Ivanhooo!

gezien op BBC2: Ivanhoe (1952)

IvanhoeNa 1950 dwong de oprukkende televisie de grote Amerikaanse filmmaatschappijen tot een tegenoffensief. Er werd van alles bedacht om het publiek thuis voor de buis weer terug naar de bioscoop te lokken. Technicolor, 3D, supercinemascope en andere technische innovaties moesten de bioscoopfilm een tweede leven geven. Alle registers werden opengetrokken. Reusachtige filmsets, indrukwekkende decors en duizenden figuranten maakten van film weer het spektakel dat je alleen in de bioscoop maximaal kon ervaren. Niet alleen in Amerika was de epic in de jaren vijftig een fenomeen, ook in Engeland. Ivanhoe (1952) is weliswaar nog in de traditionele aspect ratio 1.37 : 1 opgenomen, maar wél in Technicolor en in 1952 was dat voor het Engelse publiek nog een hele belevenis.

Wat mij opvalt bij de meeste historische epische films uit de jaren vijftig, is dat deze de geest van de negentiende eeuw ademen. Nu is Ivanhoe (1820) ook een van de eerste historische romans uit de negentiende eeuw, dus het is dan niet raar dat de geest van de negentiende eeuw meewaait. Ook Ben Hur (1880) en Quo Vadis (1895) zijn romans uit de negentiende eeuw en dat is in de verfilmingen zichtbaar.

Ivanhoe
Robert Taylor en Joan Fontaine in Ivanhoe
Hoewel in Technicolor gefilmd is, zien we in 1952 nog altijd fraaie zwart-witfotografie.

Maar The Robe (1953) is een verfilming van een roman uit 1942 en ook deze film vind ik eerder passen in de negentiende eeuw dan in de twintigste eeuw. De historische epische film uit de jaren vijftig is een erfgenaam van het historisme uit de negentiende eeuw. Net als de klassieke schoolplaat probeert deze het verleden “wie es eigentlich gewesen ist” tot leven te brengen. En dat is een ideaal uit de negentiende eeuw, dat het verleden tracht te objectiveren. Maar ook het romantiseren hoort erbij.

De historische epische film uit de jaren vijftig is een erfgenaam van het historisme uit de negentiende eeuw

Historisme was in de negentiende eeuw enerzijds gekoppeld aan het wetenschap: het objectiveren van het verleden, met andere woorden: het verleden op een één-op-éénverhouding te presenteren. Anderzijds was historisme gekoppeld aan de politieke agenda die nationalisme heet. In Ivanhoe (1820) is dat duidelijk. Het verhaal speelt zich in een periode dat in Engeland de Saksen door de Normandiërs onderdrukt werden. Tijdgenoten van Sir Walter Scott wisten precies dat hij met de Saksen de Engelsen en met de Normandiërs de Fransen bedoelde. In 1820 was Frankrijk voor Engeland nog altijd de oude vijand. Richard Leeuwenhart (1157-1199) is in het boek de mysterieuze zwarte ridder, maar in de film wordt deze rol eerder door Ivanhoe gespeeld.

Ivanhoe
Elisabeth Taylor en Robert Taylor in Ivanhoe

De filmmuziek voor Ivanhoe werd geschreven door Miklós Rózsa. Met veel schallend koper en tromgeroffel, met name in de toernooiscène. De bombastische muziek maakt Ivanhoe tot een onvervalste jaren ’50 epic. De ouverture werd genomineerd voor een oscar.

With Richard Thorpe’s Ivanhoe (1952) Miklós Rózsa created a template that would guide him through several medieval/Renaissance romances during his M-G-M years. These included Young Bess, Knights of the Round Table, The King’s Thief and Diane, culminating in his masterpiece in the genre, El Cid. He began with research on music of the period (just as he had done with Quo Vadis), then wove a colorful tapestry of themes that combined period melodies with original tunes, harmonized and blended in a seamless score paying homage to history but distinctly in Rózsa’s own contemporary voice.
 
Bron: filmscoremonthly.com

Ivanhoe [ imdb.com ]