alles van waarde is weerloos

monsterbedragen voor schilderijen zijn weer helemaal terug…

Soms lees ik in de krant iets over kunst dat niet op de pagina Kunst staat maar op de pagina Economie. Dan weet ik in ieder geval zeker dat het niet over schoonheid gaat, maar over geld.

dr. CachetIn 1990 toen Vincent Van Gogh honderd jaar dood was, heerste er een gekte op de kunstmarkt en braken zijn schilderijen telkens weer een record. Drie jaar daarvoor was een versie van zijn Zonnebloemen verkocht aan Yasuda Fire & Marine Insurance Company of Tokyo voor het duizelingwekkende bedrag van $39.921.750 ruim 80 miljoen gulden. Later in datzelfde jaar brachten zijn Irissen 48 miljoen dollar op en in 1990 werd het portret van dokter Cachet geveild voor 83 miljoen dollar. De prijzen waren volledig doorgedraaid. Na 1990 zakte de kunstmarkt weer in en van Gogh’s portret bleef jarenlang het duurst verkochte schilderij uit de geschiedenis, met als ironisch detail dat hij tijdens zijn leven commercieel volledig mislukte.

De liefhebber koopt passie,
de verzamelaar bezit, de snob status
en de belegger verwachting.

Maar sinds een paar jaar is de gekte weer terug bij de veilinghuizen. Vorig jaar november werden in één klap twee records gevestigd. Naoorlogse Amerikaanse schilderijen ditmaal, beide nog geen zestig jaar oud. Het betrof een schilderij van Willem de Koning: Woman III en een van Jackson Pollock: no.5 uit 1948 die geveild werden voor resp. 137,5 en 140 miljoen dollar. Je kunt dus zeggen dat het vertrouwen in kunst als beleggingsobject weer is toegenomen.

Is het erg dat er zulke idiote bedragen worden betaald voor een schilderij als hiernaast is afgebeeld? Natuurlijk niet! Want bij een beleggingsobject gaat het nooit om wat iets is (laat staan wat het voorstelt), maar het gaat erom wat iets over een aantal jaren oplevert. Wat het dan ook mag zijn. Het zegt niets over de waarde van het object. Het is natuurlijk wel een boeiende vraag waarom juist die naoorlogse abstracte schilderijen zo’n hoge verwachting en dus marktwaarde genereren en de schilderijen van de oude meesters veel minder. Terwijl die laatste kunstwerken vanuit kunsthistorisch en technisch oogpunt juist een hogere waarde vertegenwoordigen. In ieder geval zegt het veel over onze algemene waardering van het kunstwerk, waarbij kunsthistorische waarden en technische kwaliteiten van ondergeschikt belang zijn.

The most expensive paintings ever sold | Jackson Pollock No.5, 1948