Arthur Schopenhauer (1788-1860) kwam in het voorjaar van 1814 naar Dresden. De hoofdstad van Saksen had kort daarvoor flink op zijn donder gehad in de bevrijdingsoorlogen van 1813. Begin mei 1813 waren de Franse legers de stad ingetrokken, maar werden door de Russische en Pruisische soldaten verdreven. Maar de Fransen keerden enkele weken later weer terug. Na een wapenstilstand van twee maanden barstten in augustus 1813 de gevechten weer los. In de Slag bij Dresden werd de stad gebombardeerd, niet voor de eerste keer en niet voor de laatste keer.
De vier jaar (1814-1818) dat Schopenhauer als doctor in de filosofie in Dresden woonde, waren de vruchtbaarste jaren van zijn leven. Hier schreef hij het manuscript van zijn hoofdwerk Die Welt als Wille und Vorstellung. Veel vrienden had Schopenhauer niet in Dresden. Een van de weinigen was de zeven jaar oudere filosoof Karl Christian Friedrich Krause (1781-1832). Krause was een early adopter van de oosterse mystiek. Beide filosofen deelden hun interesse voor de Upanishaden, oud-Indische filosofie van vóór het boeddhisme. Schopenhauer vond hier de sleutel voor zijn pessimistische filosofie.
Arthur Schopenhauer an Carl August Böttiger am 21. April 1814