Dit jaar is een bijzonder jaar voor de schilderkunst. Het is honderd jaar geleden dat de traditionele illusionistische schilderkunst door Kazemir Malevich met zijn Zwart Vierkant werd afgemaakt. Figuurlijk en letterlijk. En het is 150 jaar geleden dat Edouard Manet tijdens de salon in Parijs een schandaal veroorzaakte met Le déjeuner sur l’herbe.
Le déjeuner sur l’herbe 1863
Le déjeuner sur l’herbe (1863) en Zwart Vierkant (1913) markeren voor mij het begin van de moderne respectievelijk abstracte schilderkunst. Bij Manet gebeurt er iets dat mij boeit, bij Malewich haak ik af omdat ik door zijn suprematisme heen prik. Het zijn de nieuwe kleren van de keizer. Manet is evenmin vernieuwend in de schilderkunst, maar is voor mij een interessante schilder omdat hij de aandacht op iets vestigt waar Velazquez een grote meester in is: zichtbaar maken door exacte waarneming te koppelen aan een los gebaar.
Velazquez zit steeds op het randje tussen verf en voorstelling. Hij laat de verf in zijn rauwheid zien, maar telkens blijkt dat hij ontzettend goed gekeken heeft. Het is niet alleen met bravoure geschilderd maar ook met een feilloos oog voor de illusie. En dat kom je in de zuiver abstracte schilderkunst niet tegen. Want waar Velazquez nog op het randje van verf en voorstelling zit, is de abstracte schilderkunst van dat randje in de verf gevallen. De verf is de voorstelling geworden die uitsluitend nog naar zichzelf verwijst of een bepaalde stemming oproept. De magie dat verf rauwe materie is en tegelijkertijd heel iets anders, is eruit verdwenen.
Wanneer we het bovenstaande detail uit het portret van Infanta Margarita Teresa als een op zichzelf staand schilderij beschouwen, lijkt het een modern abstract schilderij. Maar dit werd in 1659 geschilderd door de hofschilder van de Spaanse koning. Het is bijna onbegrijpelijk dat hij met dit (schijnbare!) klodderwerk weg kon komen.
Kort na de dood van Velazquez werd onder invloed van Lodewijk XIV de gladde Franse stijl toonaangevend. Een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Franse hofkunst was de van oorsprong Catalaanse schilder Hyacinthe Rigaud.
Zijn stofuitdrukking is ook verbluffend, maar in tegenstelling tot die van Velazquez tot in de puntjes beheerst en glad. Hij zit niet meer op het randje tussen verf en voorstelling. De penseelstreek heeft zijn zelfstandigheid verloren en is dienstbaar geworden aan de illusie.
Manet was net zo enthousiast over Velazquez als Joost Zwagerman over Mark Rothko. Voor hem was het de schilder der schilders. In een brief aan Henri Fantin-Latour uit 1865 schrijft hij:
Edouard Manet, in a letter to Henri Fantin-Latour (1865)
detail uit Le déjeuner sur l’herbe 1863
In Le déjeuner sur l’herbe is duidelijk te zien dat Manet zijn grote voorbeeld Velazquez wil volgen in het zichtbaar houden van de verfstreek. Droge streken, natte kloddertjes en onbedekt canvas. Het maakt allemaal deel uit van de illusie die een schilderij is. Manet zou zélf weer een voorbeeld zijn voor de impressionisten. Zij gingen nog verder in de verzelfstandiging van de verfstreek.
detail uit Le Chemin de Fer 1873
Manet… Velázquez… The French Taste for Spanish Painting [ musee-orsay.fr ]