Dagelijks archief: dinsdag 3 oktober 2017

Luxemburgse crisis 1867

150 jaar geleden: de Luxemburgse kwestie

De Luxemburgse kwestie ontstond na de ontbinding van de Duitse Bond op 23 augustus 1866 in het Verdrag van Praag. De Duitse Bond was op het Congres van Wenen in 1815 onder leiding van Oostenrijk opgericht. Tijdens de Restauratie had de bond weliswaar gefunctioneerd maar na 1848 werd de spanningen tussen Oostenrijk en Pruisen steeds groter, al bleef Oostenrijk de dominante macht. Tenslotte leidde de rivaliteit binnen de Duitse Bond tot een oorlog tussen Pruisen en Oostenrijk en bondgenoten aan beide kanten. In juli 1866 versloeg Pruisen tijdens de Slag bij Königgrätz zijn rivaal. Na ruim een halve eeuw was er een einde gekomen aan de Duitse Bond.

Kladderadatsch  1867
spotprent uit Kladderadatsch (maart 1867), een liberaal Duits blad met als bijschrift: “een goede herder laat zijn schaap verloren gaan”

In het jaar daarop richtte Pruisen de Noord-Duitse Bond op, in feite de opmaat naar het Duitse Keizerrijk. De Noord-Duitse Bond omvatte alle staten ten noorden van de Main die eerder tot de Duitse Bond hadden behoord, behalve Luxemburg en Limburg. Op het Congres van Wenen in 1815 waren deze gebieden toebedeeld aan het Koninkrijk der Nederlanden. Toen België in 1830 zich onafhankelijk verklaarde, werden Limburg en Luxemburg doormidden gedeeld. Het westelijke deel van beide gebiedsdelen werd bij de nieuwe staat België gevoegd. De koning van Nederland was groothertog van de oostelijke delen van Limburg en Luxemburg zodat een personele unie met het koninkrijk der Nederlanden gevormd werd. Limburg en Luxemburg maakten tot 23 augustus 1866 deel uit van de Duitse Bond en in Luxemburg waren zelfs Pruisische soldaten gestationeerd.

In 1867 liet Napoleon III zijn oog op Luxemburg vallen. De Franse keizer vond dat na de Duitse Oorlog van 1866 het machtsevenwicht hersteld moest worden en dat Luxemburg uit de boedel van de Duitse Bond door Frankrijk moest worden overgenomen. Bismarck had aanvankelijk geen bezwaar, maar al snel werd het een politieke kwestie waarbij de grootmachten tegen elkaar kwamen te staan, terwijl koning Willem III als groothertog van Luxemburg klem kwam te zitten.

Harper's Week 1867
spotprent uit Harper’s Week(1867) Zuster Nederland tegen de koning van Pruisen en de keizer van Frankrijk: “het heeft geen zin heren, ze zal naar niemand gaan”
Nederland had bij Bismarck getracht te bewerkstellingen, dat Limburg niet zou hoeven toe te treden tot de Noord-Duitse Bond. Maar Bismarck antwoordde dat het Nederlandse deel van Limburg zou worden geannexeerd, als het niet zou toetreden. Nederland informeerde daarop bij Frankrijk of er op militaire steun gerekend kon worden, als er daadwerkelijk een Pruisische inval zou plaatsvinden. Frankrijk reageerde positief, maar eiste als voorwaarde de overdracht van Luxemburg. Koning Willem III en zijn minister van Buitenlandse Zaken Jules van Zuylen van Nijevelt stemden toe: Willem III zou vijf miljoen gulden ontvangen voor de verkoop van zijn groothertogdom (waarvan zijn broer Hendrik sinds 1850 stadhouder was).
 
Voor de zekerheid liet Willem III Pruisen consulteren. De kwestie belandde nu toch in de kranten, en voor Willem III en Nederland werd de situatie plotseling heikel. Kroonprins Willem (‘Wiwill’) was als speciaal gezant naar Frankrijk afgevaardigd, en deponeerde in Parijs een schriftelijke verklaring van afstand aan Napoleon III. De Luxemburgse Statenvergadering moest nog wel tekenen, en Napoleon III dreigde met oorlog indien de overdracht alsnog niet door zou gaan.
 
Intussen had de publiciteit uiteraard ook het Pruisische parlement wakker geschud, waardoor Bismarck plots volledig van standpunt wijzigde en óók dreigde met een Pruisische oorlogsverklaring aan zowel Frankrijk als Nederland, wanneer de overdracht wél doorging. Schielijk annuleerde Nederland de overdracht – Pruisen werd intussen meer gevreesd dan Frankrijk. Het Tweede Congres van Londen (mei 1867) garandeerde de neutraliteit van Luxemburg, dat evenals Limburg ook buiten de Noord-Duitse Bond zou blijven. Het Pruisische garnizoen verdween, de vesting van Luxemburg werd afgebroken.
 
Bron: historiek.net