Augustinus van snoepgoed [ 2 ]

op 21 juli bezochten we de voormalige kloosterkerk van Rottenbuch
met Augustinuscyclus (ca. 1750) van Matthäus Günther (1705-1788)

De kloosterkerk van Rottenbuch (Beieren) werd rond het midden van de 18e eeuw gedecoreerd. Matthäus Günther schilderde een omvangrijke een cyclus met episoden uit het leven van de heilige Augustinus. Door zijn Belijdenissen (397/8) , wel eens de eerste spirituele autobiografie uit de geschiedenis genoemd, weten we in vergelijking met andere heiligen veel over zijn levensloop.

Rottenbuch
de cyclus met episoden uit het leven van de heilige Augustinus bevinden zich aan weerszijden van de beide muren van het middenschip. Ze zijn gevat in cartouches met opvallend symmetrisch rocaille. Deze versterken de associatie met het plaatje uit een poesiealbum.

De religieuze schilderkunst uit de achttiende eeuw is duidelijk te onderscheiden van die van de eeuw ervoor en erna. In de barok van de zeventiende eeuw zijn de voorstellingen meestal veel donkerder en zwaarder, terwijl in de negentiende eeuw de religieuze schilderkunst historisch verantwoord is. Na 1800 zien we steeds meer de vruchten van wetenschappelijk historisch onderzoek. Bijbelse en historische figuren dragen daarom geen eigentijdse kleding meer en ook de eigentijdse (neoclassicistische) architectuur maakt plaats voor architectuur zoals deze ooit geweest moest zijn.

Maar in de fresco’s van Matthäus Günther (1747) is van de zwaarte van de zeventiende eeuw en van de objectiviteitsdrang van de negentiende eeuw niets te zien. In de snoeperige voorstellingen verschijnen de figuren in rijke Venetiaanse kledij zoals bij Veronese en Tiepolo.

Augustinus
Augustinus bij de Manicheeërs
En zo kwam ik terecht bij mensen vol hoogmoedige waanzin, vleselijk gezind en praatziek, in wier mond strikken van de duivel waren en vogellijm, bereid met bijvoeging van de uiterlijke klank van Uw naam en van de Heer Jezus Christus en van onze Trooster, de Heilige Geest. Deze namen weken niet van hun mond, maar ze waren niet meer dan een klank en een geluid van de tong; hun hart echter was zonder enige waarheid. En zij zeiden: “waarheid en waarheid” en zij hadden het tegen mij druk over haar, maar zij was nergens in hen te vinden, maar zij spraken onwaarheid niet slechts over U, die in waarheid de Waarheid bent, maar ook over de elementen van deze wereld, Uw schepping.
 
Bron: Belijdenissen
Augustinus
de doop van Augustinus in Milaan in 387
Wij voegden hem bij ons als iemand van gelijken leeftijd als wij in Uw genade, ter opvoeding in Uw tucht: en wij werden gedoopt en de bekommerdheid over ons vroegere leven ging weg van ons. En ik kon mij in die dagen niet verzadigen aan de wonderlijke liefelijkheid, gelegen in de overdenking van de diepte van Uw raadsbesluit tot redding van de mensheid. Hoe weende ik bij Uw lofliederen en gezangen, heftig geroerd door de liefelijk klinkende stemmen Uwer kerk! Die stemmen stroomden mijn oren binnen en de waarheid droppelde helder in mijn hart en vrome aandoeningen welden daarin op, en mijn tranen stroomden en het was mij goed met hen.
 
Bron: Belijdenissen
Augustinus
de priesterwijding van Augustinus in 390
Augustinus
Het graf van Augustinus
In de cartouche boven de tombe van Augustinus staat “erit sepulchrum ejus gloriosum” (zijn graf zal heerlijk zijn) een profetie van Jesaja.