“dat ben ik”

gezien bij VPRO Boeken: Wim Brands en Vonne van der Meer
Het smalle pad van de liefde (2013)

Het smalle pad van de liefde Hegel meende dat de ochtendkrant voor de moderne mens de plaats van het ochtendgebed heeft ingenomen. In het verlengde daarvan zou je kunnen zeggen dat de roman voor de eucharistie in de plaats is gekomen. Zeker als je kijkt naar het boekenprogramma VPRO Boeken dat op 1 september weer van start ging en iedere zondagmorgen tussen 11.20 en 11.50 wordt uitgezonden. Gisteren kwam Vonne van der Meer vertellen over haar nieuwste boek Het smalle pad van de liefde dat afgelopen week verscheen. Naast het verhaal over een buitenechtelijke liefde is het ook een bekeringsverhaal. Een moedig boek, zei Wim Brands, maar voegde er gelijk aan toe: “waarom moet ik dit eigenlijk moedig vinden? Het heeft te maken met de schroom voor het onderwerp.”

Vonne van der Meer vindt het christelijk geloof geen taboe. Want een taboe kun je doorbreken. Maar wanneer iets als achterlijk (of achterhaald) wordt beschouwd, dan is het not done. In combinatie met de spot van Maarten ‘t Hart of de ironie van Gerard Reve wordt het christelijk geloof in de hedendaagse literatuur nog wel getolereerd, maar een ondubbelzinnig bekeringsverhaal is voor de de meeste literatuurrecensenten iets om te negeren of om af te branden. Wim Brands toonde zich oprecht geïnteresseerd voor het boek en voor de bekering van Vonne van der Meer, twintig jaar geleden, al blunderde hij in het begin omdat hij dacht dat de schrijfster onlangs tot het licht was gekomen. In Het smalle pad van de liefde staan een paar gedichten, waaronder “op zekere leeftijd” van de Pools-Amerikaanse schrijver en dichter Czesław Miłosz (1911-2004). Brands las het voor:

Op zekere leeftijd
 
Wij wilden zonden bekennen en er was niemand aan wie.
De wolken wilden ze niet aanhoren, noch de wind
Die een voor een alle zeeën bezoekt.
Het lukte ons niet de dieren te interesseren.
De honden, ontgoocheld, wachtten op een bevel.
De kat, immoreel als altijd, viel in slaap.
Een persoon, ons schijnbaar genegen,
Was niet geneigd te luisteren naar wat vroeger gebeurd was.
Gesprekken met anderen, bij wodka of koffie,
Hoefden we niet te rekken na het eerste signaal van verveling.
Het zou vernederend geweest zijn een man met diploma
Per uur te betalen voor een luisterend oor.
Kerken. Misschien de kerken. Maar wat daar bekennen?
Dat wij onszelf ooit mooi en edel vonden,
Maar dat later, op deze plaats, een afzichtelijke pad
De dikke spleetogen opent
En men weet: „Dat ben ik„
 
Czesław Miłosz

Wanneer zelfkennis en religieus bewustzijn elkaar in een gezegende situatie mogen ontmoeten, groeit er bewustzijn van God. Want waar moeten we naartoe met onze zelfhaat? Wáár kunnen we onze zonden bekennen? Wie kunnen we onze zonden bekennen? Wie is er wit als sneeuw?

Bij Vonne van der Meer ontstond begin jaren negentig ook een soort religieuze nieuwsgierigheid. Ze bekeerde zich – na haar veertigste – tot het katholieke geloof. Sindsdien is religie bij de schrijfster een terugkerend thema. Vaak heel subtiel, zoals in Het smalle pad van de liefde. Terwijl er in de hedendaagse literatuur nog weinig over religie wordt geschreven, heeft het Van der Meer een gebied gebracht waarover ze kan schrijven – zonder dat het een evangelisch traktaat wordt.
 
Bron: boeken.vpro.nl

Evelien de Nooijer las Het smalle pad van de liefde onmiddellijk na het verschijnen en besprak het afgelopen donderdag op haar boekenblog Over boeken enzo.

vonnevandermeer.nl