hopeloos achterhaald

gelezen in Letter & Geest: Het magische drieletterwoord
door de Vlaamse filosoof Maarten Boudry

In 1996 haalde een hoogleraar natuurkunde aan de universiteit van New York een grap uit die bekend geworden is als de Sokal affaire. Hij wist een onzinartikel geplaatst te krijgen in het postmoderne tijdschrift Social Text. Sokal bracht het academische postmodernisme in verlegenheid. Twee jaar geleden zette de Vlaamse filosoof Maarten Boudry met een soortgelijke hoax de Vrij Universiteit voor schut. Hij schreef een zogenaamd theologisch artikel in grammaticaal correcte onzin, doorspekt met holle frasen en theologisch jargon en bood dat aan bij de redactie van een programmaboek van een wetenschappelijk congres over de scheppingsorde. Het stuk werd geplaatst. Met deze satirische schelmenstreek bewees hij dat doelbewuste onzin moeilijk van postmoderne theologie valt te onderscheiden.

Postmoderne theologie is net als de hedendaagse kunst bijzonder vatbaar voor “gebakken lucht”. Dat komt waarschijnlijk omdat de sleutelwoorden uit de theologie (theos=God) en de hedendaagse kunst (kunst) alles en niets kunnen betekenen. Het zijn a.h.w. fantomen geworden die door onze taal en ons denken spoken. In navolging van Wittgenstein zet Boudry de filosofie in om de beheksing van het denken door de taal te bestrijden.

God
God buiten de Bijbel, in het woordenboek

Boudry schrijft in een superieure stijl en kiest zijn voorbeelden goed. Toch weet zijn artikel mij niet te overtuigen. Een van de boeken waarnaar hij verwijst is The Experience of God van de oosters-orthodoxe theoloog David Bentley Hart. Deze noemt God “de Grond van alle Zijn” en “de Fontein van het Actuele”. Alle beelden die we van God kunnen maken, lijken hiermee overstegen. Toch, constateert Boudry dat de auteur van The Experience of God niet helemaal losgeweekt is van oude godsbeelden. Want hij blijft de Grond van alle Zijn aanspreken als “een Hij”. Zou Bentley Hart, zo vraagt Boudry zich af, in de opstanding van Christus geloven? En in de menswording van de Grond van alle Zijn? Vreemd dat Boudry naar de bekende weg vraagt. Natuurlijk gelooft een oosters-orthodox theoloog dat.

Zijn ene gelaat is intellectueel en verfijnd maar weinig aanlokkelijk: dat zijn de ijle abstracties waarmee theologen zich vermeien.

Maarten Boudry

Iets verderop schrijft hij: “De theïstische God lijkt soms op de Romeinse godheid Janus. Zijn ene gelaat is intellectueel en verfijnd maar weinig aanlokkelijk: dat zijn de ijle abstracties waarmee theologen zich vermeien. Zijn andere gezicht is vertrouwd en menselijk, maar hopeloos achterhaald.” Boudry spreekt hier over Christus, want binnen de twee andere monotheïstische religies, jodendom en islam, is God volledig transcendent. Alleen in het christendom is God mens geworden in Christus en heeft Hij een menselijk gezicht gekregen dat ons naderbij komt in de icoon. Maar dat is volgens de filosoof achterhaald. Hopeloos achterhaald. Punt. Er komt geen onderbouwing. Blijkbaar verwacht Boudry hier de onmiddellijke bijval van zijn lezer en draagt hij daarom geen enkel argument aan.

Hoe zou zijn constatering overkomen op de oosters-orthodoxe theoloog David Bentley Hart? Als je de christelijke God hopeloos achterhaald noemt, noem je impliciet degenen die in Hem geloven ook hopeloos achterhaald. Is dat niet hopeloos arrogant?

VU voor schut met namaakartikel [ filosofie.nl ]