Al eerder schreef ik over het zendingskarakter van de Amerikaanse serie Cosmos. Het lijkt op The Hour of Power, maar verkondigt dan een ander groot verhaal, het verhaal van de wetenschap. Cosmos is de geestelijke nalatenschap van de Amerikaanse astrobioloog Carl Sagan. Hij geloofde heilig in wetenschap en zag de geïnstitutionaliseerde religie als de grootste bedreiging van de mensheid. De derde episode van Cosmos When knowledge conquered fear schakelt de opkomst van de wetenschap in de 17e en 18e eeuw gelijk aan de triomf van wetenschappelijke kennis over angst en (bij)geloof.
De aflevering begint met een baby die met opengesperde ogen vol verbazing naar de hemel kijkt. De voice over zegt dat we geboren worden in een raadsel. “De mens wordt als een naakte vondeling onder de sterrenhemel geboren. Hij heeft geen briefje bij zich waarop staat waar hij vandaan komt. Hij moet het allemaal zelf uitvinden.” Het beeld doet mij denken aan Mozes drijvend in een biezenmandje tussen het riet langs de Nijl. Het is een tijdloos beeld van de vondeling.
Cosmos – When knowledge conquered fear
De waarheid volgens Cosmos is dat de heilige boeken uit de openbaringsreligies de mens geen antwoord geven. Religieuze openbaringen zouden projecties van angsten en verlangens zijn. De Bijbel, in Europa en Amerika traditioneel het Woord van God, is voor de wetenschap niet langer geldig. Nullius in verba werd in de tweede helft van de zeventiende eeuw het motto van The Royal Society en Isaac Newton. Vrij vertaald: “Niets in woorden”. De grote Verlichtingsfilosoof Immanuel Kant zou zeggen: Sapere Aude, heb de moed om zélf na te denken en niet op gezag iets aan te nemen.
Volgens de wetenschap vindt de mens zijn “identiteitskaart” niet in zogenaamde heilige boeken maar in de microkosmos van het DNA. Let wel, “hét DNA” en niet “zijn DNA”. Want menselijk, dierlijk en plantaardig DNA komen voort uit dezelfde bron en behoren niet toe aan de mens. River out of Eden noemt de atheïst Richard Dawkins de eindeloze stroom DNA die tijdens de recycling telkens weer nieuwe vormen aanneemt.
De vondeling van Cosmos leert zichzelf dus kennen als “een stadium van het DNA in een doelloze evolutie”. Hij heeft geen hemelse Vader, maar is door de evolutie in tijd en ruimte geslingerd. Je hoeft je daar volgens Cosmos niet verweesd bij te voelen, want “science is the greatest adventure in history”. De baby leert lopen en wordt volwassen. Door onderzoek raakt hij met zijn wereld en met de kosmos vertrouwd. Door zijn verstand en de kennis die hij vergaart, verdwijnen angst en (bij)geloof.
Cosmos getuigt van een uitgesproken positivistisch en optimistisch mens- en wereldbeeld. Er is geen spoortje scepsis, laat staan pessimisme, te bekennen. De woorden van de Duitse pessimistische filosoof Arthur Schopenhauer, die ook een briefje in het mandje bij de vondeling heeft achtergelaten, gaan aan Cosmos voorbij:
uit: De wereld als wil en voorstelling II, Hfdst. 1, p.13. 1859
vertaling: Hans Driessen