met Augustinuscyclus (ca. 1750) van Matthäus Günther (1705-1788)
Het blijft mij intrigeren hoe de christelijke iconografie na 1730 met suikerfondant belegd werd. Ik heb daar een eigen theorie over. Na de Vrede van Utrecht (1713) waren de oorlogen tussen het katholicisme en het protestantisme voorbij. In de eeuw van de Verlichting werd alles lichter. Dat is heel duidelijk te zien in de schilderkunst. De zware en donkere barok van de Contrareformatie wordt na 1730 opvallend lichter en dat in de beide betekenissen van het woord licht: licht van kleur en licht van boodschap. Om het volk bij de katholieke kerk te houden, moesten er geen zware leerstukken meer verkondigd worden maar moesten de gelovigen betoverd worden als Hans en Grietje door “het huisje van knibbel knabbel knuisje”.
Zo ontstond de barok 2.0 : het rococo. Vooral in het katholieke Zuid-Duitsland en in Tirol kwam het rococo tot bloei. We bezochten ook deze zomer weer een paar kerken met interieurs uit het rococo. De meeste van deze kerkinterieurs ontstonden tussen 1740 en 1770.
In Rottenbuch (Beieren) stond ooit een groot vrouwenklooster. De kloosterkerk werd rond het midden van de 18e eeuw gedecoreerd. Matthäus Günther schilderde een omvangrijke een cyclus met episoden uit het leven van de heilige Augustinus. Door zijn Belijdenissen (397/8) , wel eens de eerste spirituele autobiografie uit de geschiedenis genoemd, weten we in vergelijking met andere heiligen veel over zijn levensloop. Een van de bekendste episoden uit Augustinus‘ leven is het moment dat een stem hem gebiedt de Bijbel te lezen. In het achtste boek van de Belijdenissen wordt dit beschreven:
Bron: Belijdenissen, 8, XII, 29
Augustinus ligt als een Junge Werther in het gras als hij overvallen wordt door een (innerlijke) stem.
Wat gebeurt er met iconografie als je deze in een ander jasje hijst? De uitstraling verandert niet alleen, maar ook de inhoud. Immers: The medium is the message. Hoe beeld je iets onstoffelijks als de goddelijke genade uit? In de Byzantijnse iconografie wordt deze traditioneel weergegeven door een handje uit een wolk in de bovenhoek van de icoon. Maar wat zien we in de iconografie van het rococo? Cherubijntjes met roze billetjes en een Vrijmetselaarsoog! De goddelijke liefde krijgt zo een setting die doet denken aan het verlichte boudoir van Madame de Pompadour.