Maandelijks archief: september 2019

Who the *) is? [ 13 ]

voetnoten bij de negentiende eeuw

In het Rijk van de Geest is alles tegenwoordige tijd en alleen daar ben je onsterfelijk. Dat geldt in het bijzonder voor schrijvers. Immers, wie schrijft die blijft. Zolang we hen blijven lezen en gedenken, leven zij voort. En wanneer ze zijn weggezonken in het collectieve geheugen, kunnen ze met een lemma op wikipedia weer even tot leven worden gewekt.

De eeuw van de machtRichard J. Evans begint ieder hoofdstuk van De eeuw van de macht (2016) met het verhaal van een nauwelijks of minder bekende historische figuur. Omdat de geschiedenis van de negentiende eeuw vooral geschreven is door mannen, voert Evans voor de helft vrouwen op. Emmeline Pankhurst is daarbij de bekendste. Veel minder bekend zijn haar landgenote Flora Tristan, de Zweedse Frederika Bremer en de Duitse Hermynia zur Mühlen. Van de laatste drie had ik nog nooit gehoord. De andere helft bestaat uit mannen: Giovani Battista Belzoni, Bertalan Szemere, Jakob Walter en Sava Dmitrijevitsj Poerlevskij. De laatste, een Russische lijfeigene, kan nog steeds niet door de zoekmachines gevonden worden. Mogelijk stond hij wel op het lijstje van Tschitschikov.

De eeuw van de macht
Hoofdstuk 1 Jakob Walter 1788-1864
Hoofdstuk 2 Sava Dmitrijevitsj Poerlevskij 1800-1868
Hoofdstuk 3 Flora Tristan 1803-1844
Hoofdstuk 4 Hermynia zur Mühlen 1883-1951
Hoofdstuk 5 Bertalan Szemere 1812-1869
Hoofdstuk 6 Frederika Bremer 1801-1865
Hoofdstuk 7 Emmeline Pankhurst 1858-1928
Hoofdstuk 8 Giovani Battista Belzoni 1778-1823

voetnoten bij de negentiende eeuw [ W&V ]

Van Waterloo tot Sarajevo

aan het lezen in: De eeuw van de macht (2016) van Richard J. Evans

De eeuw van de machtDe Eeuw van de macht is opgedragen aan Eric Hobsbawm (1917-2012). Deze marxistisch georiënteerde Britse historicus is vooral bekend geworden door zijn trilogie over de negentiende eeuw (the Age of Revolution 1789-1948, the Age of Capital 1748-1870 en the Age of Empire 1870-1914) Later volgde nog een boek over de twintigste eeuw (The Age of Extremes – The Short Twentieth Century 1914-1991).

Hobsbwam is ook de bedenker van de termen de lange negentiende eeuw (1789-1914) en de korte twintigste eeuw (1914-1989) en deze tijdspanne die hij bepaald heeft, vindt onder historici veel navolging. Ook Richard J.Evans schrijft in de inleiding van De Eeuw van de macht dat de rationele afbakening 1801-1900 voor de negentiende eeuw chronologisch uiteraard correct is, maar geen recht doet aan de negentiende eeuw als tijdperk.

Net als Hobsbawm ziet hij de negentiende eeuw pas met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 ten ondergaan. Daarom eindigt zijn boek met de laatste paragraaf Aftellen voor de ramp op bladzijde 1035. Maar Evans kiest niet zoals Hobsbawm voor een lange eeuw van 125 jaar die begint met de Franse Revolutie in 1789, maar voor een eeuw die precies honderd jaar duurt. De Eeuw van de macht laat hij beginnen in 1815, het jaar waarin Napoleon bij Waterloo definitief verslagen wordt. Evans’ Eeuw van de Macht loopt dus van Waterloo tot Sarajevo, van juni 1815 tot en met juni 1914.

De negentiende eeuw van Evans loopt van Waterloo tot Sarajevo, van juni 1815 tot en met juni 1914

In het Engels is zijn boek gepubliceerd onder de titel The pursuit of power – Europe 1815-1914. Het wordt voorafgegaan door The Pursuit lf Glory – Europe 1648-1815 en opgevolgd door het boek To Hell and back – Europe 1914-1949 (vertaald onder de titel De afdaling in de hel) van Ian Kershaw. Zo zijn er dus twee reeksen van standaardwerken over de afgelopen eeuwen, die van Hobsbawm en die van Blanning, Evans en Kershaw.

Een overzicht geven van honderd jaar Europese geschiedenis is een titanenarbeid. De historicus moet moeilijke keuzen maken op het gebied van selectie en leesbaarheid. Bovendien moet hij zelf steeds navigeren in een paar boekenkasten vol aan bronmateriaal. Welke data die je gesleept hebt, komen in de index van het boek en hoe voorkom je dat de fact and namedropping niet ten koste gaat van de leesbaarheid. Een standaardwerk over de negentiende eeuw is een boek dat uitnodigt om van kaft tot kaft gelezen te worden en geen naslagwerk, al kan De Eeuw van de Macht door zijn zeer toegankelijke index heel goed als naslagwerk gebruikt worden.

Maar een schrijver van een ambitieus werk dat de negentiende eeuw moet samenvatten, heeft ook te maken met structurering. Hoe deelt hij zijn werk in? Chronologisch, thematisch, of een combinatie van beide? Evans heeft gekozen voor slechts 8 hoofdstukken, die ieder weer in tien lange paragrafen verdeeld zijn. De meeste hoofdstukken hebben betrekking op politieke en sociale verhoudingen in de negentiende eeuw. Alleen hoofdstuk 5 en 6 gaan over cultuurgeschiedenis, maar dan wel in de meest brede zin van het woord.

Niet alleen literatuur, schilderkunst, beeldhouwkunst, muziek, theater en film komen voorbij. Ook wetenschap, religie en technologie worden behandeld en uitgesplitst in zeer uiteenlopende onderwerpen: ontbossing, infrastructuur, bevolkingsgroei, begrafeniswezen, psychiatrie, prostitutie, tijdzones, internationale scheepvaart, persbureau’s, tuchthuizen, analfabetisme, haarmode, bestrijding van ziekten als tuberculose, vlektyfus en cholera, de lift en de roltrap, enz. Het pak van sjaalman, samengeperst in twee hoofdstukken (de verovering van de natuur en de eeuw van de emoties).

Evans opent zijn verhaal vaak met een onbekend of minder bekend personage uit de negentiende eeuw. Zo’n verhaal komt niet alleen de leesbaarheid ten goede, maar brengt de negentiende eeuw ook veel dichterbij. Er zijn ontelbare ingangen om het verhaal van Waterloo, de Restauratie of de Great Exhibition van 1851 te vertellen. Hoe onbekender de naam, hoe dichter de negentiende eeuw ons nadert. Want de meesten van ons staan nu eenmaal niet op het niveau van een Charles Darwin of Werner von Siemens. Toch kijken we meestal naar de geschiedenis via de hoofdrolspelers, de historische reuzen. Daarom werkt het zo goed om te beginnen met een onbekende historische figuur.

Neem nu ene Jakob Walter (1788-1864), een steenhouwer uit het dorpje Ellwangen in Württemberg. Gewoon een ambachtsman zoals ontelbare andere. Maar hij liep in 1812 wel in het Grande Armee helemaal mee naar Moskou. En wat het nog uitzonderlijker maakt: hij liep ook weer helemaal terug. Zijn dagboeken kwam via allerlei omzwervingen tenslotte in Kansas terecht. Het is een unieke historische bron die dankzij familietraditie bewaard gebleven is. Dergelijke “kleine geschiedenissen” maken de Grote Geschiedenis in Eeuw van de macht toegankelijk. De duizenden feiten, namen en cijfers die Evans geeft, komen er enigszins door in balans.

De eeuw van de macht [historiek.nl] | Boekbespreking door Tim de Wit [athenaeum.nl]

Gothic Revival

Augustus Welby Northmore Pugin (1812-1852)
en de neogotiek in de negentiende eeuw

PuginZoals in Nederland en Frankrijk de neogotiek vooral aan één naam gebonden is (Pierre Cuypers en E.E. Viollet-le-Duc) is in Engeland A.W.N. Pugin (1812-1852) meestal de eerste naam die genoemd wordt in verband met de Gothic Revival. Deze begint in de jaren dertig en duurt ongeveer tot 1870. Pugin is bekend als de ontwerper van het House of Parliament, de Elisabeth Tower (in de volksmond de Big Ben genoemd naar de reusachtige klok die bovenin hangt) en de Victoria Tower.

Augustus Welby Northmore Pugin (1812-1852) is niet alleen de grote man achter de Gothic Revival in Engeland maar ook de geestelijk vader van het functionalisme.

In de serie Victoria wordt Prins Albert door premier Robert Peel in 1842 voorgedragen als beschermheer van de nieuwbouw van het House of Parliament dat door de brand van 1834 bijna volledig verwoest was. In de aflevering Warp en Weft zien we hoe hij wordt rondgeleid door een deel van het Palace of Westminster dat voor de grote brand van 1834 gespaard was gebleven.

Dat lijkt op het eerste gezicht vreemd. Hoe kan een van de frontmannen van een historische stijl nu aan het begin staan van de stijl die het gezicht van de twintigste eeuw zou gaan bepalen? Functionalisme had toch een broertje dood aan historische stijlen met hun overvloedige ornamentiek? Toch is het begrijpelijk dat juist vanuit de neogotiek in de negentiende eeuw de afslag werd genomen naar het functionalisme, een opvatting die in het modernisme bepalend werd voor architectuur en industriële vormgeving. Want de gotiek is een stijl, die op het kruispunt staat van functioneel en ornamenteel. Onderdelen uit het gotische maaswerk zoals de tweesnuit en de driepas zijn geen loze versierselen, maar in de eerste plaats bouwelementen.

Victoria Tower and Woolworth Building
Wanneer we de geleding van de gevel van de Victoria Tower (1843-1860) vergelijken met die van de Woolworth Building (1910-1913) zien we dat neogotiek en functioneel bouwen uitstekend samengaan.

Maar neo-gotiek kon zich ook uitleven in overdadige ornamentiek. Een duidelijk voorbeeld van een rijk versierd bouwwerk in neogotische stijl is het Albert Memorial (1872-1876) in Londen.

Neogotiek [ nl.wikipedia.org ]