Graham Greene hoefde tijdens zijn lange leven (1904-1991) niet te klagen over gebrek aan verfilmingen van zijn thrillers en filosofisch getinte romans. Dat begon al in 1934 met Orient Express, gebaseerd op zijn roman Stamboul Train (1932). Daarna volgden nog tientallen andere verfilmingen.
gezien: The Age of Innocence (1993) van Martin Scorsese
aan het lezen in: De jaren van onschuld (1920) van Edith Wharton
Nadat ik The Age of Innocence drie of vier keer gezien heb, is het eerste dat mij opvalt tijdens het lezen van de roman, dat het filmscript vaak letterlijk de woorden van Edith Wharton heeft overgenomen. Martin Scorsese en Jay Cocks die samen het scenario schreven, hebben de sublieme stijl van Wharton in de film zoveel mogelijk overeind proberen te houden. Niet alleen in dialogen maar ook in de fraaie beschrijvingen van interieurs, rijke families en etiquette. De voice over laat de roman hier en daar letterlijk door de film heen schemeren.
Ook visueel wordt het boek nauwgezet gevolgd. Het verhaal speelt zich voornamelijk af in de Victoriaanse interieurs van de beau monde in New York, maar we zien een enkele keer ook straatbeelden. In historische films, waarin het verleden tot leven geroepen moet worden, stelt het straatbeeld de production designer meestal voor technische problemen. Tot het einde van de vorige eeuw werden historische stadsbeelden vaak met matte painting afgedekt en ingevuld. Sinds 25 jaar wordt bijna alles opgelost met digitale animatie. Voor The Age of Innocence maakte art director Dante Ferretti vooral gebruik van matte painting. Persoonlijk zie ik dat liever als Computer Generated Imagery, die het over het totaal een zweem van onechtheid achterlaat.
Op movie-locations.com zien we een overzicht van locaties uit The Age of Innocence. De film begint in de opera, de natuurlijke biotoop waar de upperclass zichzelf met toneelkijkers in de gaten hield. Scorsese en zijn art director Ferretti weken uit naar Philadelphia om te filmen in de Academy of Music die gebouwd werd tussen 1855-1857 en dus uitstekend de Academy of Music in New York die in 1926 werd afgebroken, kan vervangen.
The Age of Innocence begint in de opera waar de wereldberoemde Zweedse sopraan Christine Nilsson (1843-1924) een aria in Faust zingt.
Een andere locatie in New York die niet meer bestaat, is het mansion van Mrs. Mingott op de hoek van Fifth Avenue en de 57th street. In werkelijkheid stond hier vroeger een rij huizen van Mrs. Jones, een tante van Edith Wharton. Ook deze werden in de jaren twintig afgebroken voor hoogbouw. Voor deze locatie liet Ferretti door een production designer een matte painting schilderen, waarbij hij de beschrijving uit het boek volgde. In 1869 toen Wharton’s tante hier haar mansion liet bouwen, was Fifth Avenue boven de 40th street nog een modderige weg die over een braakliggend deel van Manhattan liep.
Een derde locatie is het historische Van Alen House uit 1731 die in de film moet staan voor Skuytercliff, een buitenhuis aan de Hudson van de Van Luydens. Niet alleen de familie Van Luyden maar ook het Van Alen House benadrukken de Nederlandse wortels van de happy few in New York in de 1870′s. Wharton schrijft dat de Van Luydens directe afstammelingen waren van de eerste gouverneur van Manhattan (Nieuw-Amsterdam) en dat was Cornelius Jacobsz May.
Martin Scorsese werkte veel samen met art director Dante Ferretti. Tweemaal werd deze genomineerd voor een oscar voor de art direction voor een Scorsese film (The Age of Innocence, 1994 en The Gangs of New York, 2003) en tweemaal wist hij zijn nominatie ook te verzilveren (The Aviator, 2005 en Hugo, 2012). Ferretti is niet half zo bekend als Scorsese terwijl deze laatste zeker half zoveel te danken heeft aan zijn vaste art director.
Hoofdpersoon Newland Archer is een jonge advocaat met een passie voor schilderkunst. Dit laatste gegeven weten Scorsese en Ferretti uit te buiten, door Newland Archer met de blik van een connaisseur over de schilderijen te laten gaan. De camera neemt het daarna van hem over en voor het oog van de camera passeren schilderijen van William-Adolphe Bouguereau, Alexandre Cabanel en Jean Baptiste Isabey die in de roman genoemd worden.
Newland Archer interesseert zich voor schilderkunst. De New Yorkse elite heeft een voorkeur voor Franse salonschilders met een fabelachtige techniek, zoals William Bouguereau. Maar in het huis van gravin Olenska wordt hij geconfronteerd met de allernieuwste, rauwe schilderkunst uit Europa, die het verlangen naar vrijheid benadrukt.
Ook laat ze ons weten dat haar hoofdpersoon helemaal op de hoogte is van de kunsthistorische literatuur van zijn tijd. Zo heeft hij The Renaissance van Walter Pater uit 1873 en Renaissance in Italy uit 1875 van John Addington Symonds gelezen en is hij thuis in de esthetische geschriften van John Ruskin, Vernon Lee en Philip Gilbert Hamerton.
gezien op 12 juli 2018: Les Panoramas de 2100 van Luc Schuiten
Vorig jaar bezochten we in La Saline Royale in Arc-et-Senans de tentoonstelling Les Panoramas de 2100 met werk van de Brusselse architect Luc Schuiten. Het maakte veel indruk op ons. Luc is de twaalf jaar oudere broer van de striptekenaar François Schuiten die beroemd is geworden door zijn reeks De duistere steden. Beide broers kregen architectuur met de paplepel ingegoten want hun ouders waren allebei architect. Bovendien groeiden ze op in het wonderlijke Brussel: een stad waar de architectuur in de jaren zestig vermoord werd maar ondertussen nog altijd een schatkamer van Art Nouveau architectuur.
Les panoramas de 2100 was van 7 april tot 21 oktober 2018 te zien in La Saline Royale (Arc-et-Senans)
In Les panoramas de 2100 geeft Luc Schuiten letterlijk zijn visie op het stadsbeeld over 80 jaar. Wanneer je geen production designer bent die beelden voor een rampenfilm ontwerpt, ben je als futuristisch tekenaar of visionair architect veroordeeld tot utopieën. De laatste vijftig jaar is daar een interessante verschuiving in gekomen. In de jaren vijftig en zestig waren technologische utopieën het meest gangbaar. Nu is daar de ecologische utopie voor in de plaats gekomen. Sinds het rapport De grenzen aan de groei (1972) van de Club van Rome, zure regen en global warming is er een omslag gekomen in ons denken: niet de natuur maar de cultuur bedreigt ons. En de natuur zal zich tenslotte op die cultuur wreken met de apocalyps van de stijgende zeespiegel en andere rampen die voortkomen uit de opwarming van de aarde.
Elk architectenbureau is zich ervan bewust dat de toekomst aan duurzaam bouwen is. Wil je als architect overleven, dan zul je ecologisch verantwoord moeten ontwerpen. Dat is niet altijd aan de buitenkant te zien. Maar sommige architecten hechten zo aan duurzaamheid en natuurlijke materialen dat hun futuristische en vaak utopische ontwerpen reclamezuilen voor duurzaam bouwen worden. Luc Schuiten is zo’n architect. Hij tekende een aantal grote steden (Strasbourg, Metz, Shanghai) zoals deze er rond 2100 in zijn visie uit zouden kunnen zien: wolkenkrabbers vol groen en organische hoogbouw hebben de Internationale Stijl als planten weggedrukt. Het is mooi om naar te kijken. Je zou bijna de nucleaire vernietigingskracht vergeten die de mens vanuit zijn niet duurzame visie op technologie heeft opgebouwd.
Vorig jaar kocht ik in Arc-et-Senans de verzamelbox Les panoramas de 2100 met ruim twintig verschillende ontwerpen van Luc Schuiten. Hierboven een deel van La Cité vegetale.
Volgens Hannah Arendt trok er door het denken van haar leermeester Martin Heidegger een storm. “Hij komt uit het oeroude en wat hij achterlaat, is iets volmaakts, dat zoals al het volmaakte terugvalt aan het oeroude.” Wij gingen bij de beroemde blokhut in Todtnauberg kijken of Arendt gelijk had.
In het Rijk van de Geest is alles tegenwoordige tijd en daar alleen ben je onsterfelijk. Zolang je maar niet vergeten wordt, leef je voort. Maar als je bent weggezonken in het collectieve geheugen, kun je met een lemma op wikipedia.org weer boven water komen.
Deze serie begon op 9 april 2010, precies 145 jaar na het einde van de Civil War, misschien wel het grootste trauma uit de Amerikaanse geschiedenis. Het laatste artikel verscheen op 3 juli 2013. Dat was precies 150 jaar na de Slag bij Gettysburg, het keerpunt in de oorlog.
Weinig historische figuren zijn zo vaak geschilderd als Napoleon Bonaparte. Niet alleen tijdens zijn bewind maar ook daarna bleven schilders historische gebeurtenissen vastleggen met Napoleon in het centrum van de aandacht. Geschiedvervalsing. Omdat het moest.
Met de Goethezeit wordt in Duitsland de periode 1770-1830 aangeduid. Niet alleen de filosofie, literatuur, beeldhouwkunst, architectuur en muziek kwamen in het Duitse taalgebied tot bloei maar ook de romantische landschapsschilderkunst.
Tot in de 19e eeuw was de reis naar Italië voor veel kunstenaars een verplicht nummer. Tijdens de Grand Tour werden Venetië, Florence en Rome bezocht waar de meesters bestudeerd werden. Maar het Italiaanse landschap bleek voor veel kunstenaars aantrekkelijker.
Nu de overheid zich als mecenas heeft teruggetrokken worden veel kunstenaars weer afhankelijk van rijke opdrachtgevers en verzamelaars. Net als vroeger dus, toen veel kunstenaars vaak tegen wil en dank de lakeien van de heersende klasse waren.
De Philokalia is een verzameling geestelijke geschriften die tussen de vierde en veertiende eeuw (in het Grieks) geschreven zijn en in de achttiende eeuw door de heilige Nikodimos van de berg Athos gebundeld zijn. Zijn tijdgenoot Paisius Velichkovsky maakte een vertaling in het Kerkslavisch.
In de Middeleeuwen was er eigenlijk maar één boek. Na de revolutie van de boekdrukkunst kreeg de Bijbel concurrentie van eigentijdse maar vooral ook van klassieke geschriften. De compilatie van mythen die Ovidius aan het begin van onze jaartelling in klassiek Latijn had samengesteld, werd een inspiratiebron voor ontelbare schilders.
Dante stelt zich het Inferno voor als een trechter die breed begint onder het aardoppervlak en dan toeloopt naar het ijskoude middelpunt van de aarde. Daar zetelt Lucifer. Er zijn negen kringen. Dante en Vergilius ontmoetten er steeds grotere zonden en grotere zondaars.
Chicago en New York werden eind 19e eeuw proeftuinen waar de skyscraper dankzij een stalen constructie steeds hoger kon worden. Er lagen ook twee Amerikaanse gedachten aan ten grondslag:
"Form follows function" en "The sky is the limit."
In de zomer van 2009 was in het Atomium in Brussel de tentoonstelling A la recherche du “Style Atome” te zien. Het is een swingende stijl uit de jaren vijftig die nog steeds beoefend wordt. Noem het geen retro. De atoomstijl is iets speciaals.
In 1963 begon de Franse striptekenaar Jean Giraud (1938-2012) samen met scenarist Jean-Michel Charlier (1924-1989) aan zijn levenswerk: Blueberry. Ze lieten zich daarbij inspireren door de spaghettiwestern. Het 50-jarige jubileum van zijn antiheld maakte Giraud net niet meer mee. Hij overleed in 2012.
Belgian woodcuts & Russian Luboks. Underground comics & Midcentury Modern. Genesis, Pink Floyd & Film Noir ...
These are a few of my favorite things ...