Al eerder schreef ik iets over de Kanon Pokajanen van Arvo Pärt. Deze boetekanon die aan de heilige Andreas van Kreta wordt toegeschreven, wordt in de eerste week van de Grote Vasten verdeeld over vier stases van maandag tot en met donderdag gelezen en daarna nog eens in zijn geheel op de woensdag van de vierde week vóór de Zondag van Maria van Egypte. De compositie van Arvo Pärt uit 1997 volgt de negen oden en eindigt met een gebed.
Arvo Pärt
Bron: musicolog.com
1. Exodus 15:1-19 Het Lied van Mozes en Miriam na het oversteken van de Schelfzee.
2. Deuteronomium 32:1-43 Het Lied van Mozes.
3. 1 Samuel 2:1-10 (1 Koningen 2:1-10, LXX) Het lied van Hannah.
4. Habakkuk 3:2-19 Het visioen van Habakkuk.
5. Jesaja 26:9-20 Het gebed van de Profeet Jesaja.
6. Jona 2:3-10 Het gebed van de Profeet Jona.
7. Het gebed van Azariah 2-21 (Daniel 3:26-45) Het gebed van Hananiah, Mishael en Azariah.
8. Daniël 3:52-90 Het Lied van de jongelingen in de vuuroven.
9. Lukas 1:46-55 Het Magnificat.
de kanon in het Kerkslavisch | Engelse vertaling van de kanon