Maandelijks archief: september 2020

Wiesn Tatort

gisteren gezien op ARD: Oktoberfest 1900

In de 210 jaar dat het Oktoberfest bestaat (zie onder) werd het alleen aan de kant gezet door twee wereldoorlogen, de hyperinflatie van 1923-1924 en de cholera epidemieën van 1854 en 1873. Dit jaar is er vanwege de corona pandemie voor het eerst sinds 75 jaar geen Oktoberfest in München. Maar er is een alternatief. Bij de ARD kunnen we toch de sfeer proeven van het grootste volksfeest ter wereld. We gaan dan wel 120 jaar terug in de tijd, naar het München van 1900. Oktoberfest 1900 heet de ambitieuze zesdelige Duitse serie waarvan gisterenavond de eerste twee delen werden uitgezonden.

oktoberfest 1900
Oktoberfest 1900 wordt net als Babylon Berlin ondersteund door een zeer fraaie website met heel veel aandacht voor de historische achtergrond.

Of Oktoberfest 1900 representatief is voor de jaarlijkse sfeer op de Oide Wiesn is zeer de vraag. Om het brede Duitse publiek te bereiken heeft de ARD van dit historische drama een soort Wiesn Tatort gemaakt. Deze peperdure productie is inmiddels al in het buitenland verkocht onder de veelzeggende naam Oktoberfest – Beer & Blood. De donkere invloed van Scandinavische misdaadseries, Twin Peaks en 7even is onmiskenbaar. Ik betwijfel of de keerzijde van “die große Zeit um 1900″ zo grimmig was als deze tv-miniserie ons wil laten geloven. Oktoberfest 1900 is vooral ook de Beierse versie van Babylon Berlin. “Chicago aan de Isar” in plaats van “Chicago aan de Spree”. En Chicago en Babylon staan bij de Duitsers uiteraard voor Krimi.

Deze peperdure productie is inmiddels al in het buitenland verkocht onder de veelzeggende naam Oktoberfest – Beer & Blood

Dat München omstreeks 1900 nog een heel ander gezicht had, is men gelukkig niet vergeten. Sterker nog, Oktoberfest 1900 leunt zwaar op de iconische tijdsbeeld van de Jahrhundertwende. München was in 1900 een liberale stad vol kunstzinnige vernieuwing. Het tijdschrift Jugend (1896-1940) verscheen er sinds 1896 en deze naam werd zoals we weten verbonden met een heel nieuwe stijl. Een ander tijdschrift uit München was Simplicissimus (1896-1944). En in 1911 vormde zich de kunstenaarsgroep Der Blaue Reiter.

München – Die große Zeit um 1900
Was in München um 1900 passiert, ist stets ein wenig bizarrer als anderswo. Unter Begriffen wie Jugendstil, Simplicissimus oder Blauer Reiter treten Gruppen ins internationale Rampenlicht, Künstlerfürsten wie von Lenbach, Stuck oder Hildebrand residieren in München, Schwabing entfaltet seine Sogwirkung. Karl Valentin sondiert sein Terrain, Thomas Mann bleibt gleich vierzig Jahre, Giorgio de Chirico drei, Marcel Duchamp bedarf des München-Erlebnisses zum Take-off in die Weltkarriere.
 
Bron: dtv.de

Het artistieke klimaat in München, Schwabing in het bijzonder, vormt dan ook een van de pijlers van deze mini-serie. Naar aanleiding van Oktoberfest 1900 zond de ARD gisteren de documentaire München 1900 – Von Bierbaronen und Künstlerfürsten uit met veel aandacht voor kunst en cultuur in München rond 1900.

7.10.1810 Anlässlich der Hochzeit von König Ludwig I. und Therese von Sachsen-Hildburghausen wird das erste Oktoberfest mit einem Pferderennen eröffnet.

1818 Die Fahrgeschäfte halten Einzug – das erste Karussell und zwei Schaukeln werden aufgestellt.

1835 Zum ersten Mal findet zu Ehren der Silberhochzeit von König Ludwig I. und Prinzessin Therese ein Trachtenumzug statt. Seit 1950 wird dieser jährlich veranstaltet.

1850 Die Bavaria Statue wird feierlich enthüllt und thront seither mit ihren 18 Metern über der 42 Hektar großen Theresienwiese.

1854 und 1873 In beiden Jahren entfällt das Volksfest, da in München die Cholera herrscht.

1875 Wurden Völkerschauen mit Menschen aus aller Welt immer populärer. Die Letzte fand 1959 auf dem Oktoberfest statt.

1886 Es gibt endlich Strom auf der Wiesn – der Beginn für aufregendere Fahrgeschäfte und das einzigartige Lichtermeer, welches München zum Leuchten bringt. Einer der die neuartigen Glühbirnen/Lampen in die Fassungen schraubt ist Albert Einstein – seinem Onkel gehört die Elektrotechnische Fabrik J. Einstein & Cie.

1887 Der bayerische Gastwirt Hans Steyrer wollte mit geschmückten Pferdewagen auf die Theresienwiese einziehen, wurde aber von der Polizei gestoppt. Er gilt somit als Vorläufer des heutigen “Einzug der Wiesnwirte”.

1898 Georg Lang, ein Großgastronom aus Nürnberg, errichtet auf dem Oktoberfest die damals größte Bierburg, die bis zu 6000 Personen Platz bot. Zuvor wurde das Bier in kleinen Bierbuden ausgeschenkt, in denen maximal 50 Personen Platz fanden. Die Serie “Oktoberfest 1900″ lehnt sich an diese Begebenheiten an.

1913 Die Bierzelte werden größer. Das neueste Zelt ist mit 4.000 qm Fläche und 12.000 Sitzplätzen nun das größte seiner Art.

1914 – 1918 Ausfall des Oktoberfests wegen des Ersten Weltkriegs.

1923 – 1924 Das Oktoberfest findet aufgrund der Inflation nicht statt.

1939 – 1945 Ausfall des Oktoberfests wegen des Zweiten Weltkriegs

Athene aan de Isar [ W&V]

Lichtheid

Gekregen van René: Barocke Welt – Barockkunst in Schwaben und Altbayern
Van Peter Sustermeier 1966

Barocke WeltNa de vernietigende Dertigjarige Oorlog (1618-1648) kwam er in het Duitse cultuurgebied (Duitsland werd pas 150 jaar geleden een eenheidsstaat) een periode van rust waarin het land weer helemaal moest worden opgebouwd. Dit duurde 40 jaar tot de Negenjarige Oorlog (1688-1697). Vier jaar later brak alweer een volgende oorlog met Frankrijk uit, de Spaanse Successieoorlog (1701-1713). Deze werd beëindigd met de Vrede van Utrecht (1713) en voor het Duitse cultuurgebied met de Vrede van Rastatt.

Het jaar 1713 markeert een nieuw begin voor Europa en in de Duitstalige landen breekt er een ware bouwwoede los. Bekende barokke bouwwerken in Duitsland uit deze periode zijn het Zwinger in Dresden (1710-1728), Schloss Bruchsal (1720-1736) en de residentie van Würzburg (1720-1744)

De barok gaat in deze periode een transformatie door en wordt in twee opzichten lichter: lichter van kleur en lichter van gewicht. We zijn deze vernieuwde barok later rococo gaan noemen, afgeleid van het woord “rocaille” waarmee de schelpachtige motieven die deze stijl ontwikkeld heeft, worden aangeduid. Barok en rococo lopen rond 1720 in elkaar over. Dit heeft mogelijk te maken met het optimisme na de Vrede van Utrecht en Rastatt. De godsdienstoorlogen zijn voorbij en er breekt eindelijk een periode van stabiliteit aan.

Wieskirche 2016
Wieskirche detail interieur
[foto genomen in juli 2016]

De barok is de visuele uitdrukking van de Contrareformatie. De Rooms-Katholieke Kerk had tijdens het Concilie van Trente (1545-1563) gezocht naar een antwoord op de Reformatie. Met een Contrarefomatie moesten de verloren schapen voor het katholicisme worden teruggewonnen. Men besloot de Rooms-Katholieke Kerk visueel aantrekkelijker te maken.

De kunstenaars werden in feite ingezet als de creatives van de reclamejongens van de Contrareformatie. Zo vonden de kunstenaars de barok uit: Caravaggio (1571-1610) in de schilderkunst, Bernini (1598-1680) in de beeldhouwkunst en Borromini (1599-1667) in de bouwkunst. Het is geen verrassing dat Rome, het centrum van de Rooms-Katholieke Kerk, de wieg van de barok werd.

De kunstenaars werden in feite ingezet als de creatives van de reclamejongens van de Contrareformatie. Zo vonden de kunstenaars de barok uit: Caravaggio in de schilderkunst, Bernini in de beeldhouwkunst en Borromini in de bouwkunst.

Barok wil de gelovigen direct raken. Niet via leerstellingen maar rechtstreeks via de zintuigen. Alle registers worden daarbij opengetrokken om de gelovigen “kippenvel” te bezorgen. Caravaggio schilderde 3D-schilderijen, een soort kijkkasten eigenlijk met daarin heiligen van vlees en bloed. Bernini liet het marmer ademen en soms kreunen. Borromini brak de ruimte open en maakte de antieke Renaissancevormen “vloeibaar”. En dat allemaal met het doel om de beschouwer in het hart te treffen en in extase te brengen, zoals Bernini’s engel de heilige Theresia met een pijl in het hart raakt. De gewijde ruimte van het kerkinterieur wordt nu een “belevingsgebied” gericht op de persoonlijke religieuze ervaring van de beschouwer.

De barok werd dé artistieke uitdrukkingsvorm van de zeventiende eeuw. Zelfs in protestantse gebieden, zoals de Republiek, streek de barok neer. Calvinisten hielden zich met hun afkeer van het uiterlijke, uiteraard verre van de Contrareformatie. Dat de invloed van Caravaggio doordrong tot in het katholieke Utrecht was natuurlijk geen wonder. Maar ook Rembrandt in Amsterdam stond sterk onder zijn invloed en wordt gerekend tot de barok.

Wieskirche 2016
Wieskirche detail interieur
[foto genomen in juli 2016]

In de eerste helft van de achttiende eeuw transformeert de barok dus naar het rococo. Deze uiterlijke verandering komt echter nog steeds voort uit de oorsprong van de barok: de gelovige rechtstreeks raken via de zintuigen en daarbij alle registers open zetten. Vanaf 1720 wordt alles lichter en beweeglijker. Die beweeglijkheid wordt veroorzaakt doordat de symmetrie van barok 1.0 wordt losgelaten. Daardoor gaan ornamenten zich vrijer bewegen.

Uit de cartouches en bladmotieven ontwikkelt zich het rocaille. Een nieuwe ornamentele vormentaal ontstaat, die enigszins doet denken aan een onderwaterwereld. Het rocaille lijkt te leven en zich als anemonen aan pilaren en lijstwerk gehecht te hebben. Door de lichtheid en beweeglijkheid neemt de ervaring van vrijheid toe. Dat moet ook wel, want in de achttiende eeuw krijgt de Rooms-Katholieke Kerk na de Reformatie opnieuw tegenstand te verwerken: de Verlichting.

Wieskirche 2016
Wieskirche detail interieur
[foto genomen in juli 2016]

Hoe geef je de gelovige een gevoel van vrijheid binnen de kerk? Door hem het gevoel te geven dat hij zweeft! Meer nog dan de barok probeert het rococo de beschouwer op te tillen. De pilaren worden ranker en witter en stuwen de blik omhoog. Het plafond wordt opengebroken door een vergezicht op de Hemel, zodat de gelovige letterlijk “uit zijn dak” kan gaan. De Olympus wordt het christendom binnengehaald, maar de Griekse goden op hun berg worden nu vervangen door christelijke heiligen op de wolken.

Volgens G.K. Chesterton (1874-1936) hebben heiligen niet alleen het vermogen tot lijfelijke opheffing (levitation) maar ook het vermogen tot lichtheid (levity). De Kerk weet in haar kunstuitingen volgens hem instinctief dat engelen kunnen vliegen omdat ze niet zwaar aan zichzelf tillen.
“Angels can fly because they can take themselves lightly” – Orthodoxy, 1908)

Ze kijken daarbij niet neer op de stervelingen, maar richten hun blik naar boven. In het midden troont Christus, nu niet als een strenge Byzantijnse Pantokrator met Zijn Wetboek, maar als Triomfator in Zijn opstandingsgewaad. In veel rococo koepelfresco’s houdt Christus met één arm het Kruis vast. Dit om te benadrukken dat er geen Opstanding zonder Kruis is, geen verhoging zonder vernedering.

Met deze eenvoudige boodschap “Neem je Kruis op en volg Mij” (Matteus 6:24, Marcus 8:34, Lukas 9:23), wordt alle dogmatiek “overschreven”. De zwaarte van het eigen zondebesef lijkt als sneeuw voor de zon verdwenen. De gelovige hoeft niet meer in zijn eigen onderwereld te kijken, maar mag zich omhoog richten naar de “Zon der Gerechtigheid” die hem tot Zich roept.

Wieskirche 2016
Wieskirche detail interieur
[foto genomen in juli 2016]

Het is gemakkelijk om te schamperen over dit feel good christendom. Is dit niet gewoon een goedkope kermisattractie in plaats van een kerk? De ervaring die het interieur van een donker romaanse kerk geeft, is toch vele malen dieper en authentieker dan de ervaring van deze rococo kitsch?

Of is het allemaal toch weer een kwestie van smaak?

Als je je onbevangen aan de overdaad van het rococo kunt overgeven, geloof ik dat zelfs de grootste less-is-more-freak verrukt kan zijn over een rococojuweel als (het interieur van) de Wieskirche in Beieren. Hier is de smaak van het oneindige en de authentieke ervaring van lichtheid en speelsheid voor iedereen te vinden.

Wieskirche 2016
Wieskirche detail interieur
[foto genomen in juli 2016]

Sedantag

Vandaag is de Slag bij Sedan precies 150 jaar geleden
Dit leidde tot het einde van het Tweede Franse Keizerrijk
en de geboorte van het Duitse Keizerrijk
Sedantag
Toen een nationale feestdag nog een nationalistisch feestje was. Sedantag was de nationale feestdag in het Duitse Keizerrijk van 1871 tot en met 1918.

jungefreiheit.de