de zelfmoord van Europa

gelezen: hoofdstuk 2 uit Lenteriten van Modris Eksteins

Lenteriten Veel historici neigen ernaar de Great War en de Tweede Wereldoorlog als één oorlog te beschouwen met een interbellum van 21 jaar. In Duitsland spreekt men al van die Urkatastrophe des 20. Jahrhunderts. Twee wereldoorlogen maakten in de eerste helft van de vorige eeuw definitief een einde aan de hegemonie van Europa in de wereld. Na 1945 werden de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie de twee nieuwe wereldmachten.

Wanneer we de wereldgeschiedenis als een verhaal zien, dan is de periode 1913-1945 een Griekse tragedie waarin Europa zelfmoord pleegt. De Canadese historicus Modris Eksteins beschrijft in Rites of Spring: The Great War and the Birth of the Modern Age (1989) het drama van de Eerste Wereldoorlog (en wat daar uit voort kwam) in drie bedrijven (akten) die hij weer indeelt in drie of vier scenes. Daarbij ziet hij de Sacre du Printemps (1913) van Stravinsky als een icoon van de periode 1914-1945. In dit moderne ballet dat in 1913 het Parijse publiek schokte, danst een meisje zich tijdens een rituele dans dood. Deze “dodendans” werd al snel herkend als het scenario voor een nieuwe tijd. De avant garde hunkerde tussen 1890 en 1914 naar “een grote schoonmaak”. In tegenstelling tot de negentiende eeuw, die alles wat oud was koesterde, koos men voor het nieuwe. De Jugendstil was in de jaren negentig al een voorteken van de explosie van vernieuwende bewegingen in de kunst die volgde tussen 1900 en 1914.

Sacre du Printemps
de Sacre du Printemps is een teken des tijds: de Europese beschaving keert terug naar het aardse, het lichamelijke, het ritmische en het primitieve

Eksteins weet met goed gekozen voorbeelden en citaten te verhelderen waarom Europa zich in augustus 1914 met zoveel geestdrift in de oorlog stortte. En nergens was het enthousiasme zo groot als in Duitsland. Dat kwam niet alleen omdat Duitsland in 1914 het modernste land ter wereld was dat zijn positie wilde beschermen. Maar ook was er in Duitsland een unieke combinatie tussen de geest van het idealisme en de geest van de moderniteit. Het Duitse idealisme dat zich vanaf 1800 gevormd had, bleek een enorme kracht om de Duitsers geestelijk te verenigen. Uit deze krachtbron stroomden de talloze mythen over de Duitse geestelijke superioriteit. Als Frankrijk het land van de politieke revolutie was, dan was Duitsland het land van de revolutie van de geest.

Eksteins weet met goed gekozen voorbeelden en citaten te verhelderen waarom Duitsland zich in augustus 1914 met zoveel geestdrift in de oorlog stortte.

Nadat in 1871 de Duitsers verenigd waren in het Duitse Keizerrijk (1871-1918) ontwikkelde Duitsland zich tot het machtigste land ter wereld en nam na 1900 de plek van Engeland in als het grootste industriële mogendheid. In de jaren tachtig was Duitsland ook begonnen aan het opbouwen van een koloniaal rijk, al was de koek op dat moment al bijna op. Na 1890 ging het keizerrijk ook een enorme zeevloot bouwen en kwam daarmee onvermijdelijk in het vaarwater van Engeland (en in mindere mate ook van Frankrijk) terecht. De industrialisatie, het imperialisme en de rivaliteit met het Britse imperium waren uiterlijke, politieke manifestaties van de nieuwe wereldmacht. Ook op het geestelijk en artistieke vlak begon de Duitse geest ook de expanderen en drukte het in Europa de Franse cultuur van zijn plaats. De avant garde werd vooral gevormd door Duitstalige kunstenaars. Secession, Jugendstil en expressionisme ontstonden in Wenen, München en Berlijn. Deze steden waren voor veel kunstenaars hipper dan Parijs.

Rond 1900 waren jeugd en leven toverwoorden geworden die niet alleen in de kunstwereld rond zoemden. Iedereen die met het benauwde Victoriaanse wilde breken, de jeugd voorop, werd opgewekt door de nieuwe geest. Zo ontstonden vooral in Duitsland de reformbewegingen die wilden terugkeren naar een oorspronkelijker en natuurlijker leven. In navolging van Nietzsche begon met het aardse, het lichamelijke en het primitieve te (her)waarderen. Een soortgelijk “terug naar de natuur” kennen we van de tijd van Rousseau, maar nu gebeurde het op veel grotere schaal. Europa leek er rijp voor een geestelijke revolutie waarin de oude geest plaats moest maken voor het nieuwe. Desnoods met geweld. Want wie in navolging van Nietzsche “leven” zei, zei ook “strijd”.

Berlijn
… Ich kenne keine Parteien mehr, ich kenne nur noch Deutsche …
Unter den Linden in Berlijn bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog

Vanuit deze “nieuwe” geest is het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog dieper te begrijpen dan vanuit de geo-politieke omstandigheden. Eksteins laat zien hoe na de Oostenrijkse oorlogsverklaring aan Serviëop 28 juli 1914 het Duitse volk zich verenigt en vol vuur gaat staan voor de Duitse geest. Want de moderne geest die is gaan waaien, is voor hen de Duitse geest. De geest van het Duitse idealisme had zich dwars door de negentiende eeuw een weg gebaand, niet alleen in de filosofie en de kunst maar ook in de politiek. Het enthousiasme waarmee Duitsland zich op 1 augustus 1914 in de oorlog stortte, was een religieuze ijver voor de Duitse identiteit. Daarom kon keizer Wilhelm II met succes uitroepen “Ich kenne keine Parteien mehr, ich kenne nur noch Deutsche”. De kracht van de Duitse eenheid was de mythe en de religie van de Duitse identiteit. En deze geest was na 1918 nog steeds niet vermorzeld.

München
de Odeonplatz in München op 2 augustus 1914 bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. De 25-jarige Hitler was er bij.

chronologie van het uitbreken van de Grote Oorlog
28 juli Oostenrijk-Hongarije verklaart Serviëde oorlog.
29 juli Rusland mobiliseert.
1 augustus Duitsland verklaart de oorlog aan Rusland. Frankrijk mobiliseert.
2 augustus Duitsland eist vrije doortocht door België.
3 augustus Belgiëverwerpt de eis van Duitsland. Duitsland verklaart Frankrijk de oorlog.
4 augustus Duitsland in oorlog met België. Duitse troepen overschrijden de Belgische grens. Engeland verklaart Duitsland de oorlog
6 augustus Oostenrijk-Hongarije in oorlog met Rusland

Rites of Spring: The Great War and the Birth of the Modern Age