Heidegger’s Heimat [ 9 ]

van Konstanz naar Liechtenstein

Martin HeideggerVanuit Messkirch volgen we het spoor van Heidegger door boerendorpjes als Zizenhausen (Uierhuizen) naar de Bodensee. De vrije stad Konstanz, bekend van het Concilie uit de vijftiende eeuw, ligt vijftig kilometer ten zuiden van Messkirch. Op zijn veertiende gaat Heidegger hier in 1903 met een stipendium van de katholieke kerk studeren aan het seminarium en gymnasium. Safranski schrijft over de geestelijke invloed die de jonge Heidegger hier ondergaat. In tegenstelling tot het conservatieve en katholieke klimaat in het slapende provinciestadje Messkirch heerst er in Konstanz aan het begin van de twintigste eeuw een progressieve en liberale geest. De katholieke studenten interesseren zich voor Nietzsche, Hartmann, Vaihinger, de psychoanalyse en ook het atheïsme. Heidegger moet het gevoel hebben gehad hier uit zijn katholieke voegen te barsten. Onder de voogdij van zijn broodheer de rooms-katholieke kerk, wordt hij in de richting van het anti-modernisme gestuurd. Zijn mentor biedt de puberende Martin het gedachtengoed van Carl Braig aan als antidotum tegen het modernisme. Het werkt.

Edmund HussserlDe jongvolwassen Heidegger ontwikkelt zich als geboren Messkircher al snel tot een zogenaamde Zuid-Duitse anti-modernist. In het conservatieve spoor van Carl Braig zal Heidegger zelf de filosofie van Franz Brentano ontdekken en in het verlengde daarvan weer de filosofie van Edmund Husserl. In 1901 verschijnt het beroemde werk Logische Untersuchungen van Husserl. Het boek wordt een openbaring voor de jonge Heidegger die het met rode oortjes leest. Zijn afkeer van de tegencultuur rond 1900 met zijn mediagenieke Nietzscheadepten wordt tijdens zijn studiejaren in Messkirch en later in Freiburg steeds groter. Volgens Safranski heeft dat ook te maken met ressentiment. Heidegger had zelf de uitstraling van een verwarmingsmonteur en moet heimelijk jaloers geweest zijn op de charismatische persoonlijkheden die hun stempel drukten op het geestelijk klimaat van rond de eeuwwisseling.

In Konstanz bezoeken we niet het internaat waar Heidegger als puber doorbracht, want we zijn hier samen en er moet ook nog geshopt worden. Dat betekent o.a. een bezoekje aan het Duitse Kruidvat, Mueller geheten. Wanneer je de Mueller binnengaat, begrijp je waarom er in Duitsland zoveel plaatsen zijn die met Bad beginnen. Er is bijvoorbeeld een heel straatje met aan beide zijden alleen maar shampoos. Het moeten tientallen merken zijn en honderden soorten. Aan mij is al die keuzevrijheid niet besteed, integendeel. Meestal raak ik in verwarring en verlaat een megastore in het buitenland dan bijvoorbeeld verdwaasd met een halfje gesneden casinobrood. Michaela vindt het heerlijk en gaat letterlijk snuffelend de winkel door. Ze dirigeert me naar de dure herenluchtjes en spuit onverwacht uit een monsterflesje een dosis Fahrenheit van Dior in mijn nek, mmmmm, wat ruik je lekker. Dit is het wisselgeld van Heidegger Reisen.

Peter RoseggerNa de Mueller duiken we nog het warenhuis Karstadt in. Daar hebben we gedeelde belangen: de boekenhoek. En Karstadt verkoopt ook postzegels. Michaela ontdekt een aantal series historische Duitse postzegels. Ik koop twee ongestempelde postzegels uit 1943 van het Deutsches Reich ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van een zekere Peter Rosegger. Nooit van gehoord. Was hij een negentiende eeuwse voorloper van het arianisme of een of andere proto-fascist? Ik koop de zegels omdat op een ervan een berghut staat afgebeeld en deze Peter Rosegger in mijn fantasie een Martin Heidegger uit een parallelwereld is. Via de postzegels bij Karstadt dus terug naar onze Heideggertrip.

Peter Rosegger Waldheimat
ook Peter Rosegger had een berghut

Rond het middaguur verlaten we Konstanz en steken de grens over naar Zwitserland. Of we nog iets aan te geven hebben, vraagt de Zwitserse douanier. Niet iemand der Spass versteht, dus we gedragen ons maar vormelijk. In Zwitserland begint het na een paar bloedhete dagen in Zuid-Duitsland te regenen. We kronkelen binnendoor via Sankt-Gallen naar Liechtenstein, het dwergstaatje dat tussen Oostenrijk en Zwitserland ligt ingeklemd aan de voet van een imposante berg. Achter deze berg ligt Feldkirch in Oostenrijk, waar Heidegger nog een blauwe maandag op een Jezuïetencollege heeft gezeten. Ook in Liechtenstein wint de filatelie het van de filosofie. We ontdekken dat Liechtenstein een favouriete vakantiebestemming is van Zuid-Koreaanse postzegelverzamelaars. Ze hebben de prijzen behoorlijk opgedreven hier. Achter de balie staat een Koreaans meisje een stapel postzegelmapjes af te prijzen. Het zijn allemaal frankeerzegels uit de oorlog met de beeltenis van de Führer. Postfris. Alsof er nooit een Untergang heeft plaatsgevonden. De Zuid-Koreanen lusten er wel pap van. Zou Heidegger ze mooi gevonden hebben deze zegels? Peter Rosegger waarschijnlijk wel.