Maandelijks archief: april 2018
paint it black
Part 6 – Things fall apart (January 1968 -June 1968)
Over de eerste zeven jaren (1963-1970) van mijn leven heb ik een idyllisch beeld. Het lijkt alsof alle subpersoonlijkheden in mij stilzwijgend de afspraak hebben gemaakt om dat zo te houden. De jaren zestig als zachte bakermat onder mijn bestaan. En Flower power, the summer of love, hippies en Heintje bevestigen dat. Maar je kunt dit rooskleurige beeld van de sixties eenvoudig binnenstebuiten keren: rassenrellen, Biafra, Noord-Ierland en Vietnam.
Als mijn ouders het over de tweede helft van de jaren zestig hadden, dan spraken ze over “grimmige jaren”. Ze waren toen al te “oud” om de optimistische jongerencultuur nog in zich op te nemen. Laat staan om zich mee te laten slepen door de seksuele revolutie. Maar wel kregen ze veel zwart-witbeelden op hun netvlies. De moord op John F. Kennedy (22 november 1963) en de moord op Martin Luther King (4 april 1968) en Robert F. Kennedy (6 juni 1968). En alle gruwelijkheden uit Vietnam. Vergeleken bij de Tweede Wereldoorlog die ze als kind hadden meegemaakt, kwam het geweld pas na 1965 via de televisie bij de meeste Nederlanders de huiskamer, en dus ook de bovenkamer, binnen.
and see my heart is black
I see my red door,
I must have it painted black
The Rolling Stones, Paint it black (1966)
De Vietnamoorlog was de eerste “televisieoorlog”. Voor het eerst in de geschiedenis kon het thuisfront de oorlog van dag tot dag op de televisie volgen. Verslaggevers in Vietnam brachten de oorlog in de huiskamer, de comfort zone bij uitstek. Dat bleef niet zonder gevolgen. De protesten waren enorm. Vietnam vormde het keerpunt voor de Verenigde Staten als supermacht. Niet alleen verloor het aan prestige dat het sinds de Eerste Wereldoorlog had opgebouwd, maar de Vietnamoorlog voedde ook een virulent antiamerikanisme dat een halve eeuw later nog steeds niet is uitgewerkt.
Het productieteam maakte gebruik van 25.000 foto’s en 1500 uur zeldzame en gedigitaliseerde archiefbeelden van over de hele wereld, historische tv-uitzendingen, privéfilms en geheime geluidsopnames van de regeringen Kennedy, Johnson en Nixon. De tijdsfeer wordt daarnaast geëvoceerd met meer dan 100 iconische songs uit die tijd, en met voor de serie geschreven muziek van Trent Reznor en Atticus Ross, alsook van het Silk Road Ensemble met Yo-Yo Ma.
Bron: canvas.be
Dallas aan de Amstel
deel 1 uit de trilogie Heren, knechten en vrouwen (1934-1938)
Van mijn achternicht kreeg ik een damesroman uit 1934 van Jo van Ammers-Kuller. Had ik nog nooit van gehoord. Deze schrijfster is in de vergetelheid geraakt, niet in de laatste plaats omdat ze fout was in de oorlog. Maar in de jaren dertig werd ze veel gelezen. Haar werk werd vertaald in het Engels, Duits, Pools en Tsjechisch. De literaire kritiek moest weinig van haar hebben, ook voordat ze in de oorlog haar bijdragen leverde aan de Kulturkammer. Deze informatie heeft me er niet van weerhouden om aan dit boek te beginnen.
Als ik ga volhouden, heb ik een lange adem nodig. De Patriotten (438 blz.) is het eerste deel uit de trilogie Heren, knechten en vrouwen en gaat over het lot van de familie Tavelinck in de jaren 1778-1813. De Tavelincks behoren tot de Amsterdamse elite van de achttiende eeuw. In de zomer verblijven ze in de schitterende buitenplaats Oostermeer bij Oudekerk aan de Amstel. De schrijfster maakte een grondige studie van dit landgoed voordat ze aan haar trilogie begon. De schatrijke familie Tavelinck van de buitenplaats Oostermeer vormt net als de familie Ewing van de Southfork Ranch uit Dallas het middelpunt van een soap.
uit: De Patriotten, blz. 10/11
In Huis en habitus- Over kastelen, buitenplaatsen en notabele levensvormen schrijft Jaap Moes op blz. 167-168 over buitenplaats Oostermeer als decor van de roman van Jo van Ammers-Kuller. Op deze pagina zijn fraaie historische foto’s van het landgoed te zien.