dromen van Luilekkerland

zondag gezien bij Tegenlicht: De noodzaak van een utopie
Tegenlicht Lab met Rutger Bregman

Zondagavond was bij VPRO Tegenlicht Lab de jonge Nederlandse historicus en schrijver Rutger Bregman aan het woord. Met een paar prachtige voorbeelden probeerde hij zijn utopie te verkopen. Bregman (1988) gelooft in het basisinkomen. Geld als burgerecht.

Ik moest tijdens deze aflevering van Tegenlicht regelmatig denken aan de laatste aflevering van Zomergasten van 2013 waarin kunstenaar, entrepreneur en ontwerper Daan Roosegaarde (1979) te gast was. Bregman en Roosegaarde zijn sprekers die hun betoog met uitstekend beeldmateriaal kunnen illustreren. Van nature bezitten ze een overdosis empowerment waarmee ze de toehoorder op het puntje van zijn stoel krijgen.

Ze delen ook een bijna grenzeloos optimisme en hun jonge, positieve energie werkt zeer verfrissend tegenover het donkere cultuurpessimisme dat doorgaans gepredikt wordt door zure oude mannen van het type Schopenhauer-Spengler. Gelukkig is dat nooit een automerk geworden.

Toch betrap ik mij tijdens het aanhoren van een Bregman of een Roosegaarde op scepsis waarvan ik meen dat deze gezond is. Ik ben het met hen eens dat we in materieel opzicht in een fantastische tijd leven, een Gouden Tijdperk. Bregman gebruikt niet het schilderij in de header van deze blog (Das goldene Zeitalter (1530) van Lucas Cranach) om dit te illustreren, maar het schilderij Luilekkerland (1567) van Pieter Bruegel de Oude.

luilekkerland_bruegel
gravure naar het schilderij Luilekkerland (1567) van Pieter Bruegel de Oude

Bregman stelt dat vóór 1800 het aardse bestaan voor bijna iedereen één doffe ellende was. Er was armoede, honger, ziekte en een hoge kindersterfte. Gemiddeld stierven er per gezin twee kinderen. Tegenwoordig is de kindersterfte in westerse wereld vrijwel uitgeroeid en ook met de ontwikkelingslanden gaat het hard de goede kant uit. Over pakweg twintig jaar zal de kindersterfte de wereld uit zijn. Bregman noemt dat een van de grootste gebeurtenissen uit de wereldgeschiedenis. Vreemd genoeg lezen we dat nooit op de voorpagina van de krant.

luilekkerland_detailWanneer je Bruegel met een tijdmachine naar onze tijd zou kunnen laten reizen, dan zou hij stellig menen dat hij in Luilekkerland terecht gekomen zou zijn. Overal om ons heen is er een overvloed aan eten, comfort, zorg en sex on demand.

Je kunt Bregman moeilijk ongelijk geven. De droom van Cocagne (Luilekkerland) uit de middeleeuwen is na de Tweede Wereldoorlog in het Westen uitgekomen. We leven zonder twijfel in het welvarendste tijdperk uit de wereldgeschiedenis.

Het Gouden Tijdperk?

Op die vraag zouden we eigenlijk onmiddellijk een diepe schaamte moeten voelen. Want we weten allemaal wat de prijs voor deze overvloed is: we hollen de aarde uit, vergiftigen haar atmosfeer en zijn niet bereid onze welvaart op te offeren om het milieu te ontzien.

Deze schaamte, die parallel loopt aan de schuld, speelt in de utopie meestal geen rol. Of deze wordt gebagatelliseerd. De schuld zou vanzelf verdwijnen wanneer we de utopie bereikt hebben. Een kwestie van het toepassen van het principe van de creatieve destructie. De utopist is bedreven om zware onderwerpen als schaamte, schuld (en natuurlijk ook boete) vederlicht te maken. Want voor een utopie heb je een licht gevoel in het hoofd nodig, een voorjaarsgevoel.

De utopist is bedreven om zware onderwerpen als schaamte, schuld (en natuurlijk ook boete) vederlicht te maken. Want voor een utopie heb je een licht gevoel in het hoofd nodig, een voorjaarsgevoel.

De betogen van jonge mensen als Rutger Bregman en Daan Roosegaarde zijn bijzonder aanstekelijk. Ik zou er bijna in gaan geloven. Maar ze hebben vanuit hun positieve visie op de toekomst een soort bedrijfsblindheid als het gaat om zware zaken als schaamte, schuld en boete. Toekomstvisioenen ontbreekt het niet zelden aan de zwaartekracht van de moraal. Je wordt er heerlijk licht van in je hoofd. Het is het gevoel van vrijspraak. Dromen van een hemel op aarde en de ongemakkelijke waarheid even vergeten…

We moeten opnieuw utopisch leren denken, stelt de jonge historicus, columnist en non-fictie auteur Rutger Bregman (1988). Aan de hand van onder meer foto’s, boeken, videofragmenten en een broodrooster komt Bregman uit bij oude dromen als de radicaal kortere werkweek en het basisinkomen. Een televisie-essay in Tegenlicht als nieuwe vertelvorm: Tegenlicht Lab.
 
We zijn rijk, veilig en gezond maar leven toch in een tijd van onbehagen. Steeds meer mensen verlangen naar vroeger, naar een Gouden Tijdperk dat eigenlijk nooit heeft bestaan. Waar komt die nostalgie vandaan? En hoe kunnen we onze blik weer op de toekomst richten? De jonge historicus (Universiteit van Utrecht en Los Angeles) en columnist Rutger Bregman (Volkskrant, De Correspondent, The Washington Post) kijkt naar de wording van wat Paul Schnabel ook wel het ‘met-mij-gaat-het-goed-met-ons-gaat-het-slecht-gevoel’ heeft genoemd. Nederlanders zijn individueel gelukkig, maar maken zich collectief zorgen over de toekomst, hun land en de wereld.
 
Bron: tegenlicht.vpro.nl
In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aarde wederkeert, dewijl gij daaruit genomen zijt; want gij zijt stof, en gij zult tot stof wederkeren.

Genesis 3:19

rutgerbregman.nl