Twee landschapsschilders

de schilders Willem Roelofs (1822-1897) en Paul Gabriël (1828-1903)

Ik heb ze altijd met elkaar verward. Want allebei in Amsterdam geboren, in Brussel gewoond, geschilderd in o.a. Veenendaal en als enige coloristen van de Haagse School, haal je ze gemakkelijk door elkaar. Daar komt nog bij dat Paul Gabriël, toen het met schilderen maar niet wilde vlotten (De Prins der Landschapsschilders B.C.Koekoek bij wie hij in Kleve schilderlessen volgde, zei dat er geen schilder in hem school), in Brussel bij de zes jaar oudere Willem Roelofs in de leer ging. Hier kreeg hij het schilderen echt in zijn vingers. Paul Gabriël was net als Willem Roelofs een echte colorist en in tegenstelling tot andere schilders van de Haagse School zag hij in het Nederlandse landschap meer dan alleen maar gekleurde grijzen.

Paul Gabriel
Paul Gabriël, Het Drielse veer
“ons land is gekleurd sappig vet, vandaar onze schoone gekleurde en gebouwde runderen, hun vleesch melk en boter, nergens vind men dat zoo”
Alhoewel ik er zelf wat knorrig uit kan zien houd ik er veel van dat het zonnetje in het water schijnt, maar buiten dat, ik vind mijn land gekleurd en wat mij bijzonder opviel wanneer ik uit den vreemden kwam: ons land is gekleurd sappig vet, vandaar onze schoone gekleurde en gebouwde runderen, hun vleesch melk en boter, nergens vind men dat zoo maar ze worden ook door dat sappige vette land gevoed-ik heb vreemdelingen dikwijls horen zeggen, die Hollandsche schilders, schilderen allemaal grijs en hun land is groen- wanneer men jong is word men naar buiten gezonden om te studeren in een gekleurde natuur en later moet men den grijze Schilderijen schilderen, een ensemble bordpapier met hier en daar een kleurtje en dat heet poëzie; dat heeft bij mij veel weg van meubelmakerij op de atelier bedacht en het wordt dikwijls een opgaaf als of het niet anders kan…
Paul Gabriël in een brief aan A.C. Loffelt, 29 mei 1901
Bron: schilderijen1850-1950.com

Roelofs en Gabriël hebben allebei in Veenendaal geschilderd. Ze werkten in de jaren vijftig van de 19e eeuw in Oosterbeek, waar rond die tijd veel schilders verbleven. Vanuit Oosterbeek werden vaak uitstapjes ondernomen en zo ontdekte Roelofs en Gabriël het turfdorp aan de Grift. Ze schilderden o.a. aan het Benedeneind dat sterk aan Giethoorn doet denken. Ik stel me voor dat mijn betovergrootvader, die toen aan het Benedeneind gewoond moet hebben, de schilders wel eens in zijn boerderijtje heeft uitgenodigd en een kom room (glas melk) voor ze heeft ingeschonken. Maar waarschijnlijk was daar geen sprake van. De schilders waren stadse jongens en leefden in een wereld die voor de vrome boeren goddeloos en bedreigend moet zijn geweest.

Roelofs
Rivierlandschap, een vroeg schilderij (1842) van Willem Roelofs toen hij nog sterk onder invloed stond van de romantische school
Wij scheiden kleur en tekening af, omdat wij dat wel moeten. Maar de natuur doet dat niet. Zij geeft niet iets een vorm om het daarna te kleuren. Vorm en kleur zijn inherente eigenschappen van het voorwerp, dat ons te schilderen is gegeven. Verwaarlozen wij een van beiden, dan geven wij slechts de helft.
Willem Roelofs over zijn schilderijen