Categorie archief: natuur
privéparadijzen
In de late zeventiende en in de achttiende eeuw waren veel rijke Amsterdamse kooplieden de inmiddels stinkende grachtengordel ontvlucht en hadden zich gevestigd op buitenplaatsen langs de Vecht. Meestal waren deze omringd door een heerlijke tuin. Het aardse paradijs werd in het interieur voortgezet op zogenaamde behangsels. Anders dan de naam doet vermoeden waren dit schilderingen op doek die op een raamwerk tussen vensters en deuren gespannen waren en vaak meerdere wanden van het interieur in beslag namen. Behangsels hadden meestal parken en pastorale landschappen als onderwerp. Vaak waren er architectonische elementen in Franse stijl aan toegevoegd. Overigens leunden deze geïdealiseerde voorstellingen zwaar op de Hollandse landschapsschilderkunst van de zeventiende eeuw. Bekende behangselschilders uit de achttiende eeuw waren in ons land Egbert van Drielst en Jurriaan Andriessen.
Het werk van Peter Korver zet de traditie van de behangselschilderkunst voort in een eigentijdse context. Als bioloog schildert Korver met taxonomische nauwkeurigheid en betrouwbaarheid planten- en diersoorten. Vaak staan deze tegen een framework van gestileerde achttiende eeuwse motieven en zijn er historische voorwerpen aan toegevoegd. Zijn werk is erg geschikt voor zeventiende en achttiende eeuwse grachtenpanden en buitenverblijven. Zo maakte hij vorig jaar voor de Residentie van Charles François Lebrun een serie schilderijen waarin exotische en inheemse dieren gecombineerd worden met elementen die verwijzen naar de rijke geschiedenis van het pand aan de Herengracht 40. Zijn nieuwste werk is een plafondschildering voor een villa in Bergen (NH) en heet Leaves of Grass. Het bestaat uit zes langwerpige panelen die tussen de balken van het plafond geplaatst worden.
de evolutie van de natuurfilm
David Attenborough is voor mij de Kuifje onder de natuurverslaggevers. Veertig jaar geleden keek ik al naar zijn ontdekkingsreizen door de natuur, toen nog in zwart-wit. Sir David zit zestig jaar in het vak en de BBC zendt op vrijdagavond Attenborough: 60 Years in the Wild uit, een terugblik op zijn carrière als natuurverslaggever. De 86-jarige verteraan reist naar plekken waar hij decennialang geleden reportages maakte. Het is leuk om naar zijn anekdotes te luisteren, wat zich achter de schermen van de documentaires afspeelde en te horen hoe de cameratechniek zich de afgelopen zestig jaar ontwikkeld heeft. Zo leerde ik in de eerste aflevering dat bij onderwateropnamen vóór de opkomst van de videocamera de filmspoel de beperkende factor was. Met een videocassette kon de cameraman veel langer onder water blijven filmen dan met een filmspoel. Ook de night shot van de infrarood camera zorgde voor een doorbraak in de natuurfilm.
Aan Hans Dorrestijn is de “natuurkermis” die de BBC ons voorschotelt niet besteed, zei hij vorige week in zijn reactie op Eartflight. Met geavanceerde cameratechnieken dringen we steeds verder door in de natuur en gaan daarin voorbij aan ons natuurlijke blikveld. Een spectaculaire opname van bijvoorbeeld een krokodil die aan de waterkant een drinkende gnoe aanvalt, is bloedstollend om naar te kijken. Maar al die waterdruppels die in slow motion opspatten, dat zien we volgens Dorrestijn in werkelijkheid helemaal niet zo. Daar heeft hij natuurlijk gelijk in. Maar juist deze blikverruiming maakt ons getuige van de verborgen kant van de natuur. Het hoeven geen grote gebeurtenissen te zijn zoals een krokodil die een gnoe verscheurt. De Franse documentaire Microcosmos bewijst dat ook de insectenwereld in het gazon spektakel oplevert of betovert wanneer er met macrolens gefilmd wordt.
Bron: bbc.co.uk
davidattenborough.co.uk | More Attenborough at BBC [ bbc.co.uk ]