met het boek Krieg dem Kriege van Ernst Friedrich
In de vierde aflevering van In Europa (het jaar 1916) werd afgelopen zondag aandacht besteed aan Ernst Friedrich. Deze Duitse pacifist confronteerde in 1924 met een boek vol foto’s van ‘gueulles cassés’, ‘kapotgesmeten gezichten’. Europa had zichzelf in de Grote Oorlog verminkt en dat wilde hij letterlijk tonen. Oorlog aan de oorlog! De foto’s waren gruwelijk genoeg maar konden een volgende wereldbrand vijftien jaar later niet voorkomen…
Krieg dem Kriege! bevat zo’n 180 foto’s, gruwelijke beelden uit de eerste wereldoorlog voorzien van bijtende commentaren in vier talen: Duits, Engels, Frans, Nederlands (er waren ook edities met het Noors, Russisch of Chinees als vierde taal). Friedrich, die zichzelf ‘geen Duitser maar mens’ noemde, schreef het boek voor ‘mensen van alle landen’ en droeg het ‘minzaam op aan alle oorlogsdwepers, planners en leiders van slachtpartijen’.
Voor Friedrich, die zich tot geen enkele partij bekende, is de oorzaak van oorlog duidelijk: kapitaal en macht. Zij onderdrukken en beheersen de proletariërs. Friedrich roept hen op zich te bevrijden van ingepompte burgerlijke vooroordelen, vecht tegen het kapitalisme, de burger en de soldaat in jezelf! Aan burgerlijk pacifisme, ‘zoete koek en vrome praatjes’, had Friedrich geen boodschap. Het kapitalisme bestrijden, is oorlog bestrijden.
Bron: serendib.be
dan woorden.
Bron: vredesmuseum.nl
with such high zest
To children ardent
for some desperate glory,
The old Lie:
Dulce et decorum est
Pro patria mori
Wilfred Owen
Ernst Friedrich (1894-1967)
der Gründer des Anti-Kriegs-Museums in Berlin, wurde am 25.02.1894 in Breslau geboren und engagierte sich schon früh in der Arbeiterjugend. Nach einer abgebrochenen Buchdruckerlehre wurde er 1911 Mitglied der SPD. 1916 schloss er sich der antimilitaristischen Arbeiterjugend an und wurde aufgrund eines Sabotageaktes in einem kriegswichtigen Betrieb zu einer Gefängnisstrafe verurteilt.Als führender Kopf des ‘Junganarchismus’ konzentrierte er sich auf den Kampf gegen Militarismus und Krieg, gegen Polizei- und Justizwillkür. In Berlin übernahm er 1919 das Jugendheim der ‘Freien Sozialistischen Jugend’ (FSJ), das er zum Treffpunkt der antiautoritären Jugend als auch der revolutionären Künstler machte.
Anti-Kriegs Museum Berlin | Museum voor vrede en geweldloosheid