samengesteld door Koen Stassijns en Ivo van Strijtem
De Duitse romantische dichter Hölderlin (1770-1843) keert op onverwachte momenten bij mij terug. Mijn eerste kennismaking was op de middelbare school met Duitse letterkunde. Ik was 17 en had de ideale leeftijd voor romantische bevlogenheid, maar toch was er geen klik. Die kwam pas veel later in de zomer van 2011 toen we Tübingen bezochten, het universiteitsstadje ten zuiden van Stuttgart waar Hölderlin samen met Hegel en Schelling studeerde aan de Tübinger Stift. Drie grote Duitse Dichter und Denker op één studentenkamer. Het gegeven alleen al heeft mythische proporties.
Legendarisch is ook Hölderlin’s verblijf in de woontoren aan de Neckar. De dichter leefde de tweede helft van zijn leven, zoals de Duitsers dichterlijk zeggen, in Geistige Umnächtung. Je krijgt het er bijna poëtisch van. Hölderlin werd dus gek. Een krankzinnige dichter in een toren aan het water, een beeld dat zich tot de Duitse Romantik verhoudt als klompen en tulpen tot Holland. In 1806 werd hij opgenomen in een inrichting waar hij ongeneeslijk krankzinnig werd verklaard. Timmerman Ernst Zimmer uit Tübingen, die geletterd was en een bewonderaar van Hölderlin‘s brievenroman Hyperion, bood hem een verblijf aan in een woontoren aan de Neckar, vlak onder de Stift waar hij gestudeerd had.
Hölderlin was 36 jaar en zou nog 36 jaar in deze toren leven. Een van Hölderlin‘s bekendste gedichten is Hälfte des Lebens. Hij schreef het in 1805 op 35-jarige leeftijd in Frankfurt.
Mit gelben Birnen hänget
Und voll mit wilden Rosen
Das Land in den See,
Ihr holden Schwäne,
Und trunken von Küssen
Tunkt ihr das Haupt
Ins heilignüchterne Wasser.
Weh mir, wo nehm’ ich, wenn
Es Winter ist, die Blumen, und wo
Den Sonnenschein,
Und Schatten der Erde?
Die Mauern stehn
Sprachlos und kalt, im Winde
Klirren die Fahnen.
Bron: lannoo.be
verder lezen:
De waanzin van Hölderlin [ woest & vredig ]
Als water van rotsklip tot rotsklip geworpen [ Kester Freriks op athenaeum.nl ]