dwepen met Mercury

zaterdag met Michaela gezien in Cinemec: Bohemian Rhapsody (2018)

Bohemian RhapsodyMichaela nodigde mij gisteren uit voor Bohemian Rhapsody, de biopic over Queen. Nu heb ik nooit zoveel met Queen gehad, al kan ik natuurlijk niet heen om de Bohemian Rhapsody (daarom heet deze biopic natuurlijk ook zo.) Jeugdsentiment is het ongetwijfeld, ook voor de honderden anderen, onvermijdelijk veel veertigplussers, in de enorme zaal van Cinemec Ede. Een 45-jarige (de leeftijd van Freddy Mercury toen hij in 1991 stierf) was twaalf toen Queen tijdens Live Aid in 1985 optrad in het Wembley Stadium. Zelf was ik twaalf toen Bohemian Rhapsody in de hitparade van 20 december 1975 binnenkwam. Zes jaar geleden schreef ik hier iets over. Mijn ouders hadden met Sinterklaas hun allereerste kleurentelevisie gekocht. Het was een openbaring: alles ineens in kleur! En toen kwam de befaamde videoclip van Queen met de psychedelische tunnel. Mama mia!

De film die we gisterenavond zagen, is goed gemaakt. Het tijdsbeeld is fraai gereconstrueerd en de look-a-likes van de vier bandleden zijn verbluffend, vooral de acteurs die Brian May en John Deacon spelen, lijken als twee druppels water op hun originelen. De 37-jarige Egyptisch-Amerikaanse acteur Rami Malek lijkt zeker niet sprekend maar is als Freddy Mercury toch geloofwaardig. Het is ook erg leuk om te zien hoe de bekende nummers (Killer queen, Bohemian rhapsody, We will rock you, anotherone bites the dust) ontstaan zijn. De jaren zeventig zijn daarbij, waarschijnlijk ook voor de band zelf, de leukste tijd.

De dominantie van Freddy Mercury heeft mij altijd al gestoord en in deze film is dat al niet anders. Waar het bij veel Britse bands in die tijd fout ging, bijvoorbeeld bij de egotripperij van Peter Gabriel in Genesis of de dominantie van Roger Waters in Pink Floyd, daar liep het ook bij Queen mis. Het grote geld lokte Freddy Mercury weg bij zijn ‘family’ en hij liet zich rond 1984 door een vet contract (vier miljoen dollar) verleiden tot een solo-carriere. Het was in de jaren van Michael Jackson, Madonna en de megaconcerten, kortom van de hyper-vercommercialisering van de popmuziek.

Bohemian Rhapsody laat eerlijk zien dat onze Freddy soms niet zo’n fijne jongen was, maar stevent op het einde wel af op een soort heiligverklaring. Er zit weinig gelaagdheid in het verhaal dat uiteindelijk net als Mercury zelf het stadion (in dit geval de bioscoopzaal) plat legt. De climax van de film is het optreden van Queen tijdens het Live Aid concert op 13 juli 1985. Dit loopt uit op een soort Triumph des Willens (Mercury wist toen al dat hij aids had), maar dan verplaatst van 1935 naar 1985. De massa wordt opgezweept. Freddy Mercury was een performer die het volk een “stukje van de hemel” wilde laten zien, en geen dictator die een ideologie verkondigde. Zijn optredens waren naar de inhoud onschuldig, maar naar de vorm was hij een demagoog pur sang.

Bohemian Rhapsody [ imdb.com ]