de plooien van Botticelli

Twee essays van Aldous Huxley :
The Doors of Perception (1954) en Heaven and Hell (1956)

Aldous HuxleyIk ben te laat geboren om bewust getuige te kunnen zijn geweest van de psychedelische revolutie. Maar als peuter moet er rond 1966-67 iets in mijn onderbewustzijn geplant zijn, dat twintig jaar later een sterk verlangen bij mij opwekte terug te keren naar het verloren paradijs van mijn jeugd. Op 1 juni 1987 keek ik met rode oortjes naar de documentaire It was twenty years ago today over het fameuze Beatlesalbum Sergeant Pepper’s Lonely Hearts Club Band. Dat was voor mij een aanleiding om psychedelische boeken en muziek te gaan verzamelen. Internet bestond in 1987 nog niet, dus haalde ik mijn informatie uit bibliotheken en antiquariaten. Boeken van Richard Alpert, Ralph Metzner, Timothy Leary en Alan Watts verschenen in mijn boekenkast. Maar ook die van Aldous Huxley (1894-1963), de ‘vader van de psychedelische revolutie’. Hij overleed op 22 november 1963 (op de dag dat John F.Kennedy vermoord werd). Op zijn verzoek injecteerde zijn vrouw hem op zijn sterfbed 100µg LSD en enkele uren later overleed Huxley in zijn laatste (eeuwigdurende?) LSD-trip. In mijn eerste drie levensjaar (1963-1966) sluimerde de psychedelische revolutie nog ondergronds maar in 1966 was LSD in de counterculture zo populair geworden dat iedereen erover sprak.

Aldous Huxley
The Doors of Perception (1954)
en Heaven and Hell (1956)

Twee essays van Aldous Huxley zijn voor mij grensverleggend geweest: The Doors of Perception (1954) en Heaven and Hell (1956). Simon Vinkenoog vertaalde beide boeken die in 1971 en 1973 door Uitgeverij Contact werden uitgegeven. De passage waarin Huxley onder invloed van mescaline een stukje kunstbeschouwing doet en dan overvallen wordt door de werkelijkheid, maakte veel indruk op mij. In 1986 studeerde ik aan de kunstacademie en we hadden zojuist het boekje Beeld en Werkelijkheid (Van Ringelstein, 1964) moeten lezen. Daarin wordt gesteld dat we de werkelijkheid altijd waarnemen aan de hand van (voor)beelden. Schilderkunst en kunstgeschiedenis (kunst in de vierde dimensie) waren voor mij toen ook al vergrootglazen om naar de werkelijkheid te kijken. De psychedelische ervaring waar Huxley over schreef, deed de grens tussen kunst en werkelijkheid vervagen. De plooien in zijn broek bleken vóór het zien van Botticelli al adembenemend!

Botticelli
plooien uit de Geboorte van Venus van Sandro Botticelli in The Google Art Project van dichtbij bekeken.
Die plooien in mijn broek,
wat een labyrint van oneindige betekenisvolle ingewikkeldheid!
Ik zette de Van Gogh terug in zijn rek en pakte het boek dat ernaast stond. Het was een boek over Botticelli. Ik sloeg de bladzijden om. “De Geboorte van Venus” – nooit een van mijn favorieten. “Mars en Venus,” die door die arme Ruskin op het toppunt van zijn langdurige seksuele tragedie zo hartstochtelijk verketterde verrukkelijkheid. De magnifiek rijke en ingewikkelde “Lastering van Apelles.” En toen een wat minder bekend en niet erg goed schilderij, “Judith“. Mijn aandacht werd geboeid en ik staarde gefascineerd, niet naar de bleke neurotische heldin of haar dienaar, niet naar het harige hoofd van het slachtoffer of het lentelandschap op de achtergrond, maar naar het paarsachtige zijde van Judith‘s geplooide lijfje en lange door de wind bewogen rokken.
 
Dit was iets dat ik eerder had gezien – diezelfde morgen had gezien, tussen de bloemen en de meubels, toen ik per ongeluk naar beneden keek, en zomaar hartstochtelijk bleef staren naar mijn eigen gekruiste benen. Die plooien in mijn broek – wat een labyrint van oneindige betekenisvolle ingewikkeldheid! En het weefsel van het grijze flanel – hoe rijk, hoe diep geheimzinnig weelderig! En hier waren ze opnieuw in Botticelli‘s schilderij.
 
uit: De deuren der waarneming (vertaling: Simon Vinkenoog)

The Doors of Perception | Heaven and Hell | The Psychedelic Library