Living in the material world (2011)
Bron: bol.com
George Harrison
George Harrison in 1967
George Harrison
Afgelopen week luisterde ik naar klavierwerken van J.S. Bach uit de periode 1700-1715. Van 1708 tot 1717 was Bach in Weimar hoforganist, kamermusicus en later ook concertmeester van hertog Willem Ernst van Saksen-Weimar. Deze regeerde tamelijk autoritair, zoals in de tijd van het absolutisme gebruikelijk was. Hij was ook een beschermheer van kunstenaars. Bach was een virtuoos op het orgel en het klavecimbel. Zo zou Bach op het orgelpedaal loopjes hebben kunnen spelen die de meeste organisten niet eens met de handen gespeeld kregen. De hertog betaalde hem vorstelijk voor zijn diensten. De suite in F mineur componeerde Bach in 1715. Daarin meen ik invloed van François Couperin te horen. We weten dat zijn theoretische werk L’art de toucher le clavecin (1716) grote indruk maakte op Bach. De Suite in F Mineur is twee jaar na Le Premier livre de pièces de clavecin (1713) van Couperin gecomponeerd. In de uitvoering van Christiane Wuyts klinkt deze meditatief, abstract en verrassend modern.
Suite in F Minor [ youtube.com ] | Couperin & Bach [ bach-cantatas.com ]
In de achttiende eeuw was het Stabat Mater van Giovanni Battista Pergolesi het meest gedrukte muziekwerk en werd het op Goede Vrijdag veel vaker uitgevoerd dan een oratorium van Johann Sebastian Bach. Tegenwoordig is dat omgekeerd. Pergolesi wordt net als Bach tot de barokmuziek gerekend, maar ik associeer zijn muziek eerder met het rococo. Net als het rocaille van deze ornamentele stijl, wordt de melodielijn in eindeloze versieringen uitgesponnen. Meestal is late barok en rococo frivool en feestelijk, en zo klinkt ook de muziek. Maar Pergolesi bereikt met zijn Stabat Mater een diepte die recht doet aan de dramatische inhoud van de tekst.
Een van de mooiste delen van het Stabat Mater van Pergolesi vind ik Sancta mater, istud agas.
Stabat Mater [ nl.wikipedia.org ] | Pergolesi [ nl.wikipedia.org ]