gelezen: Die Deutschen und ihre Mythen (2010) van Herfried Münkler
Die Nibelungen werd opgenomen in de UFA studio in Neubabelsberg tijdens de hyperinflatie van 1922-1923. Toen de film in 1924 in de bioscoop verscheen, was de Weimar Republiek wat stabieler geworden. Kriemhilds Rache, het tweede deel van Die Nibelungen begint na de dood van Siegfried de drakendoder. Zijn vrouw Kriemhilde is vastberaden zich te wreken op Siegfrieds moordenaar Hagen Tronje. Deze is een vazal van haar broer, koning Günther van Bourgondië en wordt door hem beschermd. Om haar wraak te kunnen uitvoeren, trouwt ze met Etzel de koning der Hunnen.
Kriemhilds Rache begint met de tekst “Dem Deutschen Volke zu eigen”. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het Duitse volk hier vereenzelvigd wordt met Kriemhilde. Hoewel regisseur Fritz Lang nooit enige sympathie voor het nationaal socialisme heeft gehad en in 1933 zelfs het land verliet, was er in de jaren na de Eerste Wereldoorlog onder de Duitse bevolking een collectieve haat tegenover het Verdrag van Versailles. Velen meenden dat Duitsland in 1918 op het punt zou hebben gestaan de oorlog te winnen, maar door links was verraden. Ze spraken over de dolkstoot in de rug. Hier is een parallel met het Nibelungenlied waarin Siegfried door zijn eedgenoot Hagen met een speer in de rug wordt gedood. Kriemhilde is vastberaden om zich op Hagen te wreken.
Oberst von Thaer, 1918

Margarete Schön (1895-1985) speelt als Kriemhilde een ijzersterke rol doordat ze nauwelijks haar gezicht vertrekt. Met zwart omrande grote ogen lijkt ze versteend van haat. Het is een mythisch en krachtig beeld dat in Duitsland na de Eerste Wereldoorlog onmiddellijk herkend werd. Herfried Münkler schrijft in Die Deutschen und ihre Mythen het volgende :
Bron: Die Deutschen und ihre Mythen, blz. 97 (Rowolt Verlag, Hamburg 2010).

Bron: kutsite.com