Dagelijks archief: zaterdag 30 november 2019

Gemopper in de kantlijn

gisteren gekocht: Hooligans (1989) van Jan Hendrik van den Berg
metabletisch onderzoek naar de betekenis van Centre Pompidou en Crystal Palace

hooligansSoms koop je wel eens een boek waarin een vorige lezer aantekeningen heeft gemaakt. Meestal is dat hinderlijk, maar soms is het leerzaam en een enkele keer zelfs amusant. De boekverkoper van boekwinkeltjes.nl had mij netjes geattendeerd op “aantekeningen in potlood”. De volgende dag was het boek er al. Het bleek mee te vallen. De aantekeningen zijn in een klein en fijn handschrift (met een scherp geslepen H-potlood gemaakt) zodat ze tijdens het lezen nauwelijks storend zijn. Hoe ‘fluisterend’ het commentaar visueel ook is, inhoudelijk is het met een vette marker gemaakt. Schreeuwende kritiek genoteerd in een uiterst bescheiden handschrift heeft iets komisch.

De aantekeningen werden misschien wel dertig jaar geleden gemaakt, want Hooligans van Jan Hendrik van den Berg werd gepubliceerd in 1989 (uitgeverij G.F. Callenbach in Nijkerk.) Blijkbaar had deze lezer geen hoge dunk van de metableticus Van den Berg. Dit blijkt al op het titelblad, waar hij achter de naam dr. Jan Hendrik van den Berg geschreven heeft: ‘rechtse rakker, gevaarlijk eenzijdig, bijziend, oppervlakkig, onrechtvaardig, sociale racist – en nog zo wat.’

commentaar
de vorige eigenaar van het boek waarschuwt op het titelblad van Hooligans voor het “weerzinwekkend mens- en wereldbeeld” en de “verderfelijke theorieën” van dr. Jan Hendrik van den Berg.

Het bovenstaande is een voorproefje van wat mijn commentator in de marges van de volgende 230 bladzijden noteert. Zo ontlokt het conservatisme van Van den Berg hem meermalen een spottend ‘ochot!’ Wanneer hij Van den Berg ergens op meent te kunnen betrappen dan staat er: ‘alsjeblieft, de aap uit mouw’. Bij verontwaardiging: ‘Wel ja, toe maar’. En tenslotte laat hij zich kennen als een progressieve moralist: ‘Van den Berg heeft een weerzinwekkend mens- en wereldbeeld. Bovendien bedenkt hij verderfelijke theorieën.’, ‘Heeft Van den Berg sympathie voor bepaalde methoden van Hitler om de minderen en de minsten te laten verdwijnen?’, ‘Van den Berg: dirty mind’, ‘Wat een smeerlapperij’.

Ondanks al dit gemopper in de marge, blijkt het boek Hooligans een interessante cultuurkritische studie over de relatie tussen moderne architectuur en het wegvallen van gezagsverhoudingen in de samenleving. De Hooligans zijn voor Van den Berg voor de cultuur en menselijke waardigheid bedreigender dan de Barbaren dat zijn voor Alessandro Barricco. De laatste, onthoudt zich uit vrees voor cultuurpessimisme van een duidelijke stellingname. Van den Berg schrijft vanuit een dapper conservatisme, waarvoor hij door zijn commentator genadeloos afgerekend wordt.