierkante kilometer is Montana bijna net zo dun bevolkt als de Westelijke Sahara. Als je bedenkt dat zeker de helft van de bevolking in de steden woont, betekent dat het grootste deel van Montana leeg en verlaten is. Dat was een van de redenen waarom Steinbeck zo van Montana hield, hij vond er de rust die voor de kolonisering van het Westen overal geheerst moet hebben, van de Mississippi tot aan de Stille Oceaan. Ook is hij gecharmeerd van het plaatselijke dialect dat hij in 1960 nog in Montana hoort. De staat lijkt zich nog te hebben onttrokken aan de globalisering via televisie, media en moderne infrastructuur. Montana is voor Steinbeck wat Mount Katahdin voor Thoreau was: de natuur zonder de stoorzender die “mens” heet.

montana
Met 2,7 inwoners per vierkante kilometer is Montana bijna net zo dun bevolkt als de Westelijke Sahara.

Ook Cees Nooteboom schrijft over de leegheid van Montana. Een van de typisch Notenboomiaanse overpeinzingen gaat over de vorm van Montana van bovenaf gezien. Hij stelt zich voor waar hij is, gevangen binnen de bijna-rechthoek die de grens van Montana in feite is. De kaarsrechte lijnen die op de tekentafel getrokken zijn, bestaan in de natuur niet. Natuurlijk niet. Alleen de westelijke grens van Montana is grillig alsof de twee rechte lijnen die de noord- en zuidgrens vormen zich ineen ineens bedacht hebben en naar elkaar toe gaan lopen langs de natuurlijk grens van een bergketen. “Men kan zich afvragen wat die dingen ertoe doen, maar ik vind het behaaglijk, die merkwaardige, aan de linkerkant door een spitsmuis afgekloven vorm.”

Geert Mak en Cees Nooteboom schrijven beiden over de Lewis en Clark-expeditie (1804-1806) die voor het ontsluiten van het Westen zo belangrijk is geweest. En voor de indianen zo dramatisch. Deze expeditie wordt voor mij nog steeds omhuld door het aura van de Romantiek. Net als bij de expeditie van Napoleon naar Egypte (1788-99) of de ontdekkingsreis van Alexander van Humboldt naar Zuid-Amerika (1799-1803) vond de Lewis en Clark expeditie plaats in dezelfde periode (1898-1806) waarin in Duitsland de romantiek werd “uitgevonden”. Romantisch waren deze expedities allerminst, niet alleen door de ontberingen maar ook door het zakelijke doel. Jefferson was er heel duidelijk over: doelen. “To find the most direct and practicable water communication across this continent, for the purposes of commerce.” Ook al is de expeditie voor de wetenschap van grote betekenis geweest (net als bij de expeditie van Napoleon naar Egypte) tenslotte ging het om geopolitieke en economische belangen.

montanaNooteboom stelt vast dat in Montana het wantrouwen naar het “Oosten” (lees: Washington) nog steeds bestaat. De staat werd en wordt nog altijd gezien als een wingewest. De investeerders kwamen aanvankelijk allemaal uit het Oosten. En daar ging ook de winst heen. In het Seal of Montana (1865) worden pioniers met de woorden “oro y plata” (goud en zilver) verleid om naar Montana te komen. The Treasure State is daar zelf niet rijk van geworden. Terwijl Californië en Texas de twee rijkste staten van de VS zijn, is Montana (na Californië en Texas) in oppervlakte de derde staat, toch de op drie na armste staat. Hoewel arm? De economie van Montana was in 2022 met een Bruto Binnenlands Product van 65 miljard nog altijd even groot als die van Ghana (32,8 miljoen inwoners).

Reizen met Cees

Cees Nooteboom viert morgen zijn 90e verjaardag
begonnen in: De zucht naar het Westen (1985)

de zucht naar het WestenNa vijfhonderd bladzijden Reizen zonder John en nog eens ruim tweehonderd bladzijden Reizen met Charley had ik de smaak zo te pakken dat ik mijn virtuele reis door de Verenigde Staten nog even wilde verlengen met een ander reisboek. Ik koos voor De zucht maar het Westen (1985) van Cees Nooteboom, een bundeling van 15 verhalen van reizen die hij tussen 1972 en 1985 door de Verenigde Staten maakte.

Het eerste reisverhaal Aan de Penobscot Baai sluit prima aan op het begin van de reis die John Steinbeck in 1960 maakte en die Geert Mak 50 jaar later volgde. Steinbeck begon in New England en reisde eerst door naar het noorden van Maine, de staat die als een duim Canada insteekt. Cees Nooteboom landde in februari 1972 in Montreal om door te reizen naar Castine aan de Penobscot Bay ten Zuiden van Bangor en een van de meest oostelijke plaatsen van de Verenigde Staten.

In 1986 heb ik tijdens mijn eerste reis naar Amerika een half uur stilgestaan op het vliegveld van Halifax (Nova Scotia). Door de patrijspoort ik een eerste glimp van de Nieuwe Wereld opvangen: een geasfalteerde vlakte afgezoomd met een donkere streep naaldbomen waarboven een sombere wolkenlucht. Meer was het niet. In Maine ben ik nog nooit geweest, maar ik stel me voor dat het landschap aan de Penobscot Bay, 7 uur rijden van Halifax, enigszins op dat van Nova Scotia lijkt. Saai of niet, de Amerikaanse dichter Henry David Thoreau schreef lyrisch over de bossen van Maine.

maine woodsIn The Maine Woods (1864) verzamelde Henry David Thoreau verslagen van reizen die hij in 1846, 1853 en 1857 in de bossen van het noordoostelijk deel van de Verenigde Staten had gemaakt. Hij beschrijft Mount Katahdin op een romantische manier en bestudeert de levenswijze van pioniers en indianen. Uit deze geschriften blijkt dat Thoreau beschikt over een degelijke natuurwetenschappelijke en botanische kennis, ook al is zijn visie op de natuur vaak gepersonifieerd en geïdealiseerd. Zijn activiteit als natuuronderzoeker nam de laatste tien jaar van zijn leven het grootste deel van zijn tijd in beslag. In de bijlage van The Maine Woods neemt Thoreau een lijst op met namen van planten, bomen en vogels, en woorden uit de Algonquin-taal.

Nooteboom geeft twee voorbeelden van vogelnamen in de Algonquin-taal: nipsquecohussus (houtsnip) en adelungguaumookthum (lijster). De woorden maken door hun : mysterieuze lange, hortende vormingen” grote indruk op hem. Ook schrijft hij over Mount Katahdin, de hoogste berg in Maine, waar Thoreau zo lyrisch over schreef: “This was that Earth of which we have heard, made out of Chaos and Old Night. Here was no man’s garden, but the unhandseled globe. It was not lawn, nor pasture, nor mead, nor woodland, nor lea, nor arable, nor wasteland…Man was not to be associated with it. It was Matter, vast, terrific…rocks, trees, wind on our cheeks! the solid earth! the actual world! the common sense! Contact! Contact!” (Bron: when Thoreau went nuts on Maine’s Mount Katahdin)

Nooteboom reisboeken
in mijn boekenkast staan veertien reisboeken van Cees Nooteboom plus zijn eerste roman Philip en de anderen

Vastleggen van het vloeibare (1986), recensie van Joost Zwagerman over De zucht naar het Westen [dbnl.org]

Reizen mét John [ 2 ]

gelezen: Reizen met Charley (1962) van John Steinbeck
in het Nederlands vertaald (2011) door Tineke Funhoff

Steinbeck maakte zijn inspectietocht (aanvankelijk onder de titel In Quest for America) op een moment dat de Verenigde Staten nog op het hoogtepunt van hun macht en aanzien stonden in de wereld. In Nederland begon de welvaart inmiddels op stoom te komen en Amerika was het modelland. The American Dream had zich nog gehuld in bedwelmende pasteltinten. De harde kleuren en scherpe contouren van de jaren zeventig, zouden in de jaren zestig steeds zichtbaarder gaan worden. De oorlog in Vietnam, de keerzijde van de welvaart en grimmige raciale verschillen hadden de roze wolk waarin de Amerikanen na de Tweede Wereldoorlog leefden rond 1970 snel doen optrekken. Maar in 1960 lag de roze wolk van de Amerikaanse Droom nog als een dichte mist over het land. Steinbeck leek in deze mist meer zicht te hebben dan de gemiddelde Amerikaan. Hij voorzag een aantal verschijnselen, die we nu allemaal zien.

travel with charley
16000 km door 33 staten in 75 dagen
In 1960 lag de roze wolk van de Amerikaanse Droom nog als een dichte mist over het land. Steinbeck leek in deze mist meer zicht te hebben dan de gemiddelde Amerikaan.

Zo zag hij in zijn land de eerste onomkeerbare gevolgen van mondialisering en globalisering, gesymboliseerd door Coca Cola en MacDonald’s. Niet alleen verandert globalisering onze leefwereld (vooral door de massaconsumptie) maar ook onze taal. Steinbeck heeft het over “verpakt” Engels dat door televisie nu tot in de meeste afgelegen gebieden van Amerika is doorgedrongen. Alleen in Montana hoort hij nog een dialect waar hij bijzonder gecharmeerd van is. Het traject door Montana noemt hij zelfs “een liefdesgeschiedenis”. Steinbeck is duidelijk een liefhebber van het regionale waarin hij het eigene nog voelt.

Cadillac Eldorado 1960
De Cadillac Eldorado (1959) een van de vele expressies van de American Dream

Over de oprukkende globalisering en dus het verdwijnen van het plaatselijke, is hij somber. Als hij zijn reis maakt, is hij met 58 een oudere man die terugkijkt op een wereld die aan het verdwijnen is. Hij is zich daar ook van bewust en wil niet alleen somberen over de vooruitgang. Over de stacaravan, een fenomeen dat in de jaren vijftig grote opgang heeft gemaakt, is hij bijvoorbeeld enthousiast ook al weet hij dat het in de praktijk nog meer plastic en nog meer aluminium betekent. Over fastfood is hij negatief en hij klaagt dat hij tijdens zijn 16000 kilometer lange reis in geen enkel wegrestaurant een fatsoenlijk diner of ontbijt had gehad. Alles was verpakt en gekoeld. Hij stelt vast dat Amerika de hygiëne voorrang heeft gegeven boven de smaak en dat daarom het geconditioneerde publiek onvermijdelijk zijn smaak verliest.

caravans
“Het zijn prachtige gebouwde onderkomens, een buitenkant van aluminium, met dubbele wanden, geïsoleerd en vaak afgetimmerd met fineer van hardhout…
caravans 1960
… soms zijn ze wel twaalf meter lang, ze hebben twee tot vijf kamers, en zijn uitgerust met airconditioning, toiletten, badkamers, en steevast televisie.”

tupperware 1960Net als het in plastic verpakte eten hekelt hij de pulpbladen en de televisie die van New York tot Los Angeles overal dezelfde bagger over het publiek uitstorten. Er waren weliswaar nog wel goede tijdschriften en boeken te koop, maar het merendeel van wat hij onderweg tegenkwam, waren boeken en lectuur over seks, sadisme en moord. “Als dit volk zijn smaakpupillen heeft laten verschrompelen dat het smakeloos voedsel niet alleen aanvaardbaar maar ook wenselijk vindt, hoe staat het dan met het emotionele leven van de natie?” vraagt hij zich af.

Steinbeck blijkt ook echt een discipel van het transcendentalisme, de Amerikaanse romantiek. In Californië heeft hij een mystieke ervaring in contact met majestueuze sequia’s. De tweeduizend jaar oude woudreuzen doen voor hem de mens met zijn “vooruitgang” sterk relativeren. De natuur is Johns stille bondgenoot. Tijdens zijn roadtrip vermijdt hij niet voor niets de grote steden en concentreert hij zich op het platte land. Maar overal ziet hij de oprukkende beschaving en een natuur die door de mens bedreigd wordt.

TIMEcover 1960
Een van de tijdschriften de Steinbeck in het najaar van 1960 onderweg gelezen kan hebben. TIME over de automatisering van de maatschappij, dertig jaar voor de digitale revolutie.

In Seattle is hij geschokt over het enorme tempo waarmee de urbanisatie om zich heen grijpt. Hij herinnerde zich Seattle als een stad op heuvels met veel ruimte en overal bomen en tuinen. “Dat is nu niet meer zo.” schrijft hij. De toppen van de heuvels zijn afgevlakt om daar zo “hokken voor de konijnen van nu” te realiseren. Overal ziet hij “de gele rook van de vooruitgang” hangen die geen kant op kan omdat de zeewind deze boven de stad gevangen houdt.

soepautomaat
“Maar van al die automaten is de warme soepmachine het grootste succes. Kies uit tien soorten (…), werp een munt in. Er komt een rommelend gezoem uit de reus en een raampje waarin staat WORDT VERWARMD licht op. Na een minuut begint er een rood lichtje te knipperen, tot je een deurtje opendoet en het bekertje met kokendhete soep eruit haalt.”

Het Word Life Fund (1961) en de Club van Rome (1968) moesten nog worden opgericht, maar Steinbeck zag in 1960 al scherp de urgentie van natuurbehoud. Pas met het verschijnen van The Limits to Growth: a global challenge uit 1972 werd de noodklok geluid en kon de milieubeweging zich in navolging van de milieuvervuiling wereldwijd gaan verspreiden.